vrijdag, april 27, 2007

135. VADERTOP (M/V) op donderdagavond 10 mei in Amsterdam

Vader Kennis Centrum i.s.m. Stichting Dwaze Vaders, Fathers 4 Justice Nederland, Stichting Ouders Zonder Omgang, Stichting Kinderen – Ouders – Grootouders, Gescheiden Vaders Nederland, Stichting Kind en Omgangsrecht en onafhankelijke oudervertegenwoordigers.

VADERTOP (M/V)

op donderdagavond 10 mei 2007

Zet in je agenda en reserveer voor de VADERTOP (M/V)

Locatie:

Van Eesterenzaal, Stichting Eigenwijks
Jan Tooropstraat 6 - 1062 BM Amsterdam

(met OV 5 minuten lopen van NS station Amsterdam-Lelylaan;
met auto vlakbij de Ringweg Amsterdam-West, afslag S-106)

Programma

Vanaf 18.00 uur: Zaal open - Ontvangst en koffie

18.45 uur: Opening en inleidingen:

1. Pieter Tromp (Vader Kennis Centrum - VKC): Welkom en Inleiding op het Manifest Samen Verder van oudergroeperingen voor het jeugd- en gezinsbeleid van Minister Rouvoet

2. Samira Bouchibti (PvdA): PvdA-Woordvoerder Jeugd en Gezin in de Tweede Kamer vanuit het Jeugd- en Gezinsbeleid

19.15 uur: Pauze

19.30 uur: Forumdiscussie 1: Oudergroeperingen

Eerste forumronde van drie kwartier (met deelneming vanuit oudergroeperingen)
onder leiding van Hans Krikke (incl. discussie met zaal)

20.15 uur: Pauze

20.30 uur: Forumdiscussie 2: Deskundigen

Tweede forumronde van drie kwartier (met deelneming van deskundigen)
onder leiding van Hans Krikke (incl. discussie met zaal)

21.15 uur: Pauze

21.30 uur: Manifest (afronden en o.v.b. dan of later overhandigen aan de Minister voor Jeugd en Gezin André Rouvoet)

22.00 / 22.30 uur: Afsluiting

---------------------------------------------------------------------------------------------------

Organisatie en nadere inlichtingen:

Vader Kennis Centrum, Peter Tromp, T. 030 – 238 3636 // 06 – 18293397, Email tromp@casema.nl

Reserveren voor de VADERTOP (M/V):

De Van Eesterenzaal kan max. 150 deelnemers herbergen. Wilt u zeker zijn van toegang meldt u dan tevoren aan voor deelname aan de VADERTOP (M/V) door een plaats te reserveren op het centrale emailadres (tromp@casema.nl) o.v.v. DEELNAME VADERTOP (M/V) in de onderwerpregel van uw mail en o.v.v. uw naam, (evt. organisatie), emailadres en telefoonnummer in de email zelf. Reserveer tijdig. Uw reservering is alleen geldig na bevestiging met een toegekend bevestigingsnummer. U komt dan op een reserveringslijst waarop u op 10 mei tot 18.15 uur aan de zaal toegang verkrijgt. Na 18.15 uur vervalt uw reservering en wordt net als in bioscopen toegang gegeven naar volgorde van aankomst tot het max. van 150 deelnemers evt. behaald is.

-------------------------------------------------------------------------------------------

Vader Kennis Centrum i.s.m. Stichting Dwaze Vaders, Fathers 4 Justice Nederland, Stichting Ouders Zonder Omgang, Stichting Kinderen – Ouders – Grootouders, Gescheiden Vaders Nederland, Stichting Kind en Omgangsrecht en onafhankelijke oudervertegenwoordigers.

Locatie van de VADERTOP (M/V) op 10 mei 2007

Locatie: Van Eesterenzaal in Amsterdam

- Adres: Stichting Eigenwijks, Jan Tooropstraat 6 - 1062 BM Amsterdam - T 020 3460670

- Auto: makkelijk bereikbaar per auto (vlak bij de ringweg om Amsterdam)

- OV: makkelijk bereikbaar per openbaar vervoer (5 minuten lopen vanaf NS Station Amsterdam-Lelylaan)

(Klik op deze afbeelding voor een vergrote weergave)






Bioscoop opstelling Van Eesterenzaal


Kleurrijke inrichting.

Er kunnen maximaal 150 personen deelnemen aan de VADERTOP (M/V) in de van Eesterenzaal (een multifunctionele ruimte van 150 m²). Er zijn geen deelname- of entreekosten. (De zaalhuur wordt door de deelnemende oudergroeperingen bekostigd.) Extra kosten zijn wel:

- Koffie en thee: € 1,00 per persoon voor de hele avond koffie en thee

- Frisdranken: € 1,00 per flesje of / € 0,75 glas

(Klik op deze afbeelding voor een vergrote weergave)

---------------------------------------------------------------------------------------------------

Organisatie en nadere inlichtingen:

Vader Kennis Centrum, Peter Tromp, T. 030 – 238 3636 // 06 – 18293397, Email tromp@casema.nl

Reserveren voor de VADERTOP (M/V):

De Van Eesterenzaal kan max. 150 deelnemers herbergen. Wilt u zeker zijn van toegang meldt u dan tevoren aan voor deelname aan de VADERTOP (M/V) door een plaats te reserveren op het centrale emailadres (tromp@casema.nl) o.v.v. DEELNAME VADERTOP (M/V) in de onderwerpregel van uw mail en o.v.v. uw naam, (evt. organisatie), emailadres en telefoonnummer in de email zelf. Reserveer tijdig. Uw reservering is alleen geldig na bevestiging met een toegekend bevestigingsnummer. U komt dan op een reserveringslijst waarop u op 10 mei tot 18.15 uur aan de zaal toegang verkrijgt. Na 18.15 uur vervalt uw reservering en wordt net als in bioscopen toegang gegeven naar volgorde van aankomst tot het max. van 150 deelnemers evt. behaald is.

dinsdag, april 24, 2007

134. Oproep van oudergroeperingen aan de Tweede Kamer (inzake wetsontwerp 30 145)

Wetsontwerp Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding

OPROEP AAN DE TWEEDE KAMER

Amersfoort, 21 april 2007

Ondergetekenden,

woordvoerders van groeperingen van ouders die na (echt)scheiding belemmerd zijn in de medezorg voor hun kind en in de volwaardige uitoefening van hun ouderschap,

doen een klemmend beroep op de leden van de Tweede Kamer om géén steun te geven aan het wetsontwerp Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding.

Terecht beoogt het wetsontwerp de gelijkwaardige betrokkenheid van beide ouders bij het leven van hun kinderen, en de band van kinderen met hun beide ouders na (echt)scheiding te beschermen.

Ondergetekenden onderschrijven de bedoelingen van het wetsontwerp, doch stellen vast:
  • dat die bedoelingen al meer dan drie decennia worden nagestreefd met telkens nieuwe wettelijke regelingen,
  • dat die regelingen blijkens de statistieken géén positief effect sorteren,
  • dat die regelingen door conservatieve en creatieve jurisprudentie keer op keer blijken te kunnen worden uitgehold en ondermijnd [1],
  • dat de thans voorgestelde regelingen de (rechtspolitieke) jurisprudentie terugcodificeren en verder even krachteloos zijn als de regelingen die in het verleden baanbrekend werden geacht,
  • dat het wetsvoorstel in intentie progressief is, maar in feite achterblijft bij de rechtsontwikkeling in landen als België en Frankrijk, en zelfs de eerdere Nederlandse vernieuwingen uitholt,
  • dat het wetsvoorstel niet steunt op rechtspsychologische [2] overwegingen die de diepere oorzaken van polarisatie blootleggen, zodat de voorgestelde regelingen niet verder reiken dan symptoombestrijding, zonder de bedoelingen waar te kunnen maken,
  • dat de voorgestelde regelingen de beoogde gelijkwaardigheid en autonomie van ouders na scheiding niet vertalen in rechtszekerheid en rechtsgelijkheid,
  • dat de feitelijke ongelijkwaardigheid polarisatie in de hand blijft werken en daardoor in de weg staat aan het meest fundamentele belang van kinderen, te weten vrede tussen hun ouders,
  • dat te ruime rechterlijke beslissingsruimte een forum creëert voor een oneigenlijke twist over het belang van de kinderen,
  • dat de feitelijke ongelijkwaardigheid tussen de ouders en de te ruime beslissingsruimte van de rechter onbemiddelbaarheid in de hand werken.
Ondergetekenden vragen de wetgever te bevorderen dat rechtspsychologisch onderzoek wordt geëntameerd ten behoeve van toekomstige wetgeving, expliciet gericht op het voorkomen van polarisatie en op het bewaren van de vrede tussen scheidende ouders, zodat autonome oplossingsgerichtheid van scheidende ouders, ondersteund door bemiddeling, tot verdere ontplooiing kan komen.

Hoogachtend,
  • Mr Ir Peter Prinsen, oud-advocaat (06-51.50.33.51)
  • Stichting Dwaze Vaders: Perry Stuart, Leo Bevaert
  • Fathers 4 Justice (F4J): Andrew Work, Marijke de Both, Dennis Grippeling
  • Stichting Kind en Omgangsrecht / Vader Kennis Centrum:
    Peter Tromp, Melchior Tijssen
  • Stichting Ouders Zonder Omgang: Arthur Ross, Theo Nieuwenhuizen
  • Stichting Kinderen - Ouders – Grootouders: Truus Barendse
  • Gescheiden Vaders Nederland: Ad Verdiesen
  • Joep Zander, pedagoog en schrijver
  • Rob van Altena, publicist
  • Wouter Hanhart, arts
  • Wim Orbons, gezondheidseconoom
--------------------------------------------------
Voetnoten
[1] Haalbaarheidscriterium, Hoofdverblijfplaats, Omgangsontzegging ondanks gezag.
[2] Rechtspsychologie, een vorm van toegepaste psychologie, bestudeert het gedrag van mensen onder invloed van het recht, en het recht als beïnvloedingsinstrument voor gedrag.

133. Amersfoort heft in huisvestingsverordening discriminatie tussen beide scheidende ouders op





Beide ouders recht op urgentieverklaring woning
Gemeente Amersfoort - 22 februari 2007


Beide ouders komen in het geval van een echtscheiding vanaf april in aanmerking voor een urgentieverklaring voor een woning. Dit is een belangrijke wijziging in de Amersfoortse Huisvestingsverordening.

De Huisvestingsverordening is vorige week door de Amersfoortse gemeenteraad vastgesteld en treedt op 4 april in werking.

Urgentie bij scheiding

Nu is het zo dat de gescheiden ouder die voor het merendeel van de tijd voor de kinderen zorgt, een urgentieverklaring kan krijgen. Met zo’n verklaring krijg je voorrang op de toewijzing van een woning. Vanaf april hebben beide ouders met minderjarige kinderen hier recht op, ook als de ene ouder meer voor de kinderen zorgt dan de andere. Overigens wordt uitsluitend bij (dreigende) dakloosheid urgentie verleend. Met deze maatregel wil de gemeente er voor zorgen dat elke ouder een zelfstandige woonruimte kan krijgen; een belangrijke voorwaarde om een goede band met het kind op te bouwen.

Mr. R. (Ruud) Luchtenveld (locoburgemeester en wethouder Ruimtelijke Ordening, Wonen en Verkeer in Amersfoort) (VVD)

"Belangrijke stap voorwaarts"

Wethouder Ruud Luchtenveld (Ruimtelijke Ordening, Wonen en Verkeer): “Zonder urgentieverklaring voor gescheiden ouders kan het jaren duren voordat een woningzoekende geschikte woonruimte vindt. En dat heeft als risico dat kinderen jarenlang een gebrekkig contact met een van beide ouders hebben.”

“Dit is een ontzettend belangrijke stap voorwaarts”, zegt Dennis Grippeling, gescheiden ouder en regionaal contactpersoon voor Fathers 4 Justice (belangenvereniging voor gescheiden vaders). “Het zijn vaak de vaders die na een scheiding het ouderlijk huis verlaten. Zij komen dan terecht bij familie of op drie-hoog-achter. En dat zijn vaak geen plekken om kinderen op te voeden. Omdat de moeder wel geschikte woonruimte heeft, wijst de rechter de kinderen meestal aan haar toe. Straks hebben vader en moeder beiden het recht om de kinderen in de eigen leefomgeving op te voeden.”

Evaluatie

Niet iedereen is tevreden over deze wijziging. “We waren niet direct voor”, vertelt Jacqueline de Jong van woningcorporatie de Alliantie Eemvallei. “Dit betekent een toename van het aantal urgentieverklaringen.” En dan neemt de wachttijd voor andere woningzoekenden toe. “Als blijkt dat het aantal urgentieverklaringen meer dan 30% van het totaal aantal woningtoewijzingen (vastgestelde maximum) is, dan gaan wij het gesprek weer aan.” In januari 2008 wordt de uitbreiding op de urgentieverklaring geëvalueerd.

Reageren op woningen in de regio

Een andere belangrijke wijziging in de Huisvestingsverordening is de verruiming van de bindingseisen. Sinds 1 januari moeten alle gemeenten binnen de provincie Utrecht de grenzen openstellen voor mensen met een economische of maatschappelijke binding met deze provincie. Als woningzoekende kunt u nu dus reageren op woningen buiten Amersfoort. En inwoners uit andere gemeenten kunnen nu ook reageren op het woningaanbod in Amersfoort. Dat was voorheen niet zo. Jacqueline de Jong van de Alliantie Eemvallei: “Wij denken niet dit tot een toename van het aantal woningzoekenden in Amersfoort leidt. Ten eerste blijkt uit cijfers dat mensen bij voorkeur verhuizen binnen tien kilometer van hun huis. Ten tweede zijn onze grenzen opengesteld, maar ook die van andere gemeenten. Er zullen dus mensen komen, maar er gaan ook mensen weg.”

Wethouder Luchtenveld: “De woningtoewijzing breder maken buiten de gemeentegrenzen is een logische stap. Aangezien Amersfoort op de rand van de provincie ligt, is een provinciaal aanbod wat beperkend, omdat we daarmee niet naar de hele regio rond Amersfoort kijken. Daarom gaan we met bijvoorbeeld Nijkerk in gesprek over ruimere bindingseisen.”

Meer informatie

Wilt u meer weten over de wijzigingen in de Huisvestingsverordening? Kijk dan bij de agenda van de gemeenteraad van 13 februari. De stukken vindt u bij Het Besluit.


Discriminatie van vaders na scheiding in de gemeentelijke sociale huisvesting
Een overzicht van de artikelen over dit onderwerp tot nu toe op de website “Ouderschap na scheiding” van het Vader Kennis Centrum; 25 april 2007

- Leven met kinderen in dozen
Vader Kennis Centrum, Ouderschap na scheiding: nummer 58.

- Papa woont in zijn auto
Vader Kennis Centrum, Ouderschap na scheiding: nummer 60.

- Hoe schandalig de gemeente Heiloo met een co-öuderschapsvader en zijn kinderen omgaat
Vader Kennis Centrum, Ouderschap na scheiding: nummer 70.

- Gescheiden vader klem tussen de gemeentelijke woonregels
Vader Kennis Centrum, Ouderschap na scheiding: nummer 93.

- Sociale huisvesting en gelijkheid van ouders na scheiding in België
Vader Kennis Centrum, Ouderschap na scheiding: nummer 98.

- Dak- en thuisloos - Gescheiden vaders in Nederland zonder hulp aan de kant gezet
Vader Kennis Centrum, Ouderschap na scheiding: nummer 104

- Amersfoort heft in huisvestingsverordening discriminatie tussen beide scheidende ouders op
Vader Kennis Centrum, Ouderschap na scheiding: nummer 133.


RAADSVOORSTEL 2298275 Gemeente Amersfoort


Van : Burgemeester en Wethouders

Reg.nr. : 2298275

Aan : Gemeenteraad

Datum : 30 januari 2007

Portefeuillehouder : Wethouder mr R. Luchtenveld

Agendapunt :

TITEL: Huisvestingsverordening 2007

BESLISPUNTEN

…………………………………

4. De werking van het echtscheidingsartikel te verruimen zodat in geval van echtscheiding met minderjarige kinderen beide ouders voor een urgentieverklaring in aanmerking kunnen komen.

…………………………………

SAMENVATTING

In het raadsvoorstel zijn de wijzingingsvoorstellen voor de Huisvestingsverordening 2007 opgenomen. In het raadsvoorstel staan vijf onderwerpen. Het gaat hier om de volgende onderwerpen, die hierna afzonderlijk worden uitgewerkt:

…………………..

4. Echtscheiding & urgentie

………………………………..

BETROKKEN PARTIJEN

Om tot de concept-Huisvestingsverordening te komen is een inventarisatieronde gehouden binnen de Klankbordgroep Woonkompas, de afdeling Volkshuisvesting en met de afdeling Juridische Zaken.

Tevens is de Amersfoortse Huisvestingsverordening naast de Provinciale voorbeeld-Huisvestingsverordening gelegd. Uiteindelijk heeft het Bestuur Woonkompas op basis van deze inventarisatieronde een advies aan het college uitgebracht. Het Bestuur Woonkompas kan instemmen met alle wijzigingspunten behalve de verruiming van het echtscheidingsartikel (zie peilpunt 4).

Daarnaast is het wijzigingsvoorstel aan de BAV (BeleidsAdviesgroep Volkshuisvesting) voorgelegd. De BAV adviseert positief ten aanzien van alle wijzigingspunten behalve de verruiming van het echtscheidingsartikel (zie peilpunt 4). ……………

Alle Gewestgemeenten gaan provinciale bindingseisen invoeren. Bij de andere gemeenten in het Gewest is benadrukt dat aanvullende bindingseisen anders dan de provinciale niet meer gesteld mogen worden bij de urgentieaanvragen. De Gewestgemeenten zullen alle bij de wijziging van hun huisvestingsverordening, de urgentiecriteria zoveel mogelijk laten aansluiten bij de gestelde criteria in de Provinciale voorbeeldverordening.

Vervolgens zijn de wijzigingsvoorstellen ter peiling zijn voorgelegd in De Ronde (12-12-2006).

Hierna is de Huisvestingsverordening aangepast ten behoeve van vaststelling in Het Besluit.

VERVOLG

Na vaststelling in het besluit zal de verordening op 4 april 2007 van kracht zijn. Deze termijn hangt samen met het feit dat Woonkompas tijd nodig heeft om de aanpassingen in het computersysteem te laten verwerken en het feit dat de verordening 6 weken na publicatie ter inzage moet liggen.

…………………………………………..

4. ECHTSCHEIDING & URGENTIE

AANLEIDING

Op basis van het echtscheidingsartikel in de verordening kunnen beide ouders aanspraak maken op een urgentie als zij aantoonbaar een co-ouderschapregeling overeen zijn gekomen waarbij de kinderen daadwerkelijk de helft van de tijd bij de ene ouder wonen en de andere helft van de tijd bij de andere ouder.

Voorgesteld wordt om ouders die ten dele de zorg hebben voor minderjarige kinderen (en die niet uit de ouderlijke macht zijn ontzet) ook aanspraak te kunnen laten maken op een woning door middel van een urgentieverklaring. Er is een wijziging in het familierecht: beide ouders hebben nu namelijk het ouderlijk gezag. In veel gevallen wordt geen 50-50 co-ouderschapregeling overeengekomen, maar is het wel van groot belang dat de kinderen bij beide ouders kunnen verblijven, zelfs als dit een weekend in de twee weken is. Het niet hebben van een woning kan een obstakel zijn in de relatie van de ouder met zijn kind, omdat men de kinderen niet in een eigen, zelfstandige woning kan opvangen. Het ontberen van zelfstandige woonruimte kan voor de rechter namelijk een reden zijn om de omgangsregeling beperkt te houden.

BEOOGD EFFECT

Er voor zorgen dat het ontberen van zelfstandige woonruimte geen obstakel meer is voor het onderhouden van een goede ouder-kindrelatie.

ARGUMENTEN

4.1 Argument 1

Beide ouders hebben het ouderlijk gezag, daarom moeten ook beide ouders de mogelijkheid hebben om een goede relatie met het kind te onderhouden.

4.1 Argument 2

In het oude woonruimteverdelingssysteem konden woningzoekenden op basis van leeftijd reageren, waardoor in geval van echtscheiding mensen een grote kans hadden om zichzelf te redden. Doordat in het huidige woonruimteverdelingsysteem het volgordecriterium inschrijfduur is, is die zelfredzaamheid beperkt. De urgentieregeling dient daarom aangepast te worden.

4.1 Argument 3

Door het ontbreken van woonruimte stelt de rechter een hoge alimentatie vast: er zijn immers vrijwel geen woonlasten. Deze hoge alimentatie beperkt de zelfredzaamheid omdat deze verplichting het huren van een vrije sector woning in de weg staat. De alimentatie kan daarentegen pas omlaag gebracht worden als er een huurcontract is.

4.1 Argument 4

Voorkomen van oneigenlijk gebruik van recreatiewoningen.

KANTTEKENINGEN

Kanttekening 1

Eén en ander dient afgewogen te worden tegen het feit dat voor iedere urgent woningzoekende, een reguliere woningzoekende langer moet wachten. Daarnaast wordt de concurrentie tussen de urgenten onderling vergroot omdat er meer urgenten bij zullen komen.

Kanttekening 2

Verruiming van dit artikel kan een aanzuigende werking hebben ten nadele van het Amersfoortse woonruimteverdelingssysteem omdat dit in andere gemeenten geen grond is voor urgentie.

Om een inschatting te maken van bovengenoemde ‘aanzuigende werking’ is naar een aantal cijfers gekeken.

1. In Amersfoort lag het aantal echtscheidingen en de zogenaamde ‘flitsscheidingen’ [2] in 2005 op 1074 (Bron: Onderzoek & statistiek). Op basis van de landelijke cijfers (bron:CBS) betekent dat naar schatting ruim 700 scheidingen waarbij minderjarige kinderen betrokken zijn in Amersfoort. Dit aantal betreft uiteraard alle inkomenscategorieën

NB Hierbij zijn de verbrekingen van samenleving niet meegerekend. Voor verbreking van samenleving worden de urgentiecriteria analoog toegepast.

[2] Flitsscheiding: hierbij wordt het huwelijk omgezet in een geregistreerd partnerschap, dat vervolgens zonder tussenkomst van de rechter wordt ontbonden. Dit ging in 2005 om 4700 gevallen in Nederland.

2. In 2005 zijn rond de 80 aanvragen voor urgentie op basis van echtscheiding ingediend. Het merendeel hiervan wordt toegekend.

NB mensen worden bij de balie geïnformeerd over hun kans op urgentie en zullen wanneer zij buiten de regels vallen niet overgaan tot een aanvraag.

3. In 2005 kwamen er 1500 woningen vrij voor verhuur, waarvan er 300 aan urgenten zijn toegewezen (20% v.d. vrijkomende woningvoorraad).

4. Resumerend: de regelgeving wordt verruimd en het zoekgebied wordt vergroot. Daarmee zal het aantal urgenties toenemen. Over de verwachte aantallen is geen betrouwbare uitspraak mogelijk, temeer omdat we niet alleen met Amersfoort te maken hebben maar ook met eventuele aanvragen uit de rest van het land.

Kanttekening 3

Wanneer dit op voorhand mogelijk gemaakt wordt, wordt de prikkel grotendeels weggenomen om zelf een oplossing te zoeken.

FINANCIËN

n.v.t.

VERVOLG

Deze verruiming wordt binnen een jaar geëvalueerd, zodat deze op 1 januari 2008 gereed is.

BETROKKEN PARTIJEN

Advies Bestuur Woonkompas (met uitzondering van de Gemeente Amersfoort):

Het Bestuur is geen voorstander van verruiming van het huidige echtscheidingsartikel:

- Het principe dat minderjarige kinderen niet op straat mogen komen te staan wordt onderschreven, maar deze gevallen voldoen niet aan de definitie van een acute noodsituatie waarin minderjarige kinderen dakloos zijn of dreigen te raken zoals thans gehanteerd wordt in de verordening.

- De verwachting is dat door de voorgenomen stadsvernieuwing in Amersfoort de woningmarkt sowieso tijdelijke al meer onder druk komt te staan. De verruiming van de echtscheidingsclausule zal tot nog meer urgenties en nog meer druk leiden. Voor ‘gewone’ woningzoekenden zal de wachttijd toenemen.

Advies BeleidsAdiesgroep Volkshuisvesting (BAV):

De BAV adviseert negatief ten aanzien van dit voorstel, aangezien de wachttijd voor de reguliere woningzoekenden zal toenemen. Daarnaast verwacht de BAV door openstelling van de grenzen dat sowieso het aantal urgenten zal toenemen (ook zonder de uitbreiding van de echtscheidingsurgenten), dus daarmee ook de wachttijd voor de reguliere woningzoekenden.

Peiling in De Ronde

In de Ronde gaf de meerderheid aan in te kunnen stemmen met het voorstel.

…………………………………….

Burgemeester en wethouders van Amersfoort,

de secretaris, de burgemeester,

Drs. P.J. Buijtels A. van Vliet-Kuiper

Bijlagen

- Raadsbesluit

- Huisvestingsverordening 2007

Raadsbesluit

Reg.nr 2298275

De raad der gemeente Amersfoort;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 januari 2007, sector SOB/RO

(nr. 2298275);

b e s l u i t :

………………

4. De werking van het echtscheidingsartikel te verruimen zodat in geval van echtscheiding met minderjarige kinderen beide ouders voor een urgentieverklaring in aanmerking kunnen komen.

……………………………….

Vastgesteld in de openbare vergadering van 13 februari 2007.

de griffier, de voorzitter,

------------------------------------------------------------------

Huisvestingsverordening Amersfoort 2007


4. Sociale indicatie

Van sociale indicatie is sprake indien, op advies van de hiertoe ingeschakelde Urgentiecommissie, door burgemeester en wethouders is vastgesteld dat, in afwijking van de reguliere wachttijd, een snellere oplossing van het huisvestingsprobleem uit sociaal oogpunt noodzakelijk is. Hieronder worden de volgende situaties gerekend:

1. Echtscheiding

van echtscheiding in de sfeer van urgentie bij de afgifte van een huisvestingsvergunning is slechts sprake, indien:

a. er een rechterlijke (eind-)beschikking is, waarin is bepaald dat het huwelijk is ontbonden;

b. die beschikking in het register van de burgerlijke stand is ingeschreven;

c. uit het huwelijk één of meer kinderen voortkomen, die ten tijde van de inschrijving (ad.b) minderjarig is/zijn en de ouder die de urgentieverklaring aanvraagt (mede) ouderlijk gezag uitoefent over het minderjarige kind/de minderjarige kinderen;

d. deze ouder, het recht dan wel de mogelijkheid ontbeert om de echtelijke woning te blijven bewonen.

e. het verzoek om urgentie ingediend wordt binnen zes maanden nadat de rechterlijke (eind-) beschikking waarin is bepaald dat het huwelijk is ontbonden, in het register van de burgerlijke stand is ingeschreven,;

f. en er naar het oordeel van burgemeester en wethouders geen andere mogelijkheid bestaat om het woonruimteprobleem op te lossen;


Voor gevallen van "samenleving" worden vermelde criteria, voor zover mogelijk, analoog toegepast.

vrijdag, april 20, 2007

132. Naar een rechtspsychologische grondslag voor het scheidingsrecht

De kinderen en hun ouders vóór, tijdens en na scheiding

Mr Ir Peter Prinsen, oud-advocaat

Leiden, 3 mei 2007

Het belang van het kind expliciet centraal stellen schiet zijn doel voorbij. Beter is het de vrede tussen de ouders centraal te stellen, op basis van rechtspsychologisch inzicht, dat niet veroordeelt maar verklaart. Maakbaarheidsgeloof is fnuikend, maatwerk een illusie. Beslissingsruimte van de rechter moet worden beperkt, ten gunste van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. Pas dan kan bemiddeling tot volle ontplooiing komen.

Inleiding

Bij het Parlement is aanhangig het wetsvoorstel “Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding”. Scheidende ouders zullen voortaan een ouderschapsplan (convenant) over moeten leggen. De rechter kan ouders naar een bemiddelaar verwijzen en aan het kind een bijzonder curator toewijzen. De rechter kan bepalen bij wie van de ouders het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft. Leggen de ouders, ook na bemiddeling, geen ouderschapsplan over, dan gaat de rechter zich er als vanouds inhoudelijk mee bemoeien. De rechter kan dan het hoofdverblijf en een “omgangsregeling” vaststellen, een sanctie bij niet-naleving opleggen, of “omgang” ontzeggen, ook al heeft die ouder formeel nog het gezag. Ook kan de rechter een ouder het gezag ontnemen.

Het wetsvoorstel behelst codificatie van jurisprudentie c.q. reeds gebezigde rechtspraktijk. Op grond daarvan kan nu reeds gewezen worden op de omslachtigheid, kwetsbaarheid en de onbetaalbaarheid van het systeem voor de ouders in de meer moeizame gevallen, terwijl de effectiviteit (in termen van voortgezet ouderschap van enige inhoud) in die gevallen nihil blijkt.

N.B.: Sinds de laatste vernieuwing (1998) blijft het gelijkwaardig ouderlijk gezag bij echtscheiding intact: De huidige wet kent in die gevallen geen hoofdverblijf en geen ontzegging van de omgang. De nu voorgestelde invoering van het hoofdverblijf en van de ontzegging van omgang aan de ouder die gezag heeft behelst codificatie van (rechtspolitieke) jurisprudentie waarmee de Rechterlijke Macht effectief de eerdere wettelijke vernieuwingen had uitgehold. De vernieuwing van 1998 heeft nooit een eerlijke kans gehad. Thans zwicht de Wetgever expliciet voor de Rechterlijke Macht.

Scheidingen verlopen vaak zeer conflictueus. Jaarlijks krijgen ruim 60.000 kinderen te maken met (echt-)scheiding van hun ouders. De helft van die kinderen verliest daarbij een van zijn ouders. Tientallen duizenden levens raken jaarlijks ontwricht. Ouderlijke scheiding is vaak voor kinderen een levensles van de slechtste soort.

Wij zijn geneigd de ouders de schuld te geven, maar is dat wel terecht? En, belangrijkere vraag, leidt dat ergens toe? De problema­tiek lijkt maatschappe­lijk even onaan­vaardbaar als onoplosbaar, getuige de permanente stroom van overheidsinitiatieven in de afgelopen drie decennia, gericht op verbetering van deze situatie. Het momenteel aanhangige wetsvoorstel tracht nadrukkelijk (maar vrijblijvend) het ouderschapsplan en bemiddeling op de voorgrond te plaatsen. Goede bedoelingen alleen schieten echter tekort en zullen dat blijven doen zolang een baanbrekende vernieuwing uitblijft. Scheidende ouders kunnen veel baat hebben bij bemiddeling, maar als de wet niet fundamenteel verandert zal het merendeel van de scheidende ouders argeloos blijven belanden in de beruchte conflictspiraal die de wet voor hen in petto heeft. Het huidige wetsvoorstel zal dan ook een papieren tijger blijken te zijn, weliswaar nuttig voor bemiddelbare en bemiddelde ouders, maar nutteloos voor juist díe problematiek die het beoogt op te lossen. Het wetsvoorstel staat verdere ontplooiing van mediation in de weg.

Het echtscheidingsrecht ontbeert een rechtstheoretische grondslag. Alleen rechtspsychologische analyse van het echtscheidingsrecht kan leiden tot een baanbrekende oplossing. Daaruit blijkt dat gebroken moet worden met de tirannie van het Belang van het Kind, omdat procedures daarover gemakkelijk ontaarden in een onbeheersbare twist over wie daar het meest geschikt voor is. Veel beter zou het zijn om een ander uitgangspunt centraal te stellen: vrede tussen de scheidende ouders, want dàn pas is er echt ruimte voor behartiging van de belangen van hun kind. Aldus komt het belang van het kind op een hoger niveau centraal te staan. Hieronder de gedachtegang in 12 stappen, verdeeld over 3 hoofdstukken. Uitgangspunt is de als “normaal” te kwalificeren verhouding in het gezin.

A. Natuur en Cultuur.

1. Legitieme zaak

Kinderen worden verzorgd en opgevoed door hun eigen ouders. Vader en moeder zijn de onvervangbare behartigers-van-nature van de belangen van hun kinderen. Ouders die opkomen voor hun kind tegen disproportionele inbreuken op hun ouderschap verdienen ons respect. Zij hebben een legitieme zaak.

2. Genetisch gewortelde drijfveren

Ouderlijke zorg voor het kind in autonomie en gelijkwaardigheid berust op een genetisch gewortelde drijfveer, formeel erkend als mensenrecht. Vanuit het perspectief van het kind geldt omgekeerd hetzelfde: genetisch geworteld, met formele erkenning in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind.

3. Rechtszekerheid, gelijkwaardigheid, autonomie

De beleving van rechtszekerheid en respect maakt dat ouders zich zonder berekening dienstbaar kunnen maken aan het belang van hun kinderen. Kinderen beleven hun ouders als gelijkwaardig. Ouders voeren pedagogisch beleid in gelijkwaardigheid en autonomie.

B. De (rechts)psychologie van het fout gaan bij scheiding.

4. Overheidsbemoeienis berustend op maakbaarheidgeloof is bedreigend.

Het belang van het kind wordt als expliciet en maakbaar opgevat. Dat betekent, dat als de ouders “er samen niet uit komen” de overheid de dienst gaat uitmaken, in het belang van het kind. Ouders doen er dan niet toe. Dat weten de ouders van het begin af aan, en dat is zeer bedreigend voor ouders. De ouders krijgen het gevoel bij scheiding te moeten bewijzen een goed opvoeder te zijn, of een betere opvoeder dan de andere ouder. Ouders die samen rechter en recht irrelevant verklaren bewaren de vrede. Maar neemt ook maar één ouder het recht serieus, dan belanden zij samen argeloos in de val van de uitgelokte competitie: “Ik ben een goed ouder” - “Nee ik ben beter”. Door deze zelfprofilering kwetsen de ouders onbedoeld de ander in diens ouderlijk zelfrespect. Rechtszekerheid blijkt opeens een illusie, het gratuite sussen door de rechter ten spijt. Ouders staan voor een prisoner’s dilemma: Samenwerken met de andere ouder of strijden om het behoud van de band met het kind en om ouderlijk zelfrespect? Als ieder der ouders nou maar zeker zou weten dat de andere ouder even rationeel zo handelen als hijzelf, dat hij of zij nooit of te nimmer uit het leven van hun kind verdreven zouden worden, als ze zeker zouden weten dat hun gelijkwaardigheid gerespecteerd zou worden, kortom als het ouderschap even onschendbaar zou zijn als het menselijk lichaam, als de integriteit van het ouderschap gerespecteerd en beschermd zou worden, dan zou strijd onnodig zijn. Zulke rechtszekerheid zou de voor samenwerking noodzakelijke vertrouwensbasis kunnen verschaffen, maar rechtszekerheid ís er niet. Het ontbreken van rechtszekerheid haalt het slechtste in de mens naar boven.

5. “Belang van het kind centraal”

Cruciaal in dit mechanisme is het feit dat het belang van het kind (in de betekenis van maakbaar) centraal heet te staan in het Recht. Impliciet wordt hiermee aan de ouders rechtszekerheid onthouden: alleen het kind telt, aan ouders heeft het Recht geen boodschap. Het Recht denkt anders dan ouders. Hun bedoelingen, eerlijk of oneerlijk, doen er niet toe. Hun geschil wordt niet opgelost. Geen wonder dat vaak een spiraal van machinatie en eigenrichting het gevolg is. (Overigens: Na toevertrouwing is er plotseling selectieve strafrechtelijke, zéér effectieve rechtsbescherming van de als verzorger uitverkoren ouder).

6. Onderzoek zelf vervormt de te onderzoeken werkelijkheid

Ieder onderzoek in een dergelijke instabiele situatie naar het belang van het kind leidt ipso facto tot allesoverheersende polarisatie en vervorming van de oorspronkelijke werkelijkheid.

Dat onderzoek naar wat het beste is in het belang van het kind biedt dan ook geen rationele grondslag voor een beslissing die recht doet aan die oorspronkelijke werkelijkheid.

Rechters en mediators plegen de ouders te vermanen dat zij hun conflict als partners niet moeten uitbreiden tot een conflict als ouders. Maar het zijn nota bene de rechters en mediators zèlf die het conflict die kant op sturen met het centraal stellen van het belang van het kind.

Nieuw te ontwikkelen wetgeving moet uitgaan van de nog niet zo sterk gepolariseerde oorspronkelijke realiteit en mag de heftige strijd tussen de ouders, gevolg van de huidige wetgeving, niet aanzien voor de oorspronkelijke werkelijkheid.

7. Van oogappel tot twistappel

Procedures waarin het belang van het kind als ‘maakbaar’ per geval wordt ‘vastgesteld’ maken het kind van oogappel tot twistappel, als rechtspsychologisch gevolg van de huidige procedure.

C. Nieuw familierecht: rechtspsychologie in plaats van maakbaarheid.

8. Vrede tussen de ouders centraal, door rechtsgelijkheid, rechtszekerheid en autonomie.

Het belang van het kind is het meest gediend met vrede tussen de ouders. Centraal beginsel van de echtscheidingswet moet daarom worden: het voorkómen van (verdere) polarisatie en het waarborgen van voorwaarden voor behoud of herstel van vrede tussen de ouders. Want vrede tussen de ouders, dat borgt pas écht het belang van het kind.

De wet mag geen enkel aanknopingspunt, hoegenaamd, bevatten dat de vrede tussen de ouders kan verstoren of onvrede kan aanwakkeren. Verkapte ontheffing van of ontzetting uit het ouderlijk gezag of beperking daarvan (eufemistisch aangeduid met omgangsregeling, toevertrouwing, hoofdverblijf, éénhoofdig gezag) moeten daartoe uit het echtscheidingsrecht worden gebannen, evenals diepgravende onderzoeken naar het belang van het kind.

9. Verankering in de wet

Het rechtspsychologisch fundament dient verankerd te worden in de wet. De wet mag aan de rechter geen ruimte bieden om tussen ouders, advocaten, mediator een twist te laten ontstaan over wat het meest in het belang van het kind is.

10. Echtscheiding geen maatregel van kinderbescherming

Echtscheiding mag dan ook niet behandeld worden als een verkapte maatregel van kinderbescherming, maar hoort een ordemaatregel te zijn, waarbij het in beginsel slechts mag gaan om agendakwesties en zakelijke opvoedingsgeschillen (zoals schoolkeuze); verder dan dat moet het rechterlijk ‘maatwerk’ niet gaan, zeker niet richting (dis-)kwalificaties van de ene of de andere ouder. Expliciet maakbaarheidsgeloof is fnuikend, verderreikend maatwerk een illusie. Iedere poging tot maatwerk leidt tot twist over de maatvoering. Te ruime discretionaire bevoegdheid van de rechter leidt tot ongestructureerde debatten en zal het kind onvermijdelijk tot twistappel maken. Met een variant op een bekend adagium: Summa diligentia, summa negligentia.

11. Echtscheiding als ordemaatregel

Ten behoeve van die ordemaatregel moet gelijkwaardigheid van de ouders in de wet als norm en als regelend recht worden vastgelegd, met drastische terugdringing van de discretionaire bevoegdheid van de rechter. Dus:

  • Erkenning schept ouderlijk gezag.
  • Geen hoofdverblijf bij één der ouders maar gelijk verdeeld co-ouderschap (behoudens andere onderlinge afspraken), met beurtelingse huisvesting zoals in België en Franrijk.
  • Afwijken van de regel met grote terughoudendheid en alleen op zakelijke gronden.
  • Wie om privé-redenen wil afwijken van het ouderschapsplan (verhuizing naar een ander deel van het land) draagt zelf de consequenties.
  • Wie zegt niet te kunnen samenwerken met de andere ouder kan niet de ander, maar slechts zichzelf laten ontheffen van het ouderschap.
  • Rechtszekerheid vereist dat onttrekking van het kind aan de door de rechter vastgestelde zorg van de andere ouder wordt voorkomen en zonodig bestreden met de bestaande middelen (sterke arm van rechtswege, opsporings- en dwangmiddelen strafvordering) zonder nieuwe rechterlijke toetsing.
  • Rechtsgelijkheid (gelijkwaardigheid) vereist dat de (dreigende) toepassing van die middelen even stringent tegen moeders als tegen vaders is gericht.

12. Kinderbescherming en bijzonder curator horen niet in het hoofdstuk echtscheiding

Echtscheiding mag niet het wettelijk vermoeden van bedreiging van de ontwikkeling van het kind opleveren. Dat idee stamt uit de tijd dat echtscheiding op zichzelf met zedelijk verval werd gelijkgesteld. Dat wettelijk vermoeden is een self-fulfilling prophecy: Inschakeling van de Raad voor de Kinderbescherming of van een bijzonder curator speelt de ouders tegen elkaar uit. Dàt bedreigt het kind in zijn ontwikkeling. Als een ouder echt niet deugt is er de echte maatregel van kinderbescherming. Met (echt-)scheiding heeft dat niets te maken.

donderdag, april 19, 2007

131. Nieuwe familiewetgeving moet juist vrede tussen de ouders brengen en geen conflicten aanwakkeren of zelfs uitlokken zoals nu

Zo loopt scheiding vanzelf uit op ruzie

In de echtscheidingswet draait alles om het 'belang van het kind'. Dat klinkt mooi, maar werkt averechts. Stel liever 'vrede' tussen ouders centraal in de wet.

Peter Prinsen en Robert Oosterhout, respectievelijk oud-advocaat en advocaat, in Trouw (De Verdieping, Opinie) van woensdag 18 april 2007

Naar aanleiding van het plenaire debat in de Tweede Kamer over het hopeloos verouderde Wetsvoorstel 30 145 op het voortgezet ouderschap na scheiding dat nog steeds uitgaat van eenouderschap onder buitensluiting van de kinderen van de andere ouder, toegedekt met de berg papier van de loze ouderschapsplannen uit de papierwinkel van CDA-politica mevrouw Marleen De Pater, schrijven de familierechtadvocaten Peter Prinsen en Robert Oosterhout in een opiniestuk in Trouw van woensdag 18 april 2007 dat de nieuwe familiewetgeving juist vrede moet brengen tussen de ouders en geen conflicten moet aanwakkeren of zelfs uitlokken zoals nu in het liggende wetsvoorstel het geval is.

(Klik op de afgebeelde tekst voor een vergrote en beter leesbare weergave)


woensdag, april 18, 2007

130. Ontvadering - wetgever staat erbij en kijkt ernaar

Wetsvoorstel 30145 - Over de met loze ouderschapsplannen toegedekte ontvadering bij (echt)scheiding door de Haagse politiek

Vorige week schreven Wim Orbons en Joep Zander in de Staatscourant, naar aanleiding van het schimmenspel in de Tweede Kamer over de modaliteiten en vormgeving van een door de politiek als wetgever georganiseerde buitensluiting van scheidingskinderen van hun vaders en grootouders, noch een pleidooi voor de Belgische en de Franse wetgeving waar men wel de nieuwe weg van het gelijkwaardig en gedeeld ouderschap heeft gevonden en is ingeslagen. (Zie voor hun artikel hieronder).

Gisteren heeft de Tweede Kamer het voor vandaag (18 april) afgekondigde plenaire debat over de re- en dupliek op de "Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding (30 145)" weer een week uitgesteld i.v.m. een ter elfder ure binnengekomen brief met een Derde Nota van Wijziging met naar mededeling van de minister van Justitie alleen redactionele wijzigingen op zijn liggende wetsvoorstel.

Van uitstel komt, in dit schimmenspel van de kamer over een wetsvoorstel dat uitsluitend gaat over de modaliteiten en de vormgeving van georganiseerde buitensluiting van scheidingskinderen van hun vaders en grootouders, helaas echter nog steeds geen afstel.

Kamer behandelt kinderen bij scheiding als te verdelen item uit de inboedel in eigendom toe te wijzen aan moeders
Nog steeds zit de kamer met wetsvoorstel 30 145 - nog afkomstig van oud-minister van Justitie Donner - op het hopeloze spoor van verdere ontoudering van scheidingskinderen door het toekennen van eenouderschap over de kinderen na scheiding aan alleen moeders. Alsof kinderen een CD-rek zijn, veegt de Tweede Kamer ze daarbij bij de bij de (echt)scheiding te verdelen inboedel en wijst ze toe aan hun moeders. Daarbij worden de kinderen door de familierechtbanken en kinderbescherming die deze wetgeving uitvoeren massaal van hun vaders en de familie van vaderskant beroofd en buitengesloten.

Papierwinkel van loze ouderschapsplannen van De Pater (CDA)
Aan deze kinder- en mensenrechten-schendende praktijken van de Nederlandse overheid bij (echt)scheiding zou nu eindelijk eens een einde gemaakt moeten worden. Met uitzondering van de kamerfracties van de Socialistische Partij en D66 en individuele politici uit GroenLinks die wel kiezen voor gedeeld en gelijkwaardig ouderschap nascheiding, doet de Tweede Kamer dat echter tot nu toe geenszins.

In tegendeel: Tweede Kamerpolitici willen de bestaande buitensluitingspraktijken middels toewijzing van de kinderen aan alleen moeders in het familierecht en bij de kinderbescherming van scheidingskinderen van hun vaders en families, juist nu weer aan het oog onttrekken en toedekken met de papierwinkel en de bureaucratie van de loze "ouderschapsplannen".

De bureaucratische tijd- en geldverslindende papierwinkel van deze loze 'ouderschapsplannen' is de laatste 'toedekkingsvondst' van CDA-politica mw. Marleen de Pater, vroeger zelf ook werkzaam in de kinderbescherming en nu sinds 2003 voorzitter van de Vaste Commissie van Justitie van de Tweede Kamer, die in de ontoudering bij (echt)scheiding nu al jaren vooroploopt en in de Tweede kamer inmiddels namens het CDA vaandeldrager is geworden van de buitensluitingspraktijken van scheidingskinderen van hun vaders en grootouders. We begraven het probleem gewoon onder een berg papier en zetten er een fraaie vlag op, heeft mevrouw de Pater mogelijk gedacht.

Noch deze vlag, noch de ermee gepaard gaande papierwinkel kunnen echter verhelen, dat in Nederland inmiddels 1,1 miljoen scheidingskinderen (32% van alle Nederlandse kinderen) nagenoeg vaderloos opgroeien. Deze scheidingskinderen zijn daarbij letterlijk het kind van de politieke rekening van CDA-politica mevrouw Marleen de Pater en haar medestanders in de Tweede Kamer. Dagelijks verliezen door het wetgevingsbeleid waarvoor het CDA en mevrouw de Pater nu kiezen 160 nieuwe scheidingskinderen hun vaders en hun halve families. De directe gevolgen daarvan zijn een sterke toename van de jeugdcriminaliteit, de wachtlijsten in de jeugdzorg, slechter presteren op school en in de verdere beroepsloopbaan, meer drugs- en drankmisbruik, een verminderde geestelijke weerbaarheid en lichamelijke gezondheid, etc.

Niet omdat het aan de kinderen ligt, maar omdat de kinderen door de kindermishandelende scheidingswetgeving van de Nederlandse overheid massaal in de steek gelaten en in een isolement gebracht worden, waardoor zij in eenzaamheid op moeten groeien. De genoemde negatieve gevolgen daarvan voor scheidingskinderen zijn inmiddels uitgebreid door onderzoek gedocumenteerd en aan alle Haagse politici in de Tweede Kamer en de regering voorgelegd en bekend.

Maar de Haagse politiek doet al jaren of zijn neus bloed en lijkt in meerderheid nog steeds liever de andere kant op te kijken ..... Scheidingskinderen zijn immers electoraal niet interessant, ze stemmen niet.

Peter Tromp
Vader Kennis Centrum

----------------------------------------------------

Ontvadering: wetgever staat erbij en kijkt ernaar

Staatscourant, 12 april 2007


Echtscheidingswetgeving die recht doet aan zowel vader, moeder als kinderen komt in Nederland maar niet van de grond, ondanks een vijftal Kamerbreed gesteunde moties in 2002. België en Frankrijk doen het beter met regelingen die veel onnodig en groot leed en veel kosten voor de samenleving kunnen voorkomen, vinden Wim Orbons en Joep Zander.


Het is in het belang van kinderen om ook na echtscheiding twee gelijkwaardige ouders te hebben. En dat kan. In België is sinds een halfjaar de wet-Onkelinx van kracht. Die zegt dat de rechter bij scheiding voorrang moet geven aan verblijfsco-ouderschap, tenzij beide ouders samen anders overeenkomen. Een kind verblijft met andere woorden in pricipe afwisselend evenveel bij de moeder als bij de vader.

Een vergelijkbaar voorstel is in Nederland gedaan door het voormalig Tweede-Kamerlid Luchtenveld (VVD). Zijn voorstel werd in de Eerste Kamer vorig jaar verworpen na een lobby van juridische beroepsbeoefenaren. Binnenkort wordt een voorstel van de voormalige minister van Justitie Donner (CDA) behandeld. Dat valt weer terug op een onderscheiding tussen eerste- en tweederangsouderschap. Het kind verblijft bij moeder en vader krijgt in het beste geval een omgangsregeling.

Sinds de jaren zeventig is er sprake van een echtscheiding indien één ouder zegt dat het huwelijk duurzaam ontwricht is zonder motivatie. Sindsdien is het aantal echtscheidingen en verbrekingen van samenwoonrelaties enorm gestegen. In Nederland vinden nu per jaar bijna 110.000 scheidingen plaats, waarbij bijna 60.000 kinderen zijn betrokken (CBS, 2005). Per etmaal 165 kinderen.

Kinderen mogen in principe niet van hun ouders worden gescheiden. Dit beginsel is vastgelegd in het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Maar bijna de helft van de scheidingskinderen heeft géén of nauwelijks contact meer met een van beide ouders, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De andere helft heeft een werkende omgangsregeling, maar zo'n regeling heeft natuurlijk weinig met opvoeden te maken.

Scheidingskinderen, met name als ze van een van de ouders worden gescheiden, leven korter, doen het slechter op school, hebben vaker emotionele of psychische klachten, lopen meer kans op gezondheidsproblemen en seksueel misbruik, raken vaker aan drank en drugs en belanden eerder in de criminaliteit. Scheiding en daardoor de massale ontvadering, is een grote oorzaak van armoede, (jeugd)criminaliteit, aanmeldingen bij de Bureaus Jeugdzorg en verborgen leed. Scheidingskinderen hebben zelf een twee tot drie keer grotere dan normale kans op scheiding (CBS, 2005). Twee keer zo groot indien het kind opgroeit bij één gescheiden ouder en drie keer indien het opgroeit bij twee gescheiden ouders (twee ouders die ieder uit een scheiding met elkaar een nieuwe relatie hebben gevormd). Een neerwaartse spiraal die zich, via socialisatie van relatie-modellen, zal doorzetten bij ongewijzigd kabinetsbeleid.

De betrokkenheid van vaders, gescheiden of niet, bij de opvoeding van kinderen moet worden vergroot. De totale afwezigheid van vaders bij zo'n twintig procent van alle kinderen leidt volgens een evaluatierapport van 112 wetenschappelijke studies tot grote sociologische, psychologische en medische schade aan kinderen. De kans op mishandeling van kinderen wordt verdrievoudigd door de afwezigheid van vaders.

Uit een reeks van onderzoeken blijkt dat de samenhang tussen de ontwikkeling van kinderen en actieve betrokkenheid (qua gedrag en opvattingen) van de vader ten minste gelijk is en volgens sommige studies zelfs enigermate groter is dan de samenhang met gedrag en opvattingen van moeder.

In Frankrijk staat gelijkwaardig ouderschap na scheiding al sinds 2002 in de wet, zij het niet bij voorrang, zoals in België. Deze 'Résidence alternée' is sindsdien in tien procent van de gevallen door de rechter uitgesproken.

Opvallend is dat de tegenstanders van gelijkwaardig ouderschap zich telkens slechts baseren op enkele case-beschrijvingen, terwijl er ook goede en verantwoorde onderzoeken zijn die zich baseren op systematisch verzameld materiaal. Amerikaans metaonderzoek wijst uit dat ouders onder condities van gedeeld ouderschap minder vaak ruzie hebben en psychische storingen bij de kinderen niet vaker voorkomen. Nederland moet zijn achterstand in dezen inhalen.


Wim Orbons en Joep Zander


Wim Orbons is gezondheidseconoom en contactpersoon van de expertgroep van het manifest 'Integriteit van het ouderschap'. Joep Zander is pedagoog en auteur van het boek Gemist vaderschap.