zondag, november 25, 2007

169. Boekrecensie - Weg van Lila - Patrick van Rhijn


De losbandige vrijgezel wordt tegen wil en dank een volwassen man met verantwoordelijkheid.

Samenhangende artikelen:

1. Uitspraak van de dames rechters van het Gerechtshof Amsterdam - Vaders hebben geen rechten - De uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam waarin Lila gescheiden wordt van haar zorgende vader en de discussie daarover in de rubriek Vrouw van de Telegraaf (Jurisprudentie Ouderschap na scheiding nr 160)

2. Autobiografische roman "Weg van Lila" (2007) – Boekrecensie van de eerste autobiografische roman van Patrick van Rhijn (Jurisprudentie Ouderschap na scheiding nr. 169)

3. Autobiografische zomerroman Vaderstad (2009) – Tweede autobiografische roman (met CD) van Patrick van Rhijn (Jurisprudentie Ouderschap na scheiding nr. 271)

Eindelijk een Nederlands boek over de misstanden van het familierecht, dacht ik toen ik het boek in handen had. Er waren al een paar boeken over dit onderwerp in Groot Brittannië verschenen, maar zoals te verwachten, gingen die natuurlijk over het Britse systeem dat toch enigszins afwijkt van de Nederlandse rechtspraak.

Het boek is overzichtelijk in 4 delen opgedeeld.
  • Deel 1 speelt zich af in Londen waar de hoofdpersoon een losbandig vrijgezellenleven leidt.
  • Deel 2 het korte familieleven in Nederland.
  • Deel 3 het leven van een alleenstaande papa die voor zijn dochtertje van 0 tot 3 jaar zorgt.
  • Deel 4 het rouwproces van papa die zijn dochtertje moet missen nu zij bij mama woont.
Misschien ligt het aan mijn leeftijd dat het eerste deel mij niet zo kan bekoren. Ik persoonlijk vind het niet zo interessant om alle details van iemands heftige seksleven te lezen, maar misschien dat leeftijdsgenoten dit herkennen of zo willen zijn, hierdoor juist gepakt worden en het boek gaan lezen.

Toch speelt het eerste deel van dit boek bij nader inzien een belangrijke rol in het verkrijgen van inzicht in de ontwikkeling van de hoofdpersoon. Het is het startpunt vanwaar de hoofdpersoon groeit van een losbandige vrijgezel in een zorgzame, verantwoordelijke papa.

De persoonlijke groei van de hoofdpersoon in dit verhaal is mooi en erg realistisch beschreven. Wat sterk naar voren komt door het hele verhaal heen, zijn de emoties van alle partijen die zo karakteristiek zijn voor dit soort familiekwesties.

Aan mensen die geen ervaring hebben met de familierechtbanken, kan ik zeggen dat de wispelturigheid en dreigementen van de moeder, de laksheid van advocaten, het eindeloze wachten, de knoeierij van de Raad voor de Kinderbescherming en het gedoe bij de rechtbanken ook erg realistisch zijn.

Zeer 'verrassend' is de uitspraak in Hoger Beroep van drie rechters van het Gerechtshof Amsterdam die niet zoals gebruikelijk voor continuïteit kiezen, maar 'regelgeving in het buitenland' verkiezen boven de gang van zaken in eigen land. Deze uitspraak van de Amsterdamse rechters leidde in de rubriek Vrouw van de Telegraaf van 7 oktober 2007 zelfs tot een discussie van de dag onder de titel: "Vaders hebben geen rechten".

Al met al is het een boek dat de moeite van het lezen waard is. Vooral voor jonge mensen die aan het begin van het traject staan, is het een ‘eyeopener’.

Hopelijk zullen er meer vaders in Nederland de moeite nemen om hun verhaal en ervaringen met de familierechtbanken op te tekenen.

Marijke de Both
Purple Heart van Fathers 4 Justice



Weg van Lila staat in de Bestseller Top 25 Literatuur (best verkochte boeken) op Bol.com



Boekpresentatie Patrick van Rhijn

Boek "Weg van Lila" wordt door zangeres Do gepresenteerd aan schrijver Patrick van Rhijn, 18 oktober 2007 19:30, te Hilversum




Patrick van Rhijn presenteert zijn nieuwe boek "Weg van Lila" samen met zangeres (Do)minique van Hulst op 18 oktober 2007 in Hilversum

Patrick van Rhijn met Peter Tromp van Vaderkenniscentrum tijdens de presentatie in Hilversum

Nederlandse Do(minique van Hulst) zingt haar wereldhit 'We're in heaven'





Weg van Lila

Op 7 juli 2006 verloor Patrick van Rhijn, na drie jaar alleen voor zijn dochtertje te hebben gezorgd, de laatste rechtszaak om haar hoofdverblijfplaats. Zijn nu 4-jarige dochtertje woont sindsdien bij haar moeder in Zweden.

Zijn romandebuut Weg van Lila is het aangrijpende, maar vaak ook hilarische verslag van deze turbulente jaren. Djon Maas lijkt de tijd van zijn leven te hebben als regisseur bij MTV in Londen. Niet alleen werkt hij met wereldsterren als Robbie Williams, Janet Jackson en Christina Aguilera, maar hij weet ook de ene na de andere babe te scoren. Aan zijn leven van wilde feesten, drank, one-, two- en threenightstands komt een einde als hij Mikki leert kennen en hij eindelijk de confrontatie aangaat met zichzelf en zijn verleden.

Om privéredenen, die worden beschreven in het boek Weg van Lila, besluit Van Rhijn eind 2001 om samen met zijn Zweedse vriendin terug te keren naar Nederland. Hij trouwt met haar en niet lang daarna – in juni 2002 - krijgen zij een prachtige dochter (Lila in het boek). Het vaderschap maakt van Djon een ander mens.

Maar het huwelijk houdt geen stand en een jaar later gaan hij en zijn Zweedse partner Mikki uit elkaar en besluit Mikki terug te keren naar haar vaderland Zweden. Eerst laat ze Lila vrijwillig bij hem achter maar al snel eist ze dat het dan 1-jarige meisje bij haar in Zweden komt wonen. Djon weigert en de twee komen in de rechtszaal lijnrecht tegenover elkaar te staan in een rechtszaak over bij wie het dan 1-jarige meisje zal opgroeien.

Van Rhijn krijgt haar in eerste instantie toegewezen. Drie jaar lang voedt Djon zijn dochtertje met ziel en zaligheid op. Dan wijst de rechter – tot Djons verbijstering – Lila alsnog aan de moeder toe. Na drie jaar volledige zorg krijgt hij op 7 juli 2006 te horen dat hij het meisje alsnog naar Zweden moet laten gaan. Hoe gaat Djon om met dit verschrikkelijke verlies? Valt hij terug in zelfdestructie of lukt het hem groter te worden dan zijn verdriet?

Als teken van liefde en respect naar alle betrokkenen maar ook als voorzet tot nadenken en als kritische noot naar de wet en de positie van vaders in voogdijzaken besluit Van Rhijn om de dagboeken die hij voor zijn dochtertje bijhield in de drie jaar dat hij haar bij zich had, te gebruiken als basis voor het schrijven van zijn debuutroman



Patrick van Rhijn in Goedemorgen Nederland

Interview Goedemorgen Nederland
KRO - Goedemorgen Nederland Deel 1 - maandag 15 oktober 2007

Schrijver Patrick van Rhijn over ‘Weg van Lila’, een autobiografische roman over de strijd voor zijn dochtertje. Op maandag 15 oktober was vader Patrick van Rhijn (MTV regisseur) te gast in het programma Goedemorgen Nederland. Klik hier om de uitzending te bekijken. Het interview met Patrick van Rhijn begint zo rond de 5 minuten.

Goedemorgen presentator Sven Kockelmann na afloop: 'Ik vond Weg van Lila echt een heel aangrijpend boek!'




Boektrailer - Weg van Lila – Het vaderschap maakt van Djon een ander mens ….

Weg van Lila is het autobiografische verhaal over Djon, een jonge MTV regisseur die drie jaar alleen voor zijn dochtertje, van nu vier jaar, zorgt en die dan de rechtzaak verliest waarna hij het meisje naar haar moeder in Zweden moet laten vertrekken. Het is het hilarische, maar genadeloos eerlijke verhaal over hoe zowel de vader, de moeder als het kind die conflict- en scheidingssituatie ervaren en hoe ze omgaan met hun angsten, onzekerheden, woede en verdriet.

woensdag, november 21, 2007

168. SP wint vadertrofee 2007

De SP heeft de vadertrofee 2007 gewonnen. De prijs werd op dinsdagmiddag 20 november uitgereikt in het kader van de internationale dag van de rechten voor het kind en is een initiatief van het Vaderkenniscentrum en Fathers4Justice.

Krista van Velzen, Harry van Bommel en Sharon Gesthuizen (namens Jan de Wit) luisteren met de door juryvoorzitter Louis Tavecchio uitgereikte vadertrofee 2007 in de hand naar de toelichting van Joep Zander op zijn schilderij

Juryvoorzitter en hoogleraar Pedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam Louis Tavecchio reikte de prijs, een schilderij van Joep Zander, uit aan de Kamerleden Jan de Wit, Krista van Velzen en Harry van Bommel in verband met hun activiteiten ter bevordering van gelijkwaardig ouderschap, ook na echtscheiding, een thema dat door de SP ook in haar verkiezingsprogramma werd opgenomen. In het bijzonder roemde de jury de inzet van Jan de Wit die bij de behandeling van het wetsvoorstel voortgezet ouderschap na scheiding een wijzigingsvoorstel indiende dat zou leiden tot een betere ouderschapsverdeling.

De prijs, die dit jaar voor het eerst werd uitgereikt, wordt toegekend aan degene(n) die zich het afgelopen jaar het meest verdienstelijk maakte(n) in het bevorderen van meer armslag en ruimte voor het vaderschap bij de opvoeding van kinderen en het terugbrengen van vaderskant van families in het leven van kinderen.

Naast de SP waren dit jaar ook de VVD en GroenLinks genomineerd voor de vadertrofee. De VVD in verband met haar initiatiefwetsvoorstel dat de positie van vaders na een scheiding moest versterken, GroenLinks vanwege de door haar gepubliceerde vaderverklaring.

Zie voor de uitgebreide juryrapporten van de drie genomineerde politieke partijen:
  1. Jury nominatie SP
  2. Jury nominatie VVD
  3. Jury nominatie GroenLinks
De keuze was moeilijk, verklaarde juryvoorzitter Louis Tavecchio tijdens de uitreiking. Wat voor de jury daarbij de doorslag gaf voor de keuze van de SP als de winnaar in 2007 was dat:
  • de SP het gelijkwaardig ouderschap na scheiding in haar verkiezingsprogramma opnam en met het aangenomen SP-amendement 26 op het gelijkwaardig ouderschap van Jan de Wit bij het Wetsvoorstel op de Bevordering van het Voortgezet Ouderschap na Scheiding (Wetsvoorstel 30145 geheten) daadwerkelijk een belangrijk resultaat wist te behalen wat betreft het beter betrokken houden van vaders bij de zorg en opvoeding van hun kinderen na een scheiding.
  • dat de SP als enige van de drie genomineerde partijen zowel politieke initiatieven nam en resultaten behaalde bij het scheppen van ruimte voor betrokken vaderschap voor vaders in het algemeen (aangenomen motie tot gelijkschakeling van het vaderschapsverlof aan het moederschapsverlof in het leger), als voor de groep gescheiden vaders in het bijzonder (aangenomen amendement op het gelijkwaardig ouderschap na scheiding).
  • dat het vaderbeleid van de SP vorm en inhoud krijgt op meerdere beleidsterreinen tegelijk en vanuit meerdere politieke portefeuillehouders.
  • en "last" maar zeker niet "least" dat de SP-kamerleden zich waar mogelijk ook in individuele schrijnende gevallen openstellen voor het stellen van kamervragen namens verontruste ouders en/of grootouders (bijvoorbeeld in het geval van onderhoudsverhaal voor hun kleinkind vanuit Duitsland op de Nederlandse grootouders van vaderskant), dan wel bemiddelden in het buitenland waar het rechteloos gemaakte vaders betrof zoals de Roemeense vader Vasilica Grosu en zijn zoontje Andrei.
De toekenning van de Vadertrofee in 2007 aan de SP is meer dan verdiend, was daarmee het eindoordeel van de jury, die naast juryvoorzitter professor Tavecchio, bestond uit de pedagoog Peter Tromp van het Vaderkenniscentrum, de publicist en kunstenaar Joep Zander en de internationale coördinator van Fathers-4-Justice Andrew Work.

SP: Gefeliciteerd!

Foto's van de uitreiking van de vadertrofee 2007 aan de SP-fractie in de Tweede Kamer op dinsdagmiddag 20 november.

Krista van Velzen en Harry van Bommel (SP)

Peter Tromp van het Vaderkenniscentrum vertelt tijdens de uitreiking waarom het initiatief tot een vadertrofee werd genomen. Vanaf 2008 zal de vadertrofee jaarlijks op vaderdag worden uitgereikt.

V.l.n.r. Harry van Bommel, Sharon Gesthuizen en Jan de Wit van de SP-Tweede Kamerfractie met fractiemedewerker Alexander van Steenderen

Juryvoorzitter Louis Tavecchio met de juryrapporten en de einduitslag: Winnaar van de vadertrofee 2007 is de SP, omdat ....!

Gewonnen ! Krista van Velzen, Harry van Bommel en Sharon Gesthuizen van de SP-fractie pakken de Vaderdagtrofee 2007 - een schilderij van Joep Zander - uit, terwijl de initiatiefnemers Peter Tromp van het Vaderkenniscentrum en Joep Zander toekijken



Joep zander geeft nog een toelichting ....

Peter Tromp feliciteert de winnaars ....

Hoogleraar Louis Tavecchio nog even in gesprek met SP-Tweede Kamerlid Sharon Gesthuizen: Allebei dagelijks bezig met de kinderopvang

Paul Bastianen en Abdi Jama, beiden Stichting Kind en Omgangsrecht

Joep Zander met Bas van 't Hof en Dennis Grippeling (Fathers4Justice)



- Einde -

vrijdag, november 16, 2007

167. Vaderbeweging reikt op 20 november in Tweede Kamer vadertrofee m/v uit aan politieke partij






Aankondiging, Utrecht, 16 november 2007

De Nederlandse vaderbeweging zal op 20 november, de internationale dag van de rechten voor het kind, in het gebouw van de Tweede Kamer te Den Haag de jaarlijkse Vadertrofee m/v uitreiken. Voor deze eerste Vadertrofee zijn drie politieke partijen genomineerd: GroenLinks, SP en VVD. De trofee wordt uitgereikt door juryvoorzitter professor Louis Tavecchio, bijzonder hoogleraar Pedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam.

De jury van de Vadertrofee heeft gekozen voor de nominatie van deze drie politieke partijen omdat zij het vaderschap op de politieke agenda hebben geplaatst. GroenLinks heeft een eigen ‘vaderverklaring’ uitgegeven, de SP nam ‘gelijkwaardig ouderschap’ op in het verkiezingsprogramma en de VVD kwam met een initiatiefwetsvoorstel dat de positie van de vader na een scheiding moest versterken. De trofee voor dit jaar is een schilderij van kunstenaar en publicist Joep Zander.

De Vadertrofee zal vanaf 2008 gewoon op vaderdag worden uitgereikt. Om het in het leven roepen van deze trofee te markeren heeft de vaderbeweging gemeend de internationale dag van de rechten van het kind te moeten aangrijpen aangezien de belangen van het kind bij het toekennen van deze trofee centraal staan. In de jury zitten naast professor Tavecchio vertegenwoordigers van het Vaderkenniscentrum en Fathers4Justice.

De Vadertrofee m/v wordt uitgereikt na bekendmaking van het juryrapport op dinsdagmiddag 20 november in het gebouw van de Tweede Kamer.

Voor meer informatie: Vadertrofee m/v

woensdag, november 14, 2007

165. Papa maakt (het) verschil

Over de relatie tussen gezinsstructuur, betrokkenheid van vaders en gedragseffecten op adolescenten

Vertaling uit het Engels naar het Nederlands door Pieter Tromp, Vaderkenniscentrum

Feiten betreffende het verband tussen de betrokkenheid van gescheiden vaders en het gedrag van adolescente kinderen:

Uit een in de Amerikaanse “Journal of Marriage and Family” gepubliceerde studie uit 2006, waarin de betrokkenheid van gescheiden vaders bij hun adolescente kinderen werd onderzocht, bleek dat „hoe groter de betrokkenheid van de vaders bij hun adolescente kinderen was, hoe minder gedragsproblemen de adolescenten hadden, zowel in termen van agressie, als asociaal gedrag en negatieve gevoelens zoals angst, bezorgdheid, depressie, en een laag zelfrespect.

De betrokkenheid van gescheiden vaders werd gemeten:

  • aan de frequentie en mate waarmee de vaders belangrijke besluiten met hun adolescente kinderen bespraken en naar hun adolescente kinderen luisterden, weet hadden bij wie hun adolescente kinderen verbleven wanneer zij zelf niet bij hen waren, en aan- dan wel afwezig waren bij voor hun adolescente kinderen belangrijke gebeurtenissen of activiteiten,
  • alsook middels rapportages van hun adolescente kinderen over de band met hun vader en of hun vaders voldoende tijd met hen doorbrachten en aan hen besteedden en hoe goed zij zaken onderling met elkaar konden delen en bespreken.„

Steekproeftrekking en onderzoeksbeschrijving

De gegevens zijn afkomstig uit de 1996 en 2000 datacohorten van het Amerikaanse Nationale Longitudinale Onderzoek van de Jeugd uit 1979 (NLSY); de onderzoekssteekproef bestond uit 2.733 adolescenten, in 1996 en 2000 steeds in de leeftijd van 10 tot 14 jaar oud, die met hun moeders leefden en van wie de vaders op het tijdstip van de gesprekken elders verbleven.

Bron: Marcia J. Carlson, „Gezinsstructuur, betrokkenheid van vaders en gedragseffecten op adolescenten”, Journal of Marriage and Family, Volume 68, Nummer 1, Februari 2006, pp 137-154; geciteerd in Family Facts van de Heritage Foundation :: Howard Center: Wereld Congres van het Gezin :: Gezinsfeiten :: De Family Update:: Volume 08 Kwestie 37:: Feit van de Week over het Gezin :: Feitidentificatienummer 8371:: 11 september 2007

Marcia. J. Carlson, Bijzonder hoogleraar voor Maatschappelijk Werk en Sociologie aan de Universiteit van Columbia - School voor Maatschappelijk Werk - CUSSW - New York - USA

B.A., Gordon Universiteit;
Drs., Michigan

zondag, november 11, 2007

163. Rechtsvergelijkend onderzoek inzake afspraken m.b.t. de kinderen bij scheiding van ongehuwde/niet-geregistreerde ouders


Een rechtsvergelijkend onderzoek in opdracht van het Ministerie van Justitie

Prof. mr. M.V. Antokolskaia & Mr. L.M. Coenraad; Vrije Universiteit, Amsterdam, september 2006

SAMENVATTING

Momenteel ligt bij de Tweede Kamer het regeringsvoorstel inzake bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding (Kamerstukken II 2004 - 2005, 30 145). Hierbij wordt onder meer voorgesteld dat het verzoekschrift tot echtscheiding of tot ontbinding van een geregistreerd partnerschap een ouderschapsplan moet bevatten. Voor de naar schatting 18.000 kinderen die betrokken zijn bij een scheiding van ongehuwde/niet-geregistreerde ouders stelt het wetsvoorstel vooralsnog het ouderschapsplan echter niet verplicht.

De doelstelling van dit onderzoek is het inwinnen van informatie uit het buitenland die ondersteuning kan bieden bij de discussie of iets dergelijks als een ouderschapsplan ook mogelijk en nuttig is in geval van uiteen gaan van ouders die noch gehuwd zijn noch in een geregistreerd partnerschap zijn verbonden en van informatie die nuttig kan zijn bij de uitwerking van een dergelijk idee.

Oostenrijk, Portugal, Servië en Slovenië zijn de enige landen in Europa die het maken van afspraken over de kinderen vereisen bij het verbreken van informele relaties. Het maken van deze afspraken is in deze landen een formele voorwaarde voor continuering van gezamenlijk gezag na scheiding.

Naar Oostenrijks recht is de overeenkomst over de hoofdverblijfplaats van het kind de enige afspraak die ouders bij het beëindigen van hun informele relatie omtrent hun minderjarige kinderen moeten maken (art. 167 lid 1 j° art. 177 lid 2 ABGB). Omdat informeel samenlevende ouders hun relatie in Oostenrijk ook op informele wijze kunnen beëindigen, zal de rechter doorgaans geen weet hebben van hun scheiding. Zolang de rechter niet op de hoogte is van het ontbreken van de overeenkomst, loopt het gezamenlijk gezag na scheiding gewoon door, ongeacht of de ouders daadwerkelijk de vereiste overeenkomst hebben gemaakt. De Oostenrijkse wetgever gedoogt deze vorm van automatische voortzetting van gezamenlijk gezag.

De verplichting tot het sluiten van de overeenkomst is in deze gedoogperiode een lex imperfecta. Hiermee wordt bedoeld dat alle rechtshandelingen die door de gescheiden ouders in deze periode van voortgezet ouderschap zijn verricht, hun geldigheid behouden en deze niet met terugwerkende kracht verliezen.

Indien aan de rechter naderhand - bijvoorbeeld bij gerezen problemen tussen de ouders over het voortgezet ouderschap - mocht blijken dat ouders er niet in zijn geslaagd de vereiste overeenkomst over de hoofdverblijfplaats van het kind te maken, zal de rechter aan een van beide ouders het eenhoofdig gezag toekennen. Anders dan in Nederland is de verplichte overeenkomst daarmee een formele voorwaarde voor voortzetting van gezamenlijk gezag na scheiding, hoewel de wetgever, bij gebrek aan controlemogelijkheden, automatische voortzetting van gezamenlijk gezag zonder overeenkomst gedoogt.

Naar Portugees recht moeten ouders in geval van het verbreken van hun informele relatie een overeenkomst maken over de hoofdverblijfplaats van het kind, omgang en kinderalimentatie (art. 1912 jº 1905 van het Portugees BW). Net als in Oostenrijk is deze overeenkomst, formeel gezien, een voorwaarde voor voortgezet gezamenlijk gezag. De scheiding vindt echter op informele wijze plaats en daarom zal de rechter in de praktijk daarvan doorgaans geen weet hebben en kan het gezamenlijk gezag derhalve na scheiding gewoon doorlopen, terwijl de daarvoor formeel vereiste overeenkomst ontbreekt. Ook hier is weer sprake van gedogen.

De vraag rijst of de rechtshandelingen, verricht in de gedoogperiode door de ouder(s) die naderhand níet door de rechter met het gezag is (zijn) belast, rechtsgeldig zijn verricht en deze geldigheid ook behouden, of dat zij deze geldigheid met terugwerkende kracht verliezen.

Het antwoord op deze vraag is helaas niet met zekerheid te geven, nu zelfs de voor dit onderzoek geconsulteerde Portugese informanten, zij het met de nodige voorzichtigheid, lijken te willen suggereren dat de geldigheid van deze rechtshandelingen ‘may be questioned’.

Indien de rechter naderhand ontdekt dat de vereiste overeenkomst ontbreekt, leidt dit er, net als in Oostenrijk, (zo mogelijk na het beproeven van mediation) toe dat de rechter het eenhoofdig gezag toewijst aan een van beide ouders, of, in uitzonderlijke gevallen, aan een derde of aan een heropvoedings- of welzijnsinstituut.

Naar Sloveens recht moeten informeel samenwonende ouders die hun relatie verbreken een overeenkomst maken over het gezag, de opvoeding, kinderalimentatie, omgang, de hoofdverblijfplaats van het kind en de wijze waarop voor het kind bestemde goederen (bijvoorbeeld post) en informatie aan het kind zullen worden overgedragen (art. 105 MFRA). In Slovenië zijn duurzame informele relaties met het huwelijk juridisch gelijk gesteld. Toch geschiedt, net als in Oostenrijk en Portugal, het verbreken van informele relaties op informele wijze. Formeel gezien is de overeenkomst van art. 105 MFRA derhalve vereist voor voortgezet gezamenlijk gezag, maar de facto loopt de gezagstoestand van voor de scheiding gewoon automatisch door. De bevoegde autoriteiten vernemen de verbreking van de informele samenleving dikwijls pas als problemen tussen de ouders ontstaan zijn en ze zich tot de rechter of het center for social work wenden. Hierbij sluit aan dat ook in Slovenië de bepaling van art. 105 MFRA ten aanzien van informeel samenlevenden een lex imperfecta is, in die zin dat het niet voorziet in sancties in geval van schending daarvan.

Hoewel de naleving van de plicht een overeenkomst te sluiten in geval van het verbreken van een informele relatie niet te controleren is, schrijft de MFRA dit toch ook in dit geval voor ter voorkoming van discriminatie tussen kinderen die binnen dan wel buiten huwelijk zijn geboren. De verplichting strekt derhalve ter bevordering van verdere gelijkstelling van huwelijkse en buiten-huwelijkse relaties.

Ook in Servië zijn duurzame informele relaties met het huwelijk juridisch gelijkgesteld. Naar Servisch recht moeten informeel samenwonende ouders die hun relatie verbreken ook een overeenkomst maken over de toekomstige uitoefening van het gezamenlijk gezag. De omvang van een dergelijke overeenkomst is echter veel beperkter dan in Slovenië. Net als in Oostenrijk is het enig verplichte punt waarover overeenstemming moet bestaan de hoofdverblijfplaats van het kind (art. 76 (2) FA).

Hoewel de overeenkomst weliswaar een formeel vereiste voor het voortzetten van het gezamenlijk gezag is, kan de gezamenlijke gezagstoestand van vóór de scheiding na de scheiding de facto derhalve gewoon automatisch doorlopen, zonder de vereiste overeenkomst. De samenwonende partners kunnen hun relatie namelijk beëindigen zonder enige overheidsinstantie daarover te informeren. Net als in de overige drie door ons onderzochte landen, gedoogt ook de Servische wetgever deze vorm van voortgezet gezag zonder de daarvoor vereiste overeenkomst. Ook in Servië is de regeling van art. 75-76 FA een lex imperfecta, omdat de wet niet voorziet in sancties in geval van schending daarvan gedurende de gedoogperiode.

Als de rechter naderhand echter ontdekt dat de ouders geen overeenkomst hebben kunnen bereiken, of de voorgestelde overeenkomst door de rechtbank is verworpen, wordt het gezag door de rechtbank aan een van de ouders toegekend.

Net als in Slovenië is de eis tot het sluiten van een overeenkomst aangaande de kinderen een uitvloeisel van de gelijkstelling van huwelijk en buitenhuwelijkse samenleving.

Conclusie

Verspreid over de vier onderzochte landen, zijn vier belangrijke redenen aan te wijzen voor de invoering van een verplichting tot het sluiten van de overeenkomst over kinderen in het geval van het verbreken van informele relaties:

  1. Voorwaarde voor voortzetting van het gezamenlijk gezag na scheiding (alle vier de landen)
  2. Het streven naar volledig gelijke behandeling van de binnen en buiten huwelijk geboren kinderen (Slovenië en Servië).
  3. Verdere gelijkstelling van het huwelijk en de buiten-huwelijkse relatie als instituten (Slovenië en Servië).
  4. Bevordering van een goede verstandshouding tussen de partners (alle vier de landen).

Met betrekking tot de omvang van de vereiste overeenkomst vallen de vier onderzochte landen in twee groepen uiteen. In Portugal en Slovenië is een tamelijk omvangrijke overeenkomst vereist, vergelijkbaar met het in Nederland voorgestelde ouderschapsplan. In Oostenrijk en Servië is daarentegen slechts het bereiken van overeenstemming over de gewone verblijfplaats van het kind verplicht.

In geen van de vier landen is de vereiste overeenkomst een voorwaarde voor de scheiding. Wel is de overeenkomst in alle vier onderzochte landen een formele voorwaarde voor voortgezet gezamenlijk gezag. Nu vanwege het informele karakter van de scheiding mogelijkheden tot controle van naleving van deze voorwaarde ontbreken, kan het gezamenlijk gezag in de praktijk gewoon doorlopen, zonder de vereiste overeenkomst. Alle wetgevers gedogen deze situatie. In Oostenrijk en Slovenië is dit gedoogbeleid openlijk erkend. De houding in Portugal is, voor zover wij daarachter konden komen, meer aarzelend, maar komt in de praktijk op hetzelfde neer. In Servië is nog bijna geen ervaring opgedaan met de toepassing van de pas in 2005 in werking getreden regels.

Het ontbreken van wettelijke sancties op het niet-naleven van de verplichting om de bedoelde overeenkomst te maken, maakt de wettelijke regeling bovendien in alle vier de onderzochte landen tot een lex imperfecta.

Tegelijkertijd is tijdens het onderzoek naar voren gekomen, dat de verplichting tot het sluiten van de bedoelde overeenkomst niet een volledig dode letter is. In Oostenrijk was de wetgever zich er wel degelijk van bewust dat de rechter in de praktijk geen weet zal hebben van een informele scheiding en dat de rechter daardoor geen controle kan uitoefenen op naleving van de plicht tot het overleggen van een overeenkomst. Toch koos de Oostenrijkse wetgever voor invoering van die verplichting, aangezien zij een rol gaat spelen, indien de gescheiden ouders naderhand problemen omtrent de uitoefening van het gezag krijgen en een van beide ouders zich alsnog tot de rechter wendt. En in Slovenië blijken ouders soms vrijwillig de vereiste overeenkomst ter goedkeuring aan de rechter voor te leggen, om zo meer rechtszekerheid te krijgen.