Posts tonen met het label 2007. Alle posts tonen
Posts tonen met het label 2007. Alle posts tonen

donderdag, april 24, 2008

189. Tweede Kamerlid mr. Jan de Wit reageert op editorial 'Gelijkwaardig ouderschap' van justitie ambtenaar mv. mr. drs. J. Kok in familierechtblad

Een reactie op het artikel 'Gelijkwaardig ouderschap', van mr. drs. J. Kok [1]
Bron :: Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht; Aflevering 2008-2; 19; Reacties

Door mr. J. de Wit [2]

In het editorial van het oktobernummer van 2007 van dit tijdschrift becommentarieert mevrouw mr. drs. J. Kok het amendement gelijkwaardig ouderschap, dat een nieuwe norm aanbrengt in het wetsvoorstel bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige echtscheiding (Kamerstukken II 2006/07, 30 145). Haar conclusie dat ze er graag van uit gaat 'dat de rechtspraak wel wijzer zal zijn en de norm niet op deze wijze ('het kind wordt speelbal van strijdende ouders') zal gaan uitleggen' vraagt om een reactie van de indiener van dit amendement.

Ten eerste verdient de stelling van mevrouw Kok dat het amendement een krappe meerderheid behaalde een relativering. De VVD heeft tijdens de regeling van werkzaamheden op 20 juni 2007 (acht dagen na de stemmingen over dit wetsvoorstel en de amendementen) laten weten geacht te willen worden voor mijn amendement gestemd te hebben. Dit is niet erg opmerkelijk, gezien het feit dat de formulering van het gelijkwaardig ouderschap niet nieuw is maar eerder is gebruikt in het initiatiefwetsvoorstel van de heer Luchtenveld (inderdaad, lid van de VVD). Zo bezien hebben alleen de PvdA en de ChristenUnie tegen het amendement gestemd, en dat is toch een aanzienlijke minderheid aan tegenstemmers.

Interessanter zijn natuurlijk de inhoudelijke overwegingen die mij er toe gebracht hebben dit amendement in te dienen. Uitgangspunt bij iedere echtscheiding (of het beëindigen van een samenleving) waarbij een kind betrokken is moet steeds zijn dat het kind recht behoudt op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders. Het is principieel een juiste keuze dat gelijkwaardig ouderschap de norm wordt, waarvan zonodig kan worden afgeweken. De ene ouder heeft niet meer rechten dan de andere ouder, beide ouders zijn en blijven gelijkwaardig, ook na echtscheiding of het eindigen van de samenleving. Deze norm in de wet geeft ouders een uitgangspositie om gezamenlijk tot een bij hun situatie passende oplossing te komen. Indien er geschillen ontstaan moet ook de rechter bij de beslechting daarvan het uitgangspunt hanteren dat beide ouders gelijkwaardig zijn, en het kind recht heeft op opvoeding en verzorging door beide ouders. Wanneer de rechter in het belang van het kind tot een beslissing komt, die op het eerste oog geen recht doet aan dit uitgangspunt, zal de rechter dit bijzonder goed moeten motiveren. De huidige praktijk is dat het kind soms al snel aan een van beide ouders (vaak de moeder) wordt toegewezen. Dit doet geen recht aan de gelijkwaardigheid van beide ouders en is (in tegenstelling tot wat wel gesuggereerd wordt) nou juist niet in het belang van het kind. Het is in het belang van het kind dat het contact heeft en verzorgd wordt door beide ouders. Ik ben dan ook blij met de ruime steun in de Tweede Kamer en hoop op instemming van de Eerste Kamer.

Over de uitspraak van de Rechtbank Haarlem, waarin is bepaald dat de kinderen in de woning blijven en dat afwisselend de vader en de moeder bij de kinderen in de woning verblijven, heb ik uitdrukkelijk gezegd dat dit een voorbeeld is dat inhoud geeft aan gelijkwaardig ouderschap. Dit kan immers een uitstekende oplossing zijn, en dat kan ook gelden voor andere vormen van co-ouderschap. In eerste instantie proberen de ouders samen tot een oplossing te komen en wanneer dat niet lukt beslist de rechter. Dat dit niet in alle gevallen zal leiden tot een 50-50% verdeling is evident, maar waarom de norm van gelijkwaardig ouderschap naar de mening van mevrouw Kok de kans vergroot dat het kind tot speelbal wordt gemaakt van strijdende ouders is mij niet duidelijk. Integendeel, juist in de huidige praktijk waarbij de beide ouders aan het kind trekken met alle stuitende taferelen van dien is het kind te vaak speelbal van zijn ouders. De norm na echtscheiding wordt nu gelijkwaardigheid. Dat schept duidelijkheid en kan een heleboel ellende voorkomen.

Verder stelt mevrouw Kok dat ouders 'uiteraard' gelijkwaardig zijn en dat dit nu reeds juridisch tot uitdrukking komt in het uitoefenen van het gezamenlijk gezag. Hiermee wordt gesuggereerd dat het amendement overbodig zou zijn, maar dat is niet zo. Mevrouw Kok ziet over het hoofd dat de situatie na echtscheiding of het eindigen van de samenleving een fundamenteel andere is dan in de periode tijdens huwelijk of samenleven. Twee partijen gaan uit elkaar en moeten met het oog op die nieuwe situatie nieuwe afspraken maken. Het is dan goed dat beide partijen weten dat dat moet gebeuren op basis van gelijkwaardigheid. Het uitdrukkelijk vastleggen van de norm gelijkwaardig ouderschap moet aan deze gelijkwaardigheid bij gaan dragen. De rechter moet daaraan de gemaakte afspraken toetsen en als hij zelf een oplossing moet zoeken (omdat beide partijen er niet uitkomen) is dat ook voor de rechter richtsnoer.

Ik hoop en verwacht dat de rechtspraktijk wijs zal zijn, tot zover net als mevrouw Kok. Het uitoefenen van de rechtspraktijk kan echter in volledige wijsheid, juist met de rechtsnorm gelijkwaardig ouderschap.

________________________________________
Voetnoten:
[1] Editorial Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht; oktober 2007, 98.
[2] Mr. J. de Wit is Tweede Kamerlid voor de SP en indiener van het amendement gelijkwaardig ouderschap.
________________________________________

Zie voor meer informatie ook:
  1. Justitieambtenaar Jeanette Kok ontraadt in een editorial in het oktober-2007-nummer van het Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht aan rechters de uitvoering van de rechtsnorm "gelijkwaardig ouderschap" in de rechtspraktijk
  2. Breaking news 12 juni 2007 - Tweede Kamer kiest voor gelijkwaardig ouderschap na scheiding
  3. Eindversie van het in de Tweede Kamer aangenomen Wetsvoorstel 30145 zoals dat naar de Eerste Kamer is gestuurd
  4. Ook VVD stemde op 12 juni 2007 vóór gelijkwaardig ouderschap

zondag, december 09, 2007

171. Justitieambtenaar Jeanette Kok ontraadt in familierechttijdschrift rechters uitvoering van "gelijkwaardig ouderschap" in de rechtspraktijk

Mv. mr. drs. Jeanette Kok, ambtenaar aan het Ministerie van Justitie, Directie Wetgeving, verklaart in het editorial van het oktober-2007-nummer van het Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, spreekbuis voor de rechtspraktijk in het familierecht, over het in uitvoering nemen van de rechtsnorm van het "gelijkwaardig ouderschap" na scheiding, zoals die werd opgenomen in het op 12 juni 2007 in de Tweede Kamer aangenomen Wetsvoorstel 30145 op de "Bevordering van het voortgezet ouderschap na scheiding" het volgende:

"Ik ga er graag vanuit dat de rechtspraak wel wijzer zal zijn en de norm niet op deze wijze zal gaan uitleggen!"

Lees hieronder dit editorial waarin welbeschouwd de rechtspraktijk opgeroepen wordt om nieuwe wetgeving te negeren.


Gelijkwaardig ouderschap
Editorial uit het Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, Jaargang 2007, nummer 10, oktober 2007

Door mv. mr. drs. Jeanette Kok - Raadadviseur, Directie wetgeving, sector privaatrecht, Ministerie van Justitie

Op 12 juni 2007 is het wetsvoorstel bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding (30145) dat onder meer het ouderschapsplan introduceert en de flitsscheiding afschaft, door de Tweede Kamer aanvaard. Het is de Ministers van Justitie en voor Jeugd en Gezin gelukt om het wetsvoorstel door de Tweede Kamer te loodsen ondanks de kritiek dat een procedure voor een administratieve echtscheiding ter vervanging van de flitsscheiding in het wetsvoorstel ontbreekt. Bij amendement De Wit (nr. 26) is het zogenoemde gelijkwaardig ouderschap na scheiding in de wet vastgelegd. Het is de vraag welke betekenis deze nieuwe norm gaat krijgen.

De Wit heeft in navolging van Luchtenveld (29 676) een amendement ingediend om het gelijkwaardig ouderschap in de wet op te nemen. De norm komt er kort gezegd op neer dat een kind over wie de ouders gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen, zijn recht op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders behoudt na ontbinding of beëindiging van het huwelijk, geregistreerd partnerschap of de samenleving. Het amendement behaalt een krappe meerderheid, de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdDieren, de SGP, het CDA en de PW stemmen voor het amendement, de overige fracties tegen.

* Commentaar Vaderkenniscentrum:
I.t.t. wat mv. Kok stelt behaalde Amendement 26 bij Wetsvoorstel 30145 in de Tweede Kamer geen krappe, maar juist een zeer ruime en zelfs grondwettelijke, meerderheid van 111 vóórstemmen, dus 74% van de stemmen. (Zie voor nadere toelichting daarop verder hieronder)

Op het eerste gezicht klinkt het amendement sympathiek. Ik ben het met de heer De Wit eens dat een gelijkwaardige uitoefening van het ouderschap de norm zou moeten zijn. Gelijkwaardig ouderschap zou dan wel moeten worden opgevat als: de ene ouder is niet meer gerechtigd dan de andere ouder tot uitoefening van het gezag en daaraan verandert de scheiding als zodanig niets. En in dit laatste punt zit het probleem. In het nieuwe vijfde lid van art. 247 is namelijk bepaald dat ouders bij het maken van afspraken over de kinderen rekening kunnen houden met praktische belemmeringen die ontstaan in verband met de beëindiging van de relatie, echter uitsluitend voor zover en zolang de desbetreffende belemmeringen bestaan.

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel heeft de Minister van Justitie geprobeerd enige duidelijkheid te krijgen over de betekenis van het opnemen van de norm in de wet. De opname van de norm in de wet mag immers niet louter een symbolische functie hebben. In antwoord hierop refereert De Wit aan de uitspraak van de Rechtbank Haarlem (LJN AZ5284) waarin is bepaald dat de man en de vrouw gerechtigd zijn telkens afwisselend één week omgang te hebben met hun twee kinderen in die zin dat de ouders in het kader van de omgangsregeling afwisselend een week bij de kinderen in de echtelijke woning zullen verblijven. De ouders dienen dus iedere week hun spullen te pakken in plaats van de kinderen. Ik hoop dat deze uitspraak, zoals de rechter stelt, in het belang van het kind is en de uitspraak niet leidt tot nieuwe conflicten tussen de ouders. Voortdurende ruzies zijn immers voor kinderen het ergst en het meest schadelijk op de korte en lange termijn.

Het voorbeeld van De Wit doet vermoeden dat hij bedoelt dat gelijkwaardig ouderschap in conflictsituaties co-ouderschap betekent, tenzij er praktische belemmeringen zijn. Dit is ook de uitleg die Van Bommel en Zander hieraan geven. Zij stellen onder meer dat gelijke rechten voor ouders de enig denkbare basis is om beide ouders onvoorwaardelijke opvoedingsverantwoordelijkheid te laten dragen. Dit betekent dat zowel de vader als de moeder de plicht en het recht hebben om gelijkwaardig aan de opvoeding deel te nemen. Bij gebrek aan enige overeenstemming tussen de ouders kan dat in hun ogen betekenen dat er ook kwantitatief een 50-50% verdeling van de zorg plaatsvindt (Stcrt. 26 oktober 2005).

Uiteraard zijn ouders gelijkwaardig. Dit komt juridisch reeds tot uitdrukking in het uitoefenen van het gezamenlijk ouderlijk gezag. Indien de nieuwe rechtsnorm echter een meer dwingend karakter zou gaan krijgen, vergroot dit naar mijn mening alleen maar de kans dat het kind in conflictsituaties tot speelbal wordt gemaakt van strijdende ouders.

Ik ga er graag vanuit dat de rechtspraak wel wijzer zal zijn en de norm niet op deze wijze zal gaan uitleggen!


Voor een reactie op dit editorial van de zijde van het Tweede Kamerlid mr. Jan de Wit, indiener van het bij wetsvoorstel 30145 aangenomen amendement op de invoering van de rechtsnorm op het gelijkwaardig ouderschap, zie:

Voor meer informatie zie verder ook:

  1. Breaking news 12 juni 2007 - Tweede Kamer kiest voor gelijkwaardig ouderschap na scheiding
  2. Eindversie van het in de Tweede Kamer aangenomen Wetsvoorstel 30145 zoals dat naar de Eerste Kamer is gestuurd
  3. Ook VVD stemde op 12 juni 2007 vóór gelijkwaardig ouderschap


Commentaar bij het Editorial van Jeanette Kok door het Vaderkenniscentrum:

Mevrouw mr. drs. Jeanette Kok, Raadadviseur aan de Directie Wetgeving van het Ministerie van Justitie, neemt het met de aanduiding “krappe meerderheid” hier niet nauw met de waarheid in haar Editorial.

Alleen PvdA en CU hebben tegen het Amendement 26 op Gelijkwaardig Ouderschap bij Wetsvoorstel 30145 gestemd. De VVD heeft haar aanvankelijke nee-stem later gecorrigeerd in een ja-stem en ook aan de Eerste Kamer per missive laten weten geacht te zijn te hebben vóórgestemd (zie hieronder voor de weergave van het document met deze VVD-stemcorrectie op de website van de Eerste Kamer).

Bij de stemming over het Amendement 26 bij Wetsvoorstel 30145 werden er dus 39 stemmen geacht te hebben tegengestemd en 111 stemmen geacht te hebben vóórgestemd. 74% van de Tweede Kamerleden hebben daarmee uiteindelijk vóór Amendement 26 bij Wetsvoorstel 30145 op het Gelijkwaardig Ouderschap gestemd. Dat kun je met de beste wil van de wereld geen krappe meerderheid noemen zoals Jeanette Kok in haar Editorial doet. Het gaat hier om een zeer ruime, ja zelfs een grondwettelijke, meerderheid.


Stemcorrectie VVD inzake Amendement 26 bij Wetsvoorstel 30 145:

“De VVD heeft in de plenaire vergadering van 20 juni 2007 laten weten geacht te willen worden vóór dit amendement te hebben gestemd.”

Bron: Eerste Kamer; Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding (30.145)
http://www.eerstekamer.nl/9324000/1/j9vvgh5ihkk7kof/vh6xlx3hg5vq

Zie daar onder de kop “Behandeling in TK”:

- 12 juni 2007
- stemmingsoverzicht (herzien)

Afdeling Inhoudelijke Ondersteuning

stemmingen in de Tweede Kamer

Herzien in verband met stemming amendement 26 (21 juni 2007)


aan: de leden en plv. leden van de vaste commissie voor Justitie
datum: 13 juni 2007

betreffende wetsvoorstel 30145:
Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet ouderschap na scheiding en het afschaffen van de mogelijkheid tot het omzetten van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap (Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding)

Artikel I, onderdeel G
(De Wit)

Het is in het belang van het kind dat het contact heeft met beide ouders en ook verzorgd wordt door beide ouders. In het wetsvoorstel worden twee normen ontwikkeld; de ene ouder is verplicht de ontwikkeling van de band van het kind met de andere ouder te bevorderen, de ouder zonder gezag heeft ook de plicht omgang te hebben met zijn kind. Het wetsvoorstel is hierin niet duidelijk genoeg.

Gelijke rechten en plichten voor beide ouders is de basis om beide ouders onvoorwaardelijke opvoedingsverantwoordelijkheid te laten dragen. Beide ouders hebben het recht en de plicht om gelijkwaardig aan de opvoeding deel te nemen. Ouderschap is uitsluitend gebaseerd op de relatie kind-ouder, niet op de relatie tussen ouders onderling. De continuering van de opvoedingsrelatie tussen kind en beide ouders is in het belang van het kind. Gelijkwaardig ouderschap en een opvoedingsplicht dienen ook na een echtscheiding, een geregistreerd partnerschap of een periode van samenleven centraal te blijven staan.

Om expliciet duidelijk te maken dat beide ouders gelijke rechten en plichten hebben wordt gelijkwaardig ouderschap de norm. In de wet wordt opgenomen dat het kind recht heeft op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders. Deze wettelijke basis voor gelijkwaardig ouderschap geeft ouders een uitgangspositie om gezamenlijk tot een bij hun situatie passende oplossing te komen.

Aangenomen. Voor: SP, GroenLinks, D66, PvdD, SGP, CDA en de PVV

De VVD heeft in de plenaire vergadering van 20 juni 2007 laten weten geacht te willen worden vóór dit amendement te hebben gestemd.

woensdag, november 21, 2007

168. SP wint vadertrofee 2007

De SP heeft de vadertrofee 2007 gewonnen. De prijs werd op dinsdagmiddag 20 november uitgereikt in het kader van de internationale dag van de rechten voor het kind en is een initiatief van het Vaderkenniscentrum en Fathers4Justice.

Krista van Velzen, Harry van Bommel en Sharon Gesthuizen (namens Jan de Wit) luisteren met de door juryvoorzitter Louis Tavecchio uitgereikte vadertrofee 2007 in de hand naar de toelichting van Joep Zander op zijn schilderij

Juryvoorzitter en hoogleraar Pedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam Louis Tavecchio reikte de prijs, een schilderij van Joep Zander, uit aan de Kamerleden Jan de Wit, Krista van Velzen en Harry van Bommel in verband met hun activiteiten ter bevordering van gelijkwaardig ouderschap, ook na echtscheiding, een thema dat door de SP ook in haar verkiezingsprogramma werd opgenomen. In het bijzonder roemde de jury de inzet van Jan de Wit die bij de behandeling van het wetsvoorstel voortgezet ouderschap na scheiding een wijzigingsvoorstel indiende dat zou leiden tot een betere ouderschapsverdeling.

De prijs, die dit jaar voor het eerst werd uitgereikt, wordt toegekend aan degene(n) die zich het afgelopen jaar het meest verdienstelijk maakte(n) in het bevorderen van meer armslag en ruimte voor het vaderschap bij de opvoeding van kinderen en het terugbrengen van vaderskant van families in het leven van kinderen.

Naast de SP waren dit jaar ook de VVD en GroenLinks genomineerd voor de vadertrofee. De VVD in verband met haar initiatiefwetsvoorstel dat de positie van vaders na een scheiding moest versterken, GroenLinks vanwege de door haar gepubliceerde vaderverklaring.

Zie voor de uitgebreide juryrapporten van de drie genomineerde politieke partijen:
  1. Jury nominatie SP
  2. Jury nominatie VVD
  3. Jury nominatie GroenLinks
De keuze was moeilijk, verklaarde juryvoorzitter Louis Tavecchio tijdens de uitreiking. Wat voor de jury daarbij de doorslag gaf voor de keuze van de SP als de winnaar in 2007 was dat:
  • de SP het gelijkwaardig ouderschap na scheiding in haar verkiezingsprogramma opnam en met het aangenomen SP-amendement 26 op het gelijkwaardig ouderschap van Jan de Wit bij het Wetsvoorstel op de Bevordering van het Voortgezet Ouderschap na Scheiding (Wetsvoorstel 30145 geheten) daadwerkelijk een belangrijk resultaat wist te behalen wat betreft het beter betrokken houden van vaders bij de zorg en opvoeding van hun kinderen na een scheiding.
  • dat de SP als enige van de drie genomineerde partijen zowel politieke initiatieven nam en resultaten behaalde bij het scheppen van ruimte voor betrokken vaderschap voor vaders in het algemeen (aangenomen motie tot gelijkschakeling van het vaderschapsverlof aan het moederschapsverlof in het leger), als voor de groep gescheiden vaders in het bijzonder (aangenomen amendement op het gelijkwaardig ouderschap na scheiding).
  • dat het vaderbeleid van de SP vorm en inhoud krijgt op meerdere beleidsterreinen tegelijk en vanuit meerdere politieke portefeuillehouders.
  • en "last" maar zeker niet "least" dat de SP-kamerleden zich waar mogelijk ook in individuele schrijnende gevallen openstellen voor het stellen van kamervragen namens verontruste ouders en/of grootouders (bijvoorbeeld in het geval van onderhoudsverhaal voor hun kleinkind vanuit Duitsland op de Nederlandse grootouders van vaderskant), dan wel bemiddelden in het buitenland waar het rechteloos gemaakte vaders betrof zoals de Roemeense vader Vasilica Grosu en zijn zoontje Andrei.
De toekenning van de Vadertrofee in 2007 aan de SP is meer dan verdiend, was daarmee het eindoordeel van de jury, die naast juryvoorzitter professor Tavecchio, bestond uit de pedagoog Peter Tromp van het Vaderkenniscentrum, de publicist en kunstenaar Joep Zander en de internationale coördinator van Fathers-4-Justice Andrew Work.

SP: Gefeliciteerd!

Foto's van de uitreiking van de vadertrofee 2007 aan de SP-fractie in de Tweede Kamer op dinsdagmiddag 20 november.

Krista van Velzen en Harry van Bommel (SP)

Peter Tromp van het Vaderkenniscentrum vertelt tijdens de uitreiking waarom het initiatief tot een vadertrofee werd genomen. Vanaf 2008 zal de vadertrofee jaarlijks op vaderdag worden uitgereikt.

V.l.n.r. Harry van Bommel, Sharon Gesthuizen en Jan de Wit van de SP-Tweede Kamerfractie met fractiemedewerker Alexander van Steenderen

Juryvoorzitter Louis Tavecchio met de juryrapporten en de einduitslag: Winnaar van de vadertrofee 2007 is de SP, omdat ....!

Gewonnen ! Krista van Velzen, Harry van Bommel en Sharon Gesthuizen van de SP-fractie pakken de Vaderdagtrofee 2007 - een schilderij van Joep Zander - uit, terwijl de initiatiefnemers Peter Tromp van het Vaderkenniscentrum en Joep Zander toekijken



Joep zander geeft nog een toelichting ....

Peter Tromp feliciteert de winnaars ....

Hoogleraar Louis Tavecchio nog even in gesprek met SP-Tweede Kamerlid Sharon Gesthuizen: Allebei dagelijks bezig met de kinderopvang

Paul Bastianen en Abdi Jama, beiden Stichting Kind en Omgangsrecht

Joep Zander met Bas van 't Hof en Dennis Grippeling (Fathers4Justice)



- Einde -

vrijdag, april 13, 2007

125. De Vaderverklaring van GroenLinks kiest voor gelijkwaardig ouderschap na scheiding

In de Vaderverklaring van GroenLinks wordt gekozen voor gelijkwaardig ouderschap na scheiding. Bij punt 7 uit de Vaderverklaring wordt dat aldus verwoord:
7. Wij vaders willen onze kinderen niet alleen zien opgroeien, maar daar ook een actieve en gelijkwaardige bijdrage aan leveren. Na een scheiding moeten vaders daarom gelijke rechten krijgen bij het verblijf van of de omgangsregeling met hun kind(eren). Rechters moeten bij een scheiding het belang van vader én moeder gelijk wegen. Kinderen willen door twee ouders worden opgevoed.
De Vaderverklaring van GroenLinks wordt gesteund door de volgende bekende Vaders:
Paul de Leeuw, Robert ten Brink, Ivo de Wijs, Edwin Rutten (Ome Willem), Zeki Arslan, Joost Zwagerman, Howard Komproe, Vincent Duindam en Jochem van Gelder.

En de Vaderverklaring van GroenLinks wordt gesteund door de volgende GroenLinks 'Vaders':
Kees Vendrik en Wijnand Duyvendak
En one of the guys: Femke Halsema

Steun hem zelf ook en zet je handtekening onder de Vaderverklaring op de GroenLinks Website
(* Redactonele update op 1 juni 2010: Helaas is de Vaderverklaring nu niet meer als te ondertekenen actiecampagne op de GroenLinks website terug te vinden, maar u kunt de Vaderverklaring van GroenLinks hieronder wel nog in zijn oorspronkelijke vorm en inhoud teruglezen.)




De Vaderverklaring van GroenLinks

Oproep aan alle vaders van Nederland:


1) Wij vaders zijn niet één dag per jaar op Vaderdag vader, maar genieten het hele jaar door van onze kinderen. Wij zijn geen vaders die alleen zondags het vlees snijden. Of die onze kinderen pas leren kennen als we met pensioen zijn.

2) Wij vaders willen niets missen van de snelle ontwikkeling die onze kinderen doormaken. Wij vinden opvoeding, het verzorgen van kinderen en het gezamenlijke huishouden ook onze verantwoordelijkheid. Hoezo zijn dit ‘typische vrouwentaken’? Wij kunnen ook voorlezen, verschonen, wassen, koken, veters strikken, neuzen snuiten en staartjes in haren maken.

3) Wij vaders roepen alle vaders op om zonen en dochters gelijkwaardig op te voeden. We stimuleren niet alleen onze zonen, maar ook onze dochters om zelfstandig en avontuurlijk in het leven te staan. Zogenaamde ‘softe’ opvoedzaken als leren communiceren en omgaan met anderen is niet alleen een zaak van meisjes en vrouwen, maar ook van vaders en zonen.

4) Wij vaders roepen op tot burgerlijke ongehoorzaamheid aan minister Brinkhorst vanwege zijn vurige pleidooien voor de 40-urige werkweek. Hoe kunnen vaders en moeders zorgen voor hun kinderen als ze minimaal veertig uur per week moeten werken? Wij vaders willen het eenzijdige patroon van de fulltime baan voor de man doorbreken. Het Nederlandse cultuurverschijnsel dat 66% van de vrouwen parttime werkt en ruim 85% van de mannen fulltime (Emancipatiemonitor 2004) moet maar eens op de helling. Een eerlijke verdeling van zorg en arbeid is beter voor onze kinderen én levert een minder gestresst leven op.

5) Wij vaders weigeren de dominante cultuur van overwerken te accepteren. Bijna de helft van de werknemers werkt regelmatig over. Wij maken ons sterk voor een cultuur waarin overwerken niet altijd vanzelfsprekend is en wij ook doordeweeks de opvoeding ter hand kunnen nemen. Wij vaders durven weg te gaan als ons werk gedaan is. We trekken niet de deur pas als laatste achter ons dicht, omdat eerder weggaan not done is.

6) Wij vaders eisen dat er in onze CAO een regeling komt voor kinderopvang. Tachtig procent van de bedrijven heeft geen kinderopvangregeling (Regioplan, april 2005). Werkgevers doen alsof kinderen een vrouwenzaak is. Alsof het een kwestie is die hen niet aangaat. Kinderopvang is een zaak van beide ouders én de werkgever. Wij vaders willen goede kinderopvangregelingen en ruimte om onze verantwoordelijkheid voor zieke kinderen te kunnen nemen. Wij laten daar niet alleen de moeders voor opdraaien. Wij vaders verwachten dat de werkgever begrijpt dat zieke kinderen soms onvermijdelijk zijn en dat zoiets hoort bij de familiale ‘bedrijfsongevallen’.

7) Wij vaders willen onze kinderen niet alleen zien opgroeien, maar daar ook een actieve en gelijkwaardige bijdrage aan leveren. Na een scheiding moeten vaders daarom gelijke rechten krijgen bij het verblijf van of de omgangsregeling met hun kind(eren). Rechters moeten bij een scheiding het belang van vader én moeder gelijk wegen. Kinderen willen door twee ouders worden opgevoed.

Bekende Vaders:
Paul de Leeuw, Robert ten Brink, Ivo de Wijs, Edwin Rutten (Ome Willem), Zeki Arslan, Joost Zwagerman, Howard Komproe, Vincent Duindam en Jochem van Gelder.

GroenLinks Vaders:
Kees Vendrik en Wijnand Duyvendak
En one of the guys: Femke Halsema

Mee eens? Teken de Vaderverklaring van GroenLinks en de Bekende Vaders op de GroenLinks website! Je naam komt dan op de onderstaande lijst van ondertekenaars.
(* Redactonele update op 1 juni 2010: Nogmaals helaas is de Vaderverklaring nu niet meer als te ondertekenen actiecampagne op de GroenLinks website terug te vinden, maar u kunt de Vaderverklaring van GroenLinks hierboven wel nog in zijn oorspronkelijke vorm en inhoud teruglezen.)

Gerelateerde artikelen: