woensdag, september 19, 2012

556. Nederlander (71%) vindt co-ouderschap beste ouderschapsregeling na scheiding (Opinieonderzoek IPSOS Synovate / Vader Kennis Centrum)

Meerderheid Nederlanders (71%) is voorstander van co-ouderschap na scheiding: Vrouwen (76%) nog wat meer dan mannen (67%)

Persbericht Vader Kennis Centrum, 14 september 2012

In verband met de Dag voor de Scheiding 2012 op vrijdag 14 september heeft het Vader Kennis Centrum door opinieonderzoeksbureau IPSOS Synovate bij haar verkiezingsonderzoek ("De Politieke Barometer") onder een representatieve steekproef Nederlanders, ook een aantal onderzoeksvragen laten meelopen naar de voorkeuren en meningen van het Nederlandse publiek over de huidige regeling(en) van het ouderschap na scheiding.

A. De belangrijkste hoofduitkomsten van het opinie-onderzoek van IPSOS Synovate in opdracht van het Vader Kennis Centrum zijn:
  • Ruim een tweederde meerderheid (zeven op de tien) van de Nederlanders vindt dat co-ouderschap de beste oplossing is na een scheiding.
  • Bijna de helft (45%) van de Nederlanders vindt dat co-ouderschap na een scheiding ook al mogelijk moet zijn vanaf de geboorte.
  • Acht op de tien vinden dat scholen en instanties beide ouders na de scheiding op gelijke wijze moeten informeren en betrekken bij de ontwikkeling van hun kind.
  • Iets meer dan de helft (53%) vindt dat de naleving van ouderschaps- en omgangsregelingen na een scheiding beter door de rechtbank en de politie gehandhaafd moeten worden.

B. De uitgesplitste uitkomsten naar (a)geslacht (man/vrouw), (b) regio, (c) leeftijd, (d) opleiding en (e) politieke voorkeur (VVD, PvdA, SP, PVV, D66 en CDA):
In het opinieonderzoek naar de ouderschapsreglingen na een scheiding zijn de resultaten daarnaast eveneens uitgesplitst naar geslacht (man/vrouw), regio, leeftijd, opleiding en politieke voorkeur.
Daaruit komen nog een aantal highlights. Zo blijkt bijv. dat:
  • Nederlandse vrouwen hebben een significant sterkere voorkeur voor co-ouderschap na scheiding dan mannen (Vrouwen: 76%; Mannen: 67%)
  • Vrouwen zijn daarbij significant meer dan mannen van mening dat co-ouderschap na scheiding ook niet aan de leeftijd van de kinderen is gebonden en bij een scheiding ook al vanaf de geboorte van de kinderen kan beginnen. (Vrouwen: 52%; Mannen: 39%)
  • Middelbaar (74%) en hoger (75%) opgeleide Nederlanders vinden co-ouderschap significant vaker de beste oplossing na een scheiding dan lager opgeleiden (64%).
  • De oudere generatie Nederlanders (50 plus: 76%) vindt co-ouderschap significant vaker de beste oplossing na een scheiding dan de generatie 35 t/m 49 jarigen (66%).
  • Nederlanders met een PvdA- (79(%) en D66- (80%) voorkeur bij de landelijke verkiezingen vinden co-ouderschap significant (nog) vaker de beste oplossing na een scheiding dan bijv. de Nederlanders met een CDA-(66%) of PVV- (69%) voorkeur.
  • Nederlanders met een PvdA-voorkeur vinden significant vaker (87%) dan Nederlanders met een SP-voorkeur (79%), dat scholen en instanties beide ouders op gelijke wijze moeten informeren en betrekken bij de ontwikkeling van hun kind na de scheiding.
  • En de oudere generatie Nederlanders (50-plus: 84%) vindt nog significant vaker dan de jongere generatie (t/m 34 jaar: 75%) dat scholen en instanties beide ouders na de scheiding op gelijke wijze zouden moeten informeren en betrekken bij de ontwikkeling van hun kind.

Verantwoording
Het onderzoek is online uitgevoerd door IPSOS Synovate in opdracht van het Vader Kennis Centrum onder een representatieve steekproef van 1.243 Nederlanders van 18 jaar en ouder. De resultaten zijn achteraf gewogen op leeftijd, geslacht, opleiding en regio, zodat de groep ondervraagden een goede afspiegeling vormt van de Nederlandse samenleving.

Toelichting
Eenzelfde onderzoek heeft eerder ook in België plaats gevonden en werd gepubliceerd in de grootste Belgische franstalige krant Le Soir van 25 juni 2012:

Zie voor het originele Le Soir artikel over het Belgische onderzoek:
  • Divorce : la garde alternée a la cote (Le Soir Belge - DORZEE, HUGUES - Page 7 - Lundi 25 juin 2012)
  • Une majorité de Belges préconise la garde alternée (Le Soir Belge - Page 1 - Lundi 25 juin 2012)

Nederlandse vertaling van het Le Soir artikel:
  • Opinieonderzoek - Een meerderheid van 69,5% van de Belgen is voorstander van verblijfsco-ouderschap (Vader Kennis Centrum (VKC), maandag, 25 juni 2012)

En in samenwerking met de partnerorganisaties van het Vader Kennis Centrum binnen het Platform voor Europese Vaders (PEV) zullen deze opinieonderzoeken ook in andere Europese landen nog plaats gaan vinden.

Op aanvraag zijn bij het Vader Kennis Centrum de onderliggende tabellen en resultaten van het in opdracht van Vader Kennis Centrum door IPSOS Synovate uitgevoerde opinie-onderzoek met de hoofdresultaten en de uitsplitsingen naar (a) geslacht (man/vrouw), (b) regio, (c) leeftijd, (d) opleiding en (e) politieke voorkeur (VVD, PVV, PvdA, SP, D66 en CDA) verkrijgbaar.

Meer inlichtingen bij:

Vader Kennis Centrum (VKC)
M. 06.24506249
E. secretariaat@vaderkenniscentrum.nl
Urls: www.vaderkenniscentrum.nl
www.vaderdagtrofee.nl


Wat doet Vader Kennis Centrum
Het Vader Kennis Centrum uit Utrecht bevordert gelijkwaardig ouderschap, betrokken vaderschap en een meer vaderinclusief beleid bij overheden, instanties en werkgevers. Het centrum richt zich daarbij op de ontsluiting van informatie en kennis die eraan bijdraagt om de rol van beide ouders en genders bij de opvoeding van, de zorg voor en het onderwijs aan kinderen op waarde te schatten en met overheidsbeleid te ondersteunen op een wijze die aan inzet en betrokkenheid van beide ouders en genders voor kinderen recht doet.

Dit doet zij onder meer met de volgende activiteiten:
  • Het Vader Kennis Centrum organiseert een jaarlijks Vaderschapssymposium en de jaarlijkse uitreiking van de Vaderdagtrofee (m/v) voor vaderschapsinitiatieven i.s.m. de Universiteit van Amsterdam.
  • De stichting Vader Kennis Centrum heeft verder o.m. een advies- en hulptelefoon voor (gescheiden) ouders en vaders, beheert een aantal voorlichtingswebsites voor ouders en vaders, die dagelijks bekeken worden door gemiddeld 175 unieke lezers en verspreidt de email-nieuwsbrief "Gescheiden Ouders en Kinderen" met ruim 300 abonnees.




555. Verdeling kosten minderjarige bij co-ouderschap naar behoefte van het kind en draagkracht van de beide ouders (Gerechtshof Leeuwarden, LJN: BX6225, 17 juli 2012)

Verdeling kosten minderjarige bij co-ouderschap naar behoefte van het kind en draagkracht van de beide ouders (Gerechtshof Leeuwarden, LJN: BX6225, 17 juli 2012)
LJN: BX6225, Gerechtshof Leeuwarden, 200.101.032/01
Datum uitspraak: 17-07-2012
Datum publicatie: 31-08-2012
Rechtsgebied: Personen-en familierecht
Soort procedure: Hoger beroep
Vindplaats: Rechtspraak.nl

Inhoudsindicatie:
Verdeling kosten minderjarige bij co-ouderschap.

Uitspraak

Beschikking d.d. 17 juli 2012
Zaaknummer 200.101.032

HET GERECHTSHOF LEEUWARDEN

Beschikking in de zaak van
[de moeder],
wonende te [woonplaats],
appellante,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. O.J.C. Toxopeus, kantoorhoudende te Veendam,

tegen

[de vader],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
hierna te noemen: de vader,
advocaat mr. M. Hoekman-Haan, kantoorhoudende te Stadskanaal.

Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst naar de beschikking van 15 november 2011 van de rechtbank Groningen (zaaknummer 124516/FA RK 11-320) zoals bij partijen bekend.

Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift, binnengekomen bij de griffie op 27 januari 2012, heeft de moeder verzocht de beschikking van 15 november 2011 te vernietigen en opnieuw beslissende:
I. te bepalen dat het hoofdverblijf van de minderjarige [het kind] (hierna: [het kind]), geboren op [geboortedatum] in de [gemeente X], bij haar is;
II. haar toestemming te verlenen om [het kind] op een basisschool in [plaats 2] te laten gaan;
III. te bepalen dat [het kind] in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken ieder weekend van vrijdagmiddag tot maandagochtend bij de vader zal verblijven alsmede de helft van de vakanties en feestdagen;
IV. te bepalen dat de vader gehouden zal zijn aan haar te betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [het kind] een bedrag van € 300,- per maand.
Bij verweerschrift, binnengekomen bij de griffie op 20 maart 2012, heeft de vader het verzoek bestreden en verzocht, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de moeder in haar verzoeken niet-ontvankelijk te verklaren, althans haar deze te ontzeggen.

Het hof heeft voorts kennisgenomen van een brief van 31 januari 2012 van de Raad voor de Kinderbescherming (verder te noemen: de raad) waarin wordt meegedeeld dat de raad in deze zaak geen onderzoek heeft verricht, een faxbericht van 9 februari 2012, een brief van 15 februari 2012 en een brief van 23 mei 2012 met bijlagen, van mr. Hoekman-Haan, een brief van 17 februari 2012 met een bijlage en een faxbericht van 23 mei 2012 met bijlagen, beide van mr. Toxopeus.

Ter zitting van 7 juni 2012 is de zaak behandeld. Verschenen zijn de moeder en de vader en hun advocaten.

Mr. Toxopeus heeft mede het woord gevoerd aan de hand van de door haar ter zitting van het hof overgelegde pleitnotitie.

De beoordeling


De vaststaande feiten
1. Uit de - inmiddels verbroken - affectieve relatie tussen de moeder en de vader is de thans nog minderjarige [het kind] geboren. De ouders oefenen gezamenlijk het gezag over haar uit.

2. De ouders hebben hun zorg- en opvoedingstaken ten aanzien van [het kind] tot op heden zo verdeeld dat [het kind] steeds om en om een week bij de vader en bij de moeder verblijft. [het kind] staat ingeschreven op het adres van de vader.

3. Bij het bereiken van de schoolgaande leeftijd door [het kind] is tussen de ouders een geschil ontstaan over de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken.

4. Bij verzoekschrift van 16 februari 2011 heeft de vader verzocht om het hoofdverblijf van [het kind] bij hem te bepalen en te bepalen dat tussen [het kind] en de moeder een zorgregeling zal gelden van één weekend per veertien dagen van vrijdagmiddag tot maandagochtend.

5. Bij verweerschrift, tevens inhoudende een zelfstandig verzoek, van 27 april 2011 heeft de moeder verzocht om het hoofdverblijf van [het kind] bij haar te bepalen en tevens te bepalen dat als zorgregeling tussen [het kind] en de vader zal gelden één weekend per veertien dagen van vrijdagmiddag tot maandagochtend, subsidiair dat ieder van de ouders [het kind] om en om een week bij zich heeft van zondagmiddag tot zondagmiddag.

6. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling door de rechtbank heeft de vader zijn verzoek gewijzigd in die zin dat hij heeft verzocht om te bepalen dat [het kind] haar hoofdverblijf bij hem krijgt, dat [het kind] zal worden ingeschreven op een basisschool in [plaats 1] en dat een zorgregeling zal gelden waarbij [het kind] de ene week bij hem en de andere week bij de moeder verblijft.

7. Bij de bestreden beschikking is bepaald dat [het kind] haar hoofdverblijf bij de vader heeft, dat zij de ene week bij de vader en de andere week bij de moeder verblijft en is aan de vader vervangende toestemming verleend om [het kind] in te schrijven op een basisschool in [plaats 1]. De moeder is hiertegen in hoger beroep gekomen.

De geschilpunten
8. De geschilpunten tussen partijen betreffen:
- het hoofdverblijf en daarmee samenhangend de plaats waar [het kind] naar school dient te gaan;
- de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken;
- de door de vader aan de moeder te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [het kind].

Het hoofdverblijf, de plaats waar [het kind] naar school dient te gaan en de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken
9. Het hof is evenals de rechtbank van oordeel dat in de gegeven situatie het belang van [het kind] het meest is gediend met handhaving van de huidige verdeling van de zorg- en opvoedingstaken in die zin dat [het kind] de ene week bij haar vader en de andere week bij haar moeder verblijft en met vaststelling van haar hoofdverblijf bij de vader, waarbij [het kind] (onveranderd) in [plaats 1] naar school gaat. Het hof neemt de overwegingen van de rechtbank dienaangaande over en maakt deze tot de zijne. Het hof voegt daar aan toe dat in hoger beroep niet van andere feiten of omstandigheden is gebleken dan die in eerste aanleg reeds zijn meegewogen en welk oordeel het hof, zoals gezegd, overneemt.

De door de vader aan de moeder te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [het kind]
10. De moeder heeft als (mede-)verzorgende ouder in haar beroepschrift verzocht om een bijdrage van de vader in de kosten van verzorging en opvoeding van [het kind] ter hoogte van € 300,- per maand. Ter zitting van het hof heeft zij bij haar verzoek gepersisteerd. De moeder heeft daarbij de behoefte van [het kind] gesteld op € 389,- per maand, hetgeen de vader niet, althans onvoldoende, heeft weersproken zodat het hof daar vanuit zal gaan.

11. De vader heeft tegen het verzoek van de moeder ingebracht dat hij reeds een groot deel van de kosten van [het kind] draagt en dat, zoals uit de door hem overgelegde draagkrachtberekening blijkt, er voor het overige geen ruimte is voor een aan de moeder te betalen bijdrage in de kosten van [het kind].

De verdeling van de kosten van [het kind]
12. [het kind] verblijft om en om een week bij de vader en bij de moeder. De kosten van [het kind] ter hoogte van € 389,- per maand worden daarom voor de helft aan elk van de beide ouders toegerekend, te weten € 194,50 per maand. Het hof overweegt voorts dat ouders naar rato van hun draagkracht dienen bij te dragen in de kosten van hun kind.

De draagkracht van de vader
13. De door de vader in hoger beroep overgelegde draagkrachtberekening is - behoudens voor wat betreft het kindgebonden budget en de inkomensafhankelijke combinatiekorting - door de moeder niet, althans onvoldoende weersproken zodat het hof deze berekening als uitgangspunt zal nemen.

14. De vader heeft onweersproken gesteld dat hij de kosten van de kinderopvang betaalt. Uit de door de vader overgelegde stukken is gebleken dat deze kosten in 2012 (€ 391,59 minus € 333,58) € 58,- netto per maand bedragen.

15. Het hof zal een nieuwe draagkrachtberekening maken en daarbij het kindgebonden budget, de inkomensafhankelijke combinatiekorting en de netto kosten van de kinderopvang meenemen. Dit leidt tot de aan deze beschikking gehechte berekening (I). Daaruit blijkt dat de vader een draagkrachtruimte van € 589,- per maand heeft waarvan 70%, te weten € 412,- per maand, beschikbaar heeft ten behoeve van [het kind]. Aangezien de vader het kindgebonden budget ontvangt, kan hij geen aanspraak op fiscaal voordeel maken.

De draagkracht van de moeder
16. Van de zijde van de moeder zijn bij brief van 23 mei 2012 financiële gegevens overgelegd die door de vader niet, althans onvoldoende, zijn weersproken zodat het hof daar van uit zal gaan. Aangezien niet anders is gesteld of gebleken, hanteert het hof ter zake van het inkomen van de moeder de door haar overgelegde jaaropgaven over 2011. Voorts heeft het hof rekening gehouden met de woonlasten, de premie zorgverzekering, huur- en zorgtoeslag en de aflossing op het flexibel krediet, zoals daarvan uit de door de moeder overgelegde stukken blijkt. Dit leidt tot de aan deze beschikking gehechte berekening (II). Daaruit blijkt dat de moeder een draagkrachtruimte van € 66,- per maand heeft waarvan 70%, te weten € 46,- per maand, beschikbaar is voor [het kind].

17. Uit de aan deze beschikking gehechte draagkrachtvergelijking (III) blijkt dat naar rato van de draagkracht van de ouders het aandeel van de vader in de behoefte van [het kind] € 350,- per maand bedraagt en dat het aandeel van de moeder € 39,- per maand bedraagt. De kosten van [het kind] die aan elk van beide ouders worden toegerekend bedragen € 194,50 per maand per ouder, zodat de vader in de behoefte van [het kind] aan de moeder (€ 39,- minus € 194,50) € 155,50 per maand dient te betalen. De vader kan, ook na aftrek van zijn aandeel in de behoefte van [het kind], dit bedrag aan de moeder betalen. Het hof zal aldus beslissen.

De slotsom
18. Op grond van het voorgaande zal het hof beslissen als na te melden.

De beslissing
Het gerechtshof:

bekrachtigt de beschikking waarvan beroep;

bepaalt de door de vader aan de moeder te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [het kind], geboren op
[geboortedatum] in de [gemeente X], met ingang van 27 januari 2012 op € 155,50 per maand;

bepaalt dat deze bijdrage, voor zover de termijnen niet reeds zijn verstreken, telkens bij vooruitbetaling aan de moeder moeten worden voldaan;

verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mrs. J.D.S.L. Bosch, voorzitter, M.P. den Hollander en I.A. Vermeulen, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 17 juli 2012 in bijzijn van de griffier.

554. Klachten indienen bij de Raad voor de Kinderbescherming

1. Als u een klacht heeft over de Raad voor de Kinderbescherming (brochure)
Raad voor de Kinderbescherming, Folder | 21-12-2011 | pdf-document, 0.26 MB
http://www.kinderbescherming.nl/Images/als-u-een-klacht-heeft-jan-2012_tcm103-226888.pdf

Raad informeert rechter
Is uw zaak nog in onderzoek en/of bij de rechter in behandeling op het moment dat u uw klacht indient? Dan informeert de Raad zo snel mogelijk de rechter hierover. Daarmee worden ook andere direct betrokkenen in het onderzoek, zoals uw ex-partner, op de hoogte gebracht van het feit dat u een klacht heeft ingediend.

De klachtprocedure De directeur stuurt zijn beslissing op uw klacht ook naar de rechter. Wilt u niet dat zijn beslissing op uw klacht naar de rechter gestuurd wordt, dan moet u dit tijdens het gesprek met de directeur aangeven. Het indienen van een klacht betekent echter niet dat het raadsonderzoek automatisch wordt opgeschort of uitgesteld.

2. Kwaliteitskader en Protocollen Werkwijze Raad voor de Kinderbescherming (publicatie)
Ministerie van Veiligheid en Justitie, verkregen op 19 september 2012
http://www.kinderbescherming.nl/hoe_werkt_de_raad/kwaliteitskader/index.aspx

De werkwijze van de Raad voor de Kinderbescherming is vastgelegd in het Kwaliteitskader 2009, dat is opgesteld door de ministers van Justitie en voor Jeugd en Gezin. De richtlijnen uit het Kwaliteitskader zijn voor de medewerkers van de Raad leidraad voor hun dagelijks werk.

· Kwaliteitskader en Protocollen 2009 - 23-01-2009 | pdf-document, 0.81 MB http://www.kinderbescherming.nl/Images/Kwaliteitskader%20en%20Protocollen%202009_tcm103-226204.pdf

3. Hulp bij klacht- en bezwaarprocedures tegen de Raad voor de kinderbescherming kunt u verkrijgen van het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) (website)
AKJ website, verkregen op 19 september 2012
http://www.akj.nl/ouders/klachtenprocedures

4. Meer achtergrondinformatie over het indienen van klachten over de Raad voor de Kinderbescherming (publicaties):

· De kracht van de klacht; Platform SCJF, Stichting KOG, Maart 2005; http://www.stichtingkog.info/pages/publicaties/de-kracht-van-de-klacht.php

· Gezag, omgang en informatie; Kinderbescherming en valkuilen deel 2, Platform SCJF, Stichting KOG, December 2005; http://www.stichtingkog.info/pages/publicaties/deel-2-gezag-omgang-en-informatie.php







-----------------------------------------------------------------
 Veelgestelde vragen over scheiding en omgang (FAQ) – Raad voor de Kinderbescherming

Ministerie van Veiligheid en Justitie – Raad voor de Kinderbescherming – Verkregen op 19 september 2012

Ik ben op zoek naar het officiële document (grosse) van de rechterlijke uitspraak over mijn scheiding. Kunt u mij helpen?
Wij adviseren u contact op te nemen met de rechtbank waar de uitspraak van de scheiding heeft plaatsgevonden. Daar kunnen ze u verder helpen.

Meer informatie

Ik heb een vraag over alimentatie. Kan ik daarvoor bij de Raad terecht?
De Raad verwijst u voor vragen over alimentatie door naar het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO), Kampringweg 49, 2803 PE Gouda, tel: 0182-55 55 55.

Meer informatie

Kunt u mij vertellen wat de kosten zijn als een onderzoek door de Raad wordt uitgevoerd in verband met een omgangsregeling na scheiding?
Wanneer de rechter aan de Raad voor de Kinderbescherming vraagt om een onderzoek in te stellen naar een gezinssituatie, hoeft de cliënt hier niets voor te betalen.

Sinds mijn vriendin en ik uit elkaar zijn, mag ik de kinderen bijna niet meer zien. Kan de Raad mij helpen?
Nee, de Raad kan hier niet in bemiddelen. U kunt een beroep doen op een mediator of op een hulpverlenende instantie of een verzoek voor een omgangsregeling indienen bij de rechtbank. Neem hiervoor contact op met een Juridisch Loket bij u in de buurt. Daar kunnen ze u vertellen wat u kunt doen.

Meer informatie
·         Website Juridisch Loket

Kan ik ook ergens advies in winnen wat te doen bij een dreigende scheiding?
Via de link hieronder kunt u de brochure 'Als ouders gaan scheiden' downloaden. In deze brochure gaat de aandacht uit naar de situatie van het kind tijdens en na de scheiding.

Via Postbus 51 van de Rijksoverheid kunt u de brochure 'U gaat scheiden' van het ministerie van Veiligheid en Justitie aanvragen. Hierin staat beschreven wanneer u een scheiding kunt aanvragen en wat er allemaal geregeld moet worden. Daarnaast is via Postbus 51 ook de brochure ‘Uit elkaar…..En de kinderen dan’ beschikbaar.

Meer informatie
·         Brochure 'Als ouders uit elkaar gaan'Folder | 21-12-2011 | pdf-document, 0.35 MB

Kan de Raad mij informatie geven over omgangsregelingen tussen grootouders en kleinkind nu mijn zoon gescheiden is?
U kunt via een advocaat een aanvraag indienen bij de rechtbank voor een omgangsregeling met uw kleinkind. Sinds een paar jaar is namelijk in de wet geregeld dat niet alleen ouders een verzoek tot omgang kunnen indienen.

Wat kan ik doen wanneer het contact/de omgang tussen mijn ex-partner en ons kind niet soepel verloopt?
Het is het beste om dit probleem samen met uw ex-partner op te lossen. Wanneer dit niet lukt, kunt u een bemiddelaar inschakelen. Dit kan iemand zijn uit de familie of directe omgeving waar u allebei vertrouwen in heeft. Als dit ook niet lukt kunt u ook een professionele bemiddelaar inschakelen, een zogenaamde mediator. Bij het Juridisch Loket weten ze waar deze mediators te vinden zijn.

Wanneer al deze pogingen tot niets hebben geleid, kan er bij de rechtbank een verzoek ingediend worden voor het vaststellen van een verdeling van zorg- en opvoedingstaken/omgangsregeling tussen ouders en kind. U moet dan een advocaat inschakelen.
Meer informatie kunt u vinden in de brochure "Gezag, omgang en informatie" die aan te vragen is bij Postbus 51.

Meer informatie
·         Website Juridisch Loket

Mijn vrouw en ik zijn (nog) niet gescheiden, maar wonen niet meer samen. Nu krijg ik de kinderen niet meer te zien. Wat zijn mijn rechten?
 U heeft ten alle tijden het recht om uw kinderen te ontmoeten zolang er nog geen scheiding heeft plaatsgevonden. Dit contact met uw kinderen vindt meestal in onderling overleg plaats. Wanneer dit niet lukt kunt u het beste samen met uw ex-partner een bemiddelaar opzoeken waar u beiden vertrouwen in heeft. Als ook dit mislukt kunt u een professionele bemiddelaar inschakelen, een zogenaamde mediator. Bij het Juridisch Loket weten ze waar deze mediators te vinden zijn.

Wanneer al deze pogingen tot niets hebben geleid, kan er bij de rechtbank een verzoek ingediend worden voor het vaststellen van een verdeling van zorg- en opvoedingstaken/omgangsregeling tussen ouders en kind. U moet dan een advocaat inschakelen.

Meer informatie
·         Website Juridisch Loket

Wat moet ik doen als mijn kind niet meer bij mij wil wonen maar bij mijn ex-partner?
Als u het hier mee eens bent, kan dit in onderling overleg zo afgesproken worden. Als dat niet zo is en wanneer uw kind ouder is dan 12 jaar, kan het zelf bij de rechtbank aangeven waar hij wil wonen. De rechter neemt dat verzoek dan mee in zijn uiteindelijke beslissing.

Mijn ex-partner gaat emigreren en wil de kinderen meenemen. Kan dit zo maar?
Wanneer u het gezamenlijke gezag heeft, is het niet mogelijk dat uw ex-partner de kinderen zo maar meeneemt naar het buitenland. Hiervoor is altijd uw toestemming nodig. Wanneer uw ex-partner het ouderlijke gezag alleen uitoefent, mag hij de kinderen in principe wel meenemen naar het buitenland. Wel heeft uw ex-partner consultatie- en informatieplicht. Als de rechter een verdeling van zorg- en opvoedingstaken/omgangsregeling voor u heeft vastgelegd, kunt u met uw ex-partner afspreken dat u de kinderen tijdens de vakanties ziet.


_____
_____
Disclaimer: Vader Kennis Centrum (VKC) kan geen sluitend juridisch advies geven: neemt u hiervoor, als het zover komt, contact op met bijvoorbeeld een advocaat, notaris of de geëigende overheidsinstanties. VKC huldigt een eigen rechtsopvatting op een rechtsgebied dat in ontwikkeling is. Hoewel VKC de grootst mogelijke algemene zorg aan uw adviesverzoek en – in voorkomend geval - melding zal besteden, is VKC niet aansprakelijk voor de gegeven adviezen. Adviezen en reacties van VKC worden uitsluitend gegeven onder volledige uitsluiting van alle aansprakelijkheid van VKC voor de door haar gegeven adviezen en reacties.
_____
_____