zaterdag, mei 27, 2006

73. Franse vader Olivier Karrer gevangen gezet door Duitsland (kinderontvoeringsland nummer één binnen Europa)

De Franse vader Olivier Karrer is afgelopen zondagochtend 21 mei door de Duitse justitie op last van de Duitse familierechtbanken op vliegveld Berlijn Schöneberg gearresteerd en gevangen gezet in de Brandenburgse gevangenis van Frankfurt a/d Oder.

Karin Jäckel uit Duitsland, de Duitse advocaat Ingo Alberti en Sabine Vander Elst uit België hebben allemaal gerapporteerd over de arrestatie van de Franse vader Olivier Karrer afgelopen zondagochtend 21 mei op vliegveld Berlijn Schöneberg, toen hij op het punt stond af te reizen vanuit Berlijn naar Basel nadat hij de festiviteiten had bijgewoond ter ere van het 10 jarig jubileum van de Duitse vaderrechtengroep paPPa.com.

Briefje Olivier Karrer uit eerste gevangenis in Brandenburg.

Olivier Karrer heeft zijn zoon Julian, die met medewerking van de Duitse familiegerechten door de Duitse moeder uit Frankrijk naar Duitsland kon worden ontvoerd, nu 7 jaar lang niet gezien. 7 jaar geleden werd door de aan deze internationale kinderontvoering meewerkende Duitse familierechtbanken tegen de bepalingen van het Haags Kinderontvoeringsverdrag in, in geheime niet publieke zittingen en oordelen waarvan de vader tevoren niet op de hoogte was gesteld, beschikt dat de Duitse moeder en kinderontvoerder in Duitsland het gezag en de zorg over Julian kreeg toegewezen als beloning voor haar kinderontvoering. Wederom in geheime niet publieke zittingen en oordelen waarvan de vader tevoren niet op de hoogte werd gesteld werd vader Olivier Karrer door diezelfde familierechtbanken vervolgens buitengesloten van alle contact met zijn zoon Julian. Daar bovenop werd hij tot slot in wederom geheime zittingen achter gesloten deuren veroordeeld tot het betalen van het bedrag op grond waarvan hij nu gecriminaliseerd, en in het cachot gegooid, wordt door de criminele Duitse familierechtbanken en de Duitse justitie.

Duitsland is binnen Europa kinderontvoeringsland nummer één. De kinderontvoeringspraktijken naar Duitsland zijn binnen Europa alleen mogelijk doordat de Duitse familierechtbanken aan deze criminele praktijken standaard hun medewerking verlenen en de kinderontvoeringen afdekken met beschikkingen die in strijd zijn met de bepalingen van het Haags Kinderontvoeringsverdrag en de Europa II Bis regelgeving. Beiden schrijven voor dat alleen aan de rechtbanken uit het land waar beide ouders en kinderen gewoon verblijf hielden voordat een van de ouders de kinderen zonder toestemming van de andere ouder ontvoerden, de discretionaire bevoegdheid toekomt om regelingen te treffen over de scheiding, het gezag en de zorg over, en het contact met de kinderen te treffen. Duitse familierechtbanken lappen deze Internationale en Europese regelgeving nu al tientallen jaren aan hun laars.

Vader Olivier Karrer is in Europa bekend geworden als symbool van protest tegen deze kinderontvoeringspraktijken van de Duitse familierechtbanken door zijn deelname, samen met de Zuidafrikaanse vader Michael Hickman en andere door het kinderontvoeringsbeleid van de Duitse familierechtbanken getroffen ouders, aan de collectieve hongerstakingen die door een groep ouders in 2001 en 2002 op Berlijn Alexanderplatz tegen deze criminele praktijken van de Duitse familierechtbanken werden gehouden.

Hieronder vindt u mijn vertalingen naar het Engels van de Duitse en Belgische rapporten over de arrestatie van Olivier Karrer afgelopen zondag.

Het zou goed zijn als pers en media in het buitenland kunnen worden ingeschakeld en er verder - ter ondersteuning Olivier Karrer in zijn cel van de gevangenis van Frankfurt (aan de Oder) - een regen aan mails, brieven en telefoontjes op de verantwoordelijke justitie- en gevangenisauthoriteiten van de Duitse staat Brandenburg neerdaalt, om daarmee te protesteren tegen deze praktijken in het Duitse familierecht die van Duitsland kinderontvoeringsland nummer één binnen Europa hebben gemaakt om daarmee deze Duitse criminele rechtspraktijk binnen Europa aan de schandpaal te nagelen met name ook in de kontekst van het Wereldkampioenschap Voetbal dat over twee weken in Duitsland begint. Voor (email)adressen en telefoonnummers van de verantwoordelijke Duitse justitieautoriteiten voor zijn arrestatie en opsluiting zie verder ook beneden.

Tot slot kunnen op het volgende adres ondersteunende brieven (cadeautjes of presentjes hebben geen zin, want die worden niet doorgegeven aan Olivier) in het Frans, Duits of Engels geschreven worden aan Olivier Karrer zelf:

Olivier Karrer
c/o Justizvollzugsanstalt Frankfurt (Oder)
Robert-Havemann-Straße 11
15236 Frankfurt (Oder)
Deutschland
Tel.: 0049 - 335/55435

Fax: 0049 - 335/5543666


Olivier Karrer's advocaat Jean-Patrick Revel beveelt wel aan om aandacht te besteden aan te kiezen bewoordingen, daar brieven worden opengemaakt en gelezen door de Duitse justitie.

Peter Tromp
FatherCare Knowledge Centre Europe
mailto:nloffice@fkce.info


=====================================================================

English translation by Peter Tromp of the German report by Karin Jaeckel and lawyer Ingo Alberti on Olivier Karrer's arrest in Germany:

Olivier Karrer was arrested last Sunday 21st of May at eight o'clock in the morning at Berlin Schöneberg airport. He was leaving for Basel, Switserland, when he was arrested. Exact details are not yet available, but according to first informations, he was arrested on an international warrant related to an issue dating back to his divorce 7 years ago. It is reported to be about a 4.000 Euro's fine charge or 80 days imprisonment instead. (If the fine is not paid, it is to be surplaced by 80 days of custody. Clear is that Olivier Karrer was not taken in preliminary custody but immediately was taken in executional custody instead. Because he was arrested on the basis of a "legally valid judgment", the responsible magistrate can now take his time for holding a first hearing. For that reason Olivier - after first having been taken into custody at the prison of the city of Brandenburg - was transferred last wednesday to the prison of the city of Frankfurt on the Oder (JVA) near the Polish border. Whether there are further accusational points, is not yet known. A lawyer was alarmed and has contacted him at the prison site. The French Embassy was also notified, but embassy personnel trying to contact Olivier at the prison of Brandenburg were denied all access to him.

Karin Jaeckel

---------------
Judicial penal institution at Frankfurt (on the Oder) where Olivier Karrer is now imprisoned
Brandenburg Department of Justice | Brandenburg Ministerium der Justiz | JVA Frankfurt (Oder)

JVA Frankfurt (on the Oder)
Robert-Havemann-street 11,15236 Frankfurt (on the Oder), Germany
Tel. : 0049 - 335/55435 // fax: 0049 - 335/5543666

The JVA Frankfurt (on the Oder) was newly opened in September 1995 after an extensive reconstruction as well as the complete rehabilitation of the old institute.

Responsibility
The JVA is responsible for masculine prisoners:
• Adult detentions (65 places)
• replacement prison sentence and prison sentence until up till one year (90 places)
Ca. 45% of the prisoners are foreigner.

Occupancy capacity
The institute controls altogether 155 custody places.
Altogether 68 lodging places are available for single imprisonment and 87 places for communal shared physical custody. At the judicial penal institution Frankfurt (on the Oder) altogether 106 colleagues in personnel are working there, from which 84 are in general executional service, the work services and in the nursing services. As specialty services, two social workers, two psychologists are available as part-time workers for 50% each and one pedagogue as well. Pastoral care is provided by a Protestant and a Polish Catholic minister. Working offered has changed based on the recently made available spacy work hall (226 ms²) to the institute with machines for wood preparation and metal preparation for free entrepreneur business.

Point of contact for this:
Leader of the work managements
Tel: 0049 - 335/5543630
fax: 0049 - 335/5543666

Employment measures
The universal foundation Helmut Ziegner offers employment and qualification possibilities for prisoners with a prison sentence:

  • working contents
  • colour reconditioning and restoration of game devices and small furniture
  • artistic formation of placards for displays o. ä.
  • Production of photo- and picturecollages (information-chalkboards) among other things

Point of contact for orders:
Tel. : 0335/5543730
E-MAIL: jvaffo@universal-stiftung.de

For prisoners with replacement prison sentences, facilities exist for common good targeted activities at the institute (like cleaning working and care working) and outside of the institute with societies, institutions and the city Frankfurt (on the Oder) to the decree.

Therapeutic Work measures
Here 6 places are available for the punishment of prisoners with psychic problems, massive adaptation difficulties and social deficits. The participants perform practical activities in the area of wood preparation.

Further treatment offers:
• Drugs consultation
• alcoholics" "anonymous conversation group
• social training measure
• debtor consultation
• regular conversation groups for Polish prisoners

Leisure time offer:
• Computer course
• German for foreign prisoners
• music groups
• CORP. cheeks and cooking
• sports groups

The institute also receives support by many honorary colleagues out of the city Frankfurt (on the Oder), that are mediated by the voluntary center. ******************************************************************
Perspective taken from the newspaper Durchblick of the prison of Frankfurt (on the Oder):
„In the Frankfurt (on the Oder) prison (JVA) at present five youthful Neonazis are imprisoned, around whom a circle of about 10 followers rallied. The institute leader supports us in the battle against this humans demeaning attitude. Unfortunately one cannot maintain that of many the prison personnel of which most, have open sympathy for the Neonazis to be recognized. Thereto comes that radical right-wing music is at the order of the day, predominantly after 22
o'clock and over sound.”

Lawyer Ingo Alberti
Von-Galen Street 13
D-33129 Delbrück; Germany
Tel. +49 (0) 178 79 87 802
Fax 012 120 228 074 (12ct/min)
http://web2.cylex.de/firma-home/ingo-alberti--rechtsanwalt-1187071.html
Ingo.Alberti@gmx.de

==================================
English translation by Peter Tromp of the original French report by Sabine Vander Elst from Belgium on Olivier Karrer's arrest in Berlin, Germany:

Sabine wrote:

Hello,

Olivier Karrer is a symbol standing for all of the numerous European parents who fell victim to parental child kidnappings by Germany. His son Julian is kept hostage in Germany since 7 years and this, without any valid reasons. The German judge, the German lawyers and the German Cafcass (the German court youth welfare authorities called Jugendamt) always have attempted and succeeded in preventing him from seeing or having any contact with his son. The German judge protected the German kidnapping parent. IN SECRET COURT PROCEEDINGS the German Court launched an arrest warrant against the victim parent and in a SECRET COURTORDER the German judge attributed all parental rights to the German kidnapping parent. Olivier and his family wish and demand to see and review his son freely in France, without the check of the German administrations. When will that ever be possible? Olivier and his son have the ACTIVE support of their country, France. Since last Sunday, Olivier was arrested by the German police and was judged and jailed by default. Without legitimation and explanation the criminal German courts have decided that this dad would do 80 days of prison time unless one offers them 4.000 Euro's in fines. Olivier needs support, in the form of letters, to let him know that he is not forgotten and that we think of him, as well as that he needs intelligent actions from our politicians.

Your supporting mails to Olivier Karrer can be addressed to sosmaelisssabine@hotmail.com, I will see to it that your mails are forwarded to the network in Germany that supports Olivier Karrer.

Thank you all,

Sabine Vander Elst

===========================================================================================
Original German report by Karin Jaeckel and German lawyer Ingo Alberti:

Olivier Karrer wurde am Sonntag gegen acht Uhr früh auf dem Flughafen in Berlin Schöneberg inhaftiert. Er war auf dem Abflug nach Basel. Genaues ist noch nicht bekannt. Nach ersten Informationen wurde er wegen eines internationalen Haftbefehls in seiner eigenen Scheidungssache inhaftiert. Wie verlautet, geht es um 4000 Euro resp. 80 Tagessätze. Sollte die Summe nicht bezahlt werden können, sind sie mit 80 Tagen Haft abzusitzen.
Momentan ist unbekannt, in welcher JVA des Landes Brandenburg Olivier einsitzt. Vermutlich handelt es sich um JVA der Stadt Brandenburg. Klar ist, dass er nicht in Untersuchungshaft, sondern in den Regelvollzug verbracht wurde.
Da er wegen eines rechtskräftigen Urteils inhaftiert wurde, kann sich der Haftrichter mit einer ersten Anhörung Zeit lassen. Daher wird Olivier voraussichtlich Mitte der Woche in eine andere JVA nach Frankfurt/Oder verlegt.
Ob es weitere Anklagepunkte gibt, ist noch nicht bekannt.
Sein Rechtsanwalt ist momentan unterwegs zu ihm in die JVA. Ein Mitglied der bereits eingeschalteten französischen Botschaft erhielt derzeit keine Besuchserlaubnis.

Karin Jaeckel

Justizvollzugsanstalt Frankfurt (Oder)
JVA Frankfurt (Oder)
Robert-Havemann-Straße 11
15236 Frankfurt (Oder)
Tel.: 0335/55435
Fax: 0335/5543666

Die JVA Frankfurt (Oder) wurde im September 1995 nach einem umfangreichen Umbau sowie der vollständigen Sanierung der Altanstalt neu eröffnet.
Zuständigkeit
Die JVA ist zuständig für männliche Gefangene:
• Untersuchungshaft an Erwachsenen (65 Plätze)
• Ersatzfreiheitsstrafe und Freiheitsstrafe bis einschließlich ein Jahr (90 Plätze)
Ca. 45 % der Gefangenen sind Ausländer.

Belegungsfähigkeit
Die Anstalt verfügt insgesamt über 155 Haftplätze.
Es stehen insgesamt 68 Plätze für die Einzelunterbringung und 87 Gemeinschaftshaftplätze zur Verfügung. Personal In der Justizvollzugsanstalt Frankfurt (Oder) sind insgesamt 106 Mitarbeiterinnen und Mitarbeiter beschäftigt, davon 84 im allgemeinen Vollzugsdienst, dem Werkdienst und im Krankenpflegedienst. Als Fachdienste stehen zwei Sozialarbeiter, zwei Psychologen als Teilzeitkräfte zu je 50 % und eine Pädagogin zur Verfügung. Die seelsorgerische Betreuung erfolgt durch einen evangelischen und einen polnischen katholischen Pfarrer.

Arbeitsangebote
Aufgrund der kürzlichen Änderung der Vollstreckungszuständigkeit der Anstalt ist eine geräumige Werkhalle (226 m²) mit Maschinen der Holz- und Metallbearbeitung für einen weiteren Unternehmerbetrieb frei geworden. Ansprechpartner hierfür: Leiter der Arbeitsverwaltung
Tel: 0335/5543630
Fax: 0335/5543666

Beschäftigungsmaßnahmen
Die Universalstiftung Helmut Ziegner bietet für Gefangene mit einer Freiheitsstrafe ein Beschäftigungs- und Qualifizierungsangebot an

  • Arbeitsinhalte
  • farbliche Aufarbeitung und Instandsetzung von Spielgeräten und Kleinmöbeln
  • künstlerische Gestaltung von Plakaten für Ausstellungen o.ä.
  • Herstellen von Bildcollagen (Info-Tafeln) u.a.

Ansprechpartner für Aufträge:
Tel.: 0335/5543730
E-Mail: jvaffo@universal-stiftung.de

Für Gefangene mit Ersatzfreiheitsstrafen bestehen Angebote für gemeinnützige Tätigkeiten in der Anstalt (Reinigungs- und Pflegearbeiten) und außerhalb der Anstalt bei Vereinen, Institutionen und der Stadt Frankfurt (Oder) zur Verfügung.

Arbeitstherapeutische Maßnahmen
Hier stehen 6 Plätze für Strafgefangene mit psychischen Problemen, massiven Anpassungsschwierigkeiten und sozialen Defiziten zur Verfügung. Die Teilnehmer verrichten praktische Tätigkeiten im Bereich der Holzbearbeitung. Weitere Behandlungsangebote:
• Suchtberatung
• Gesprächsgruppe "Anonyme Alkoholiker"
• soziale Trainingsmaßnahme
• Schuldnerberatung
• regelmäßige Gesprächsgruppen für polnische Gefangene

Freizeitangebote:
• Computerkurse
• Deutsch für ausländische Gefangene
• Musikgruppe
• AG Backen und Kochen
• Sportgruppen

Unterstützung erhält die Anstalt auch durch viele ehrenamtliche Mitarbeiter aus der Stadt Frankfurt (Oder), die über das Freiwilligenzentrum vermittelt werden.
******************************************************************
Gefangenenzeitung Durchblick, JVA Frankfurt/Oder:
„In der JVA befinden sich zur Zeit fünf verbohrte, jugendliche Neonazis, um die sich ein Kreis von etwa 10 Mitläufern geschart hat. Der Anstaltsleiter unterstützt uns im Kampf gegen diese menschenverachtende Gesinnung. Leider kann man das von vielen Bediensteten nicht behaupten; bei manchen ist offene Sympathie zu erkennen. Hinzu kommt, dass rechtsradikale Musik an der Tagesordnung ist, überwiegend nach 22 Uhr und überlaut.”
--
Rechtsanwalt Ingo Alberti
von-Galen-Str. 13
D-33129 Delbrück
Tel. +49 (0) 178 79 87 802
Fax 012 120 228 074 (12ct/min) http://web2.cylex.de/firma-home/ingo-alberti--rechtsanwalt-1187071.html
Ingo.Alberti@gmx.de


==================================================================================

Original French report by Sabine Vander Elst from Belgium reporting on Olivier Karrer's arrest in Berlin Germany:

Bonjour,

Olivier Karrer représente l'Europe victime des rapts parentaux par Allemagne. Son fils Julian est retenu en Allemagne depuis 7 ans et ce, sans aucune raison valable. Le juge allemand, les avocats allemands et le Jugendamt ont toujours tout tenté pour l'empêcher de revoir son fils. Le juge allemand a protégé le parent rapteur. Il a lancé DANS le SECRET un mandat d'arrêt contre le parent victime et attribué par ORDONNANCE SECRETE tous les droits au parent rapteur. Olivier et sa famille souhaitent revoir son fils librement en France, sans le contrôle des administrations allemandes Quand cela sera-t-il possible ? Olivier et son fils attendent le soutien ACTIF de leur pays, la France. Depuis dimanche, Olivier a été arreté par la police allemande et a été jugé par defaut. sans explication l'Allemagne a decidé que ce papa ferait 80 jours de prison à moins qu'on leur offre 4000 euros. Olivier a besoin de soutien, actuellement de lettres pour qu'il sache qu'on pense à lui, et des actions intelligentes de la part de nos politiciens.

vos courrier peuvent être adressés à sosmaelisssabine@hotmail.com, Je ferai suivre son courrier au réseau en Allemagne qui le soutient.

Merci à vous tous

Sabine Vander Elst

72. Fouten rechtstaat geen incidenten

Rechtelijke macht nauwelijks aanspreekbaar op fouten
Friesch Dagblad; Opinie/Achtergrond; Door Wim Orbons; 12 mei 2006

Volgens oud-rijksrechercheur Hans Akerboom is de moord op Marianne Vaatstra nog steeds op te lossen.Waarom gaan we dan nu niet direct met z'n allen aan het werk? Want naast de zaak-Vaatstra liggen nog tientallen zaken op de plank waarbij politie, openbaar ministerie (OM) én ook rechters de mist zijn ingegaan. De rechterlijke macht laat zich moeilijk controleren en is nauwelijks aanspreekbaar op fouten, stelt Wim Orbons.

Wim Orbons

Dat het OM met de zaak-Vaatstra in de maag zat, blijkt uit het feit dat het in 2002 een evaluatie naar het eerste onderzoek liet verrichten. Maar dat evaluatierapport van de commissie-Van Dijk - vergelijkbaar met de commissie-Posthumus in de Schiedammer parkmoord - wordt nog steeds binnenskamer gehouden.Waarom?

Ondertussen zijn tal van nieuwe vragen gerezen waaraan niet zomaar voorbij kan worden gegaan. Maar in Nederland is het bijna onmogelijk om herzieningsverzoeken naar aanleiding van gerechtelijke dwalingen (of een hernieuwd onderzoek in de zaak-Vaatstra) gerealiseerd te krijgen. Daar verandert de commissie- Buruma - die daarover gaat adviseren - weinig aan, terwijl we zien dat onderzoeken van politie en in sommige zaken de gehele rechtsgang van rechtbank tot en met Hoge Raad een farce is gewest.

Dat zagen we in onder andere de Puttense moordzaak en de Schiedammer parkmoord. Deze laatste zaak, na de justitiële en of gerechtelijke dwalingen in de zaak Lancee, de Balpenmoordzaak, de Zaanse paskamermoord, de Enschedese vuurwerkramp, de zaak Erik O. enzovoort, heeft zoveel twijfel over de integriteit van politie, OM, maar ook over de rechterlijke macht opgeroepen, dat in de afgelopen maanden alweer enkele nieuwe zaken zijn voorgedragen voor hernieuwd onderzoek.

Maar daar komt nauwelijks schot in, net als in de zaak-Vaatstra.Waarom nog steeds geen grootschalig dna-onderzoek, destijds aanbevolen door wetenschappers? Simpelweg omdat de korpschef en de hoofdofficier van justitie er tegen waren en kennelijk nog steeds zijn.

De rechtspsycholoog professor dr. Hans Crombag - in 1998 kreeg hij een Lifetime Award van de European Association for Psychology and Law, die hem de 'grondlegger van de Europese rechtspsychologie' noemde - schat dat er per jaar tien tot vijftien rechterlijke dwalingen voorkomen. Er moeten dus zeker tientallen mensen ten onrechte in de gevangenis zitten. Ook onacceptabel is dat niet altijd tot het uiterste wordt gegaan om moordenaars op te sporen.

Politici maken zich daar niet echt druk om. Sterker, CDA-fractievoorzitter Maxime Verhagen vindt zelfs ,,beter tien onschuldigen in de cel dan een terrorist op vrije voeten’’, waar recent nogal wat leden van de Hoge Raad kritisch op reageerden.

Crombag en andere wetenschappers pleiten in vijf bekende zaken voor nieuw onderzoek. En dan zijn er nog vier minder bekende zaken. De inkt van het boek van Crombag en Wagenaar is nauwelijks droog of er ligt alweer een nieuw boek in de schappen, waar minister Donner van Justitie onmogelijk blij mee kan zijn. Dat geldt ook voor de bazen van politie, OM én rechterlijke macht. Het boek: Vincent plast op de grond, nachtmerries in het Nederlands recht, van de hoogleraar psychologie en recht, professor dr.Willem Albert Wagenaar beschrijft elf zaken waarin politie, OM én rechters fout op fout stapelen en het leven van (onschuldige) mensen levenslang ernstig verzieken. Maar nog erger: 'En zo zijn er alleen al in mijn bestand vele tientallen zaken, en vermoedelijk in Nederland duizenden zaken’, schrijft Wagenaar.

Maar liegende of nalatige politieambtenaren, officieren van justitie of falende en nalatige rechters krijgen geen ontslag en worden zelden vervolgd. Dat geldt ook voor de, meestal aangeefsters, van vele valse beschuldigingen van seksueel misbruik, vooral na echtscheiding. Wagenaar spreekt van minstens 50 procent. Wraak of extra 'bewijs' om het negeren van de omgangsregeling te rechtvaardigen zijn vaak de motieven.

Onschuldig opsluiten
Hoe is het toch mogelijk met al die wetenschap en technische middelen dat we nog steeds onschuldige mensen opsluiten? Het antwoord is simpel. Rechters zijn ook mensen met vooroordelen, bedrijfsblindheid en beïnvloedbaar. In een korte periode werden rechters en hoog geplaatste mensen van het OM beschuldigd en of veroordeeld wegens bezit van kinderporno, mishandeling, verboden wapenbezit en behoorlijke verkeersovertredingen.

Wetenschapper Jan de Keijser toonde begin 2000 aan dat rechters zelfs in volkomen identieke zaken tot sterk verschillende uitspraken komen. Zelfs vanuit de Hoge Raad (en het Europese Hof) komt kritiek op de kwaliteit van de Nederlandse rechtspraak.

Maar de Hoge Raad vergeet dat zij zelf ook onderdeel van het probleem is. De Hoge Raad besluit zelden tot een herziening. In de afgelopen vijf jaar slechts drie herzieningen. Dat is begrijpelijk. Want meestal heeft de Hoge Raad immers in een eerder stadium al bekeken of diezelfde omstreden veroordeling in aanmerking kwam voor cassatie. Als de Hoge Raad een herziening toewijst, erkennen ze min of meer dat ze bij de behandeling van het cassatieverzoek onvoldoende kritisch naar het bewijs hebben gekeken.

Ook als de commissie-Buruma en Postumus ll en of het OM zelf een herzieningsverzoek vragen, heeft de Hoge Raad het laatste woord. Merkwaardig is ook dat de commissie-Buruma alleen uit juristen bestaat en de commissie- Postumus ll wordt gedomineerd door juristen en politieambtenaren. En het zijn juist de politieambtenaren en juristen die mede debet zijn aan de gerechtelijke dwalingen, dat vooral door (rechts)psychologen is blootgelegd.

Het vaststellen van feiten is de kern van de taak van rechters (en politie en OM). Dat is een logische taak, waarvoor juristen in het algemeen niet worden opgeleid. Onderzoeksmethoden, logica, dataverwerking en statistiek zijn onderontwikkelde gebieden bij juristen. Ook bij het OM zit het scheef. De officier van justitie zou een onafhankelijke magistraat moeten zijn op zoek naar waarheidsvinding, maar in de praktijk zijn het crimefighters geworden met veel meer mogelijkheden en bevoegdheden dan de verdediging, en vrijwel zonder controle of beroepsmogelijkheid. Een klacht tegen het OM kan in feite alleen maar ingediend worden bij het OM, dat zoals voorspelbaar bijna alle klachten afwijst.

Meer druk
Is de instelling van de commissies een goede zaak? Ja en nee, het zal hooguit wat meer druk leggen op de Hoge Raad. Een commissie, zonder wettelijke bevoegdheden om een herzieningsverzoek af te dwingen, zal nauwelijks iets opleveren. Beter zou zijn om de criteria voor een herzieningsverzoek te versoepelen.

Maar nog beter is (naast de versoepeling) dat herzieningsverzoeken worden ingediend bij een onafhankelijke commissie van deskundigen (die niet alleen uit juristen bestaat), naar Brits en Deens voorbeeld, waar inmiddels de meeste leden van de Hoge Raad positief tegenover staan. Dat is ook logisch, want iedereen wordt gecontroleerd (en krijgt ontslag bij wanprestaties), ook leden van het kabinet. Maar deze regel geldt (nog) niet voor aanklagers en rechters. Als een patiënt overlijdt door een nalatige medisch specialist, wordt die vervolgd . Voor aanklagers en rechters lijkt dat niet te gelden.

Wim Orbons is voormalig bestuurder van gezondheidszorgorganisaties

De rechtbank op Schiphol. De rechterlijke macht laat zich moeilijk controleren en is nauwelijks aanspreekbaar op fouten.

Foto: ANP

vrijdag, mei 19, 2006

71. Zaterdag 20 Mei 2006: Verjaardagsfeest 10 jaar paPPa.com in Berlijn

Morgen zaterdag 20 mei 2006 bestaat paPPa.com 10 jaar en dat wordt gevierd in Berlijn.

Geburtstagfest - 20. Mai 2006 10 Jahre
paPPa.com

Einladung zum Geburtstagsfest am 20. Mai in Berlin


paPPa.com wird 10 Jahre !!! Alle Freunde von paPPa.com sind herzlich eingeladen, den 10. Geburtstag gemeinsam zu feiern. Am Samstag, dem 20. Mai, beginnt die Feier ab 15:00 Uhr im Herzen von Berlin.

Für das leibliche und geistige Wohl wird gesorgt, eine Live-Band wird den Blues spielen. Selbstverständlich sind auch Eure Kinder herzlich willkommen. Platz zum Rumtollen auch unter freiem Himmel ist vorhanden.

Um die Feier angemessen vorzubereiten bitten wir um eine Anmeldung, wir teilen dann den genauen Ort mit. Benötigt werden die folgenden Angaben: Vor- und Zuname, Angabe mit wieviel Personen ihr kommt, ggf. wieviel Kinder. Angabe, ob ein Schlafplatz benötigt wird oder ob auch einer für Gäste von außerhalb angeboten werden kann. Bitte diese Angaben per Mail an paPPa.com 10 Jahre paPPa.com

Geburtstagsgeschenke sind natürlich willkommen. Wer mag, der kann am 20.5. vor Ort eine kleine Spende in den Opferstock legen (aber nur, wenn es die Haushaltskasse erlaubt). Wer nicht kommen kann, der mag vielleicht auf unser Vereinskonto spenden. Ansonsten freuen wir uns auf Euer zahlreiches Kommen.

donderdag, mei 18, 2006

70. Hoe schandalig de gemeente Heiloo met een coöuderschapsvader en zijn kinderen omgaat

Geen Batmanoutfit maar een net pak
Noord Hollands Dagblad; Van onze verslaggever Ivo Laan; 22 April 2006
(2x klikken op de afbeelding van het krantenartikel geeft ook een vergrote en leesbare weergave daarvan.)

Alkmaar – Geen Batmanpak, maar een gewoon net zwart pak. Hoewel zijn zaak erg lijkt op die van de Dwaze Vaders die vechten om hun kinderen te mogen zien, had Simon de Beer uit Heiloo gisteren het pak niet nodig om zijn punt te maken bij het kort geding bij de rechtbank in Alkmaar tegen de gemeente Heiloo.

Zijn advocaat C. Liefting vatte het samen. “Als hij geen urgentieverklaring krijgt, weet ik niet waar dit schip gaat stranden.” Direct gaat het niet over zijn kinderen, indirect natuurlijk wel. Half maart werd de 54-jarige suikerpatiënt op straat gezet vanwege een huurachterstand. Opgelopen door juridische procedures over de kinderen. Ook zou hij onterecht zijn uitgeschreven als inwoner van Heiloo. Zijn zaak heeft wel wat weg van de Dwaze Vaders die geregeld de aandacht trekken door in Batman en Robinkledij openbare gebouwen te beklimmen. Half maart werd De Beer zijn woning uitgezet en werden zijn spullen opgeslagen, inclusief de spullen van de kinderen.

In de zitting kwam aan de orde dat De Beers huisarts begin januari een verklaring aan de gemeente heeft gestuurd. Dat hij vond dat De Beer op basis van zijn medische situatie, suikerziekte, voorrang moest krijgen bij een andere woning. Dat het op den duur mis zou lopen, was te verwachten omdat de woning veel te duur was voor De Beer met zijn bijstandsuitkering.

De gemeente Heiloo was onverbiddelijk. Volgens E. Meijer van de afdeling Welzijn heeft De Beer geen recht op een urgentieverklaring. Hij heeft zelf te weinig gedaan om een andere woning te bemachtigen. Dat hij nu zonder huis zit, komt niet door de scheiding. “Hierdoor kan hij zelf verantwoordelijk worden gehouden voor de ontstane situatie.”Bovendien zijn de medische problemen niet “woninggerelateerd”.

Advocaat Liefting betwistte dat de gescheiden vader geen moeite heeft gedaan. “Hij heeft wel degelijk huizen gezocht, het is gewoon niet gelukt.”De Beer: “Met poen ben je welkom, als je dat niet hebt, schoppen ze je eruit.” Bovendien was hem wel een woning aangeboden maar die was niet geschikt om met de kinderen te wonen die af en toe bij hem verblijven. Dat is geregeld in het convenant dat de ouders opstelden als co-ouder. De Beer: “Ze stuurden me een ouderenwoning toe met twee kamers. Dat is provocatie.”

Over uiterlijk twee weken is de uitspraak.


T.J. Romeyn
Naam: T.J. Romeyn
Functie: Burgemeester
Partij: CDA
Taken: Portefeuilles: Coördinatie collegesamenwerking, Openbare orde en veiligheid, Brandweer, Rampenbestrijding, Bestuurlijke zaken Coördinatie handhaving, P&O, Facilitaire zaken, Communicatie, informatievoorziening & automatisering, Burgerzaken, Mondiaal beleid & stedenband
M.R. Opdam
Naam: M.R. Opdam
Functie: Wethouder
Partij: VVD
Taken: Loco-burgemeester Portefeuille: Volkshuisvesting, Grondbedrijf, Milieu, Waterhuishouding, Economische zaken & toerisme, Sport en recreatie, Verkeer &vervoer
J. Ouderkerken
Naam: J. Ouderkerken
Functie: Wethouder
Partij: PvdA
Taken: Portefeuille: Ruimtelijke ordening, Onderwijs, Volksgezondheid, Welzijn en cultuur, Wet maatschappelijke ondersteuning, Wet voorziening gehandicapten
H. Veger
Naam: H. Veger
Functie: Wethouder
Partij: CDA
Taken: Portefeuille: Sociale zaken, Jeugd- en ouderenbeleid, Financiën, Openbare ruimte, Coördinatie wijkgericht werken, Monumentenbeleid, Emancipatie
C.C.H. van de Meent
Naam: C.C.H. van de Meent
Functie: Gemeentesecretaris



maandag, mei 08, 2006

69. Eindstemming Luchtenveld in Eerste Kamer op 13 juni 2006

EINDVERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE VAN DE EERSTE KAMER OVER HET: Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de invoering van de mogelijkheid van beëindiging van het huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst alsmede van een gewijzigde vaststelling en effectieve handhaving van de afspraken en rechterlijke beslissingen die in verband met de ontbinding van het huwelijk of nadien tot stand zijn gekomen over de wijze waarop door beide ouders vorm wordt gegeven aan het voortgezet ouderschap (Wet beëindiging huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst en vormgeving voortgezet ouderschap)
Eerste Kamer; Vaste Commissie van Justitie; 29676 F; Vastgesteld op 25 april 2006

Na kennisneming van de memorie van antwoord acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid. De plenaire behandeling is voorzien voor dinsdag 13 juni 2006.

De voorzitter van de commissie,
Van de Beeten

De wnd. griffier van de commissie,
Van Dooren

woensdag, mei 03, 2006

68. De paradox van het belang van het kind

Lezing te Amersfoort gehouden voor het Vaderkenniscentrum - VKC

Mr.Ir. P.J.A. Prinsen, advocaat Prinsenlaw; Den Haag; 12 april 2006

1. Inleiding

Het Nederlandse familie- en jeugdrecht kampt met het probleem dat echtscheidingen vaak zeer conflictueus verlopen. De daarbij betrokken kinderen “komen in de knel”. Jaarlijks verliezen ongeveer 29.000 kinderen het contact met hun vader en met hun overige familie van vaders zijde [1]. Dit is de helft van de 59.000 kinderen die in een jaar een scheiding (formele scheiding, flitsscheiding, verbreking partnerschapsrelatie) van hun ouders meemaken. Cumulatief is van een half miljoen kinderen tot 18 jaar aldus het leven blijvend ontwricht, terwijl daarnaast ook honderdduizenden levens van ouders en andere familieleden blijvend ontwricht raken.

De wetswijzigingen die tot gezamenlijk ouderlijk gezag en omgangsrecht hebben geleid hebben hun doelstelling nog lang niet gerealiseerd. In een adviesaanvraag [2] merkte de Minister van Justitie op: “Ondanks deze ingrijpende wijzigingen die de afgelopen jaren zijn doorgevoerd blijkt de wetgeving op een aantal punten aanvullingen te behoeven”. [3]

De maatschappelijke schade, ook in termen van waarden en normen, is groot. Signalen in de vorm van leed, stress, arbeidsongeschiktheid en ontsporingen laten zien dat het om ernstige en grootschalige problematiek gaat waarop het familierecht het juiste antwoord nog niet gevonden lijkt te hebben.

Deze problematiek lijkt maatschappelijk als onaanvaardbaar te worden gezien, getuige de permanente stroom van overheidsinitiatieven [4] [5] gericht op verbetering van deze situatie. Bemiddeling is daarbij het parool. Meer en meer eist bemiddeling het primaat op als gedragsbeïnvloedend instrument. Het recht heet in die gedachtesfeer een “verlegenheidsoptie”[6] en door bemiddeling moeten problemen worden “gedejuridiseerd”. [7] [8]

Pleitbezorgers van gelijkwaardig ouderschap staan afwijzend tegen deze relativerende benadering. Enerzijds wordt de positie van de traditioneel verzorgende ouder met alle middelen rechtens gehandhaafd. Anderzijds echter wordt de aanspraak van de andere ouder op deelgenootschap in de zorg voor het kind juridisch gerelativeerd. De vrees lijkt gewettigd dat, als de valkuilen van het familierecht niet worden gedicht, bemiddeling te vaak slechts tot schijnsuccessen zal leiden.

Het familierecht slaagt vaak niet in zijn streven het gedrag van rechtzoekenden in een gewenste richting (“als elkaar respecterende ouders gescheiden verder gaan”) te beïnvloeden, maar dit rechtvaardigt nog niet het primaat van het recht dan maar uit te leveren. De betekenis van hulpverlening mag zeker niet onderschat worden, maar zolang de bemiddeling zich afspeelt tegen de achtergrond van een familierecht dat, als puntje bij paaltje komt, toch het juiste antwoord niet weet, dan zal bemiddeling nooit kunnen beantwoorden aan de hooggespannen verwachtingen die we er thans van hebben. Pas als het Recht adequate antwoorden op de problemen weet te geven zal er, paradoxaal genoeg, een minimaal beroep op behoeven te worden gedaan.

In dit artikel wordt aandacht gevraagd voor een vaak verlammend aspect van het huidige familierecht, te weten: de tirannie van het belang van het kind. Daaronder wordt verstaan: de in de rechtspraak gevoelde plicht om het belang van het kind, losgemaakt uit zijn context, centraal te stellen, waardoor een neerwaartse conflictspiraal in gang wordt gezet en oplossingen onbereikbaar worden die bij een structuralistische benadering binnen bereik hadden gelegen.

2. Het belang van het kind

Bij alle hedendaagse initiatieven twijfelt niemand er aan dat het belang van het kind centraal [9] gesteld moet worden, maar tegelijk weet niemand aan dat begrip een eenduidige invulling te geven.

Procedures over omgang, gezag en zorgdeling ontaarden in een twist over het belang van het kind, en “in het belang van het kind” verliezen jaarlijks tientallen duizenden kinderen ieder contact met een van hun ouders en verdere familie, wordt de diffamatie en verguizing door kinderen van een van hun ouders in rechte gehonoreerd, en worden gezinswaarden en -normen prijsgegeven. “In hun eigen belang” worden daarnaast jaarlijks vele honderden scheidingskinderen uit huis geplaatst, en wordt, als de ene (gescheiden) ouder het kind niet kan opvoeden, de vraag of de andere ouder daartoe in staat is zelfs niet gesteld.

“Het doorgeschoten familierecht richt zich niet meer op gezinnen maar op individuen. (…) Vaders doen er niet toe, kinderen zijn de dupe”.[10] Het belang van het kind domineert op een eigenzinnige manier het Familierecht.

3. Belang van het Kind leidt tot een paradox

Een structuralistische benadering

Uit de toon waarop we de echtscheidingsproblematiek vaak benaderen spreekt veelal een zeker dédain waarmee we de scheidende ouders verantwoordelijk stellen voor wat ze hun kinderen aandoen met hun wijze van scheiden.

Dit dédain is misplaatst omdat het voorbij gaat aan de wettelijke context waarin de scheidende ouders terecht komen, een context die zij zelf niet gemaakt hebben, en waarvoor de juridische discipline verantwoordelijkheid draagt. Vanuit structuralistisch oogpunt: het is de wettelijke en juridische context die hun kind van oogappel tot twistappel maakt.

Wat is het karakteristieke van die context en zou het ook anders kunnen? Dat vraagt om een benadering waarin ruimte is voor rechtspsychologische analyse. Met die invalshoek kan men de situatie waarin het familierecht scheidende ouders plaatst als volgt analyseren:

Prisoners dilemma

In onderling vertrouwen samenwerken bij de verdere opvoeding van het kind zou voor alle drie de partijen – beide ouders en hun kind – het allerbeste zijn, daar twijfelt niemand aan. Maar de “andere” ouder zou wel eens de alleenheerschappij kunnen nastreven, en welke rechtszekerheid[11] heeft de ene ouder dan nog om zijn band met zijn kind te behouden? Is het dan niet veiliger om zelf maar voor die alleenheerschappij te gaan?

Hier tekent zich het beruchte prisoners dilemma af. Het helpt niet om de ouders te beleren elkaar te vertrouwen zolang daar geen rationele basis in de vorm van rechtshandhaving voor is. Alleen klassieke rechtszekerheid in de vorm van rechtshandhaving voor beide ouders verschaft een rationele basis voor vertrouwen. Hoe gaat het Familierecht hiermee om?

Het Nederlandse familie- en jeugdrecht kent een woelige geschiedenis. In het vorige decennium is het met een beroep op mensenrechtenverdragen drastisch gewijzigd, eerst op het gebied van omgang [12],[13] en toen dat de problemen niet oploste is het wettelijk gelijkwaardig ouderschap [14] zelfs ingevoerd. Toch wordt, alsof er wettelijk niets is veranderd, na echtscheiding nog altijd “in het belang van het kind” onderzocht aan wie van de ouders de zorg voor de kinderen moet worden toegewezen [15]. Voor ouders is dat bedreigend, want wie (de zorg voor) de kinderen niet krijgt toegewezen is overgeleverd aan de genade van de andere ouder. De rechtspraktijk heeft geen boodschap aan de vernedering van de ouder wiens ouderschap wordt uitgehold. “Het gaat immers niet om de ouder maar om de kinderen”. Als gladiatoren worden de ouders aldus de arena ingestuurd om elkaar tegen wil en dank te bestrijden, en ja, zodra de eerste tik is uitgedeeld, de eerste schram is opgelopen wordt het een strijd om te overleven als ouder.

Bovendien levert zo’n onderzoek naar de vraag aan wie het kind moet worden toegewezen geen grondslag voor een beslissing, want vaak moet men vaststellen dat beide ouders even geschikt zijn. De keuze berust dan op traditie of op pragmatisme en toegeeflijkheid van (meestal) de vader, die de gevoelens van vernedering verdringt en zijn laatste hoop vestigt op een “goede” omgangsregeling.

Met de toewijzing van het “hoofdverblijf” van de kinderen aan een van de ouders is de alleenheerschappij van die ouder een feit. De verhoudingen zijn dan vaak reeds uiterst gespannen geraakt. In die toestand wordt voor het vaststellen van een zorgdelings- of omgangsregeling ook weer onderzoek gedaan, waarbij ook weer het belang van het kind centraal heet te staan. Al met al ontstaat de uiterst cynische situatie dat bij echtscheiding tussen de ouders een oneigenlijk conflict om de kinderen wordt uitgelokt, waarna de “draagkracht en draaglast” van het kind wordt onderzocht om te zien in hoeverre het tegen dat conflict bestand is. Het is in deze surrealistische, door het belang van het kind opgeroepen situatie, dat de beslissingen worden genomen.

Kortom: het centraal stellen van het belang van het kind en op grond hiervan kiezen tussen de ouders speelt de ouders tegen elkaar uit. Het plaatst hen in een Prisoners dilemma en het leidt tot strijd tussen de ouders, uiteindelijk tot marginalisering of zelfs tot verlies van een der ouders, en dat is niet in het belang van het kind. Ziehier de Belang van het Kind-paradox: door het centraal stellen van het belang van het kind worden de ouders tot elkaars tegenstanders gemaakt, en dat is allerminst in het belang van het kind.

Just world hypothesis

Met het uitlokken van het oneigenlijke conflict tussen de ouders houdt het niet op; het uitprocederen van dit conflict onder de knoet van het belang van het kind leidt tot een verdere escalatie. Het belang van het kind wordt al snel geïdentificeerd met het belang van de ouder aan wie de dagelijkse zorg zal worden toevertrouwd, omdat het kind voor zijn “rust” aangewezen is op die ouder. Maar al te vaak leidt de uitgelokte oneigenlijke strijd om het kind tot wilde beschuldigingen, waarbij het meest alledaagse gedrag van kinderen reeds wordt gepresenteerd als een signaal van incest. Wat de in het defensief gedrongen ouder naar voren brengt tegen de aantijgingen wordt aangemerkt als eigen belang, want “het gaat niet om waarheidsvinding, het gaat om het wantrouwen tussen de ouders dat uit die beschuldigingen spreekt”. Waarheidsvinding en rehabilitatie is het niet relevante eigenbelang van de beschuldigde ouder, dat moet wijken voor het belang van het kind, te weten rust in het gezin van de “verzorgende” ouder, reden waarom de omgang wordt opgeschort of zelfs ontzegd.

Voor de stelling dat hiermee rust voor het kind zou ontstaan moet men wel een zeer gekunstelde definitie van het begrip ‘rust’ hanteren. Het is een illusie te denken dat met het ontzeggen van bijvoorbeeld de omgang de rust weerkeert. Het in het gelijk stellen van de verzorgende ouder plaatst diezelfde ouder voor de morele noodzaak tot rationalisatie van het onverdiende gelijk, een verschijnsel dat in de rechtspsychologie bekend staat als het zogenaamde “just world hypothesis”-effect [16]. De onverdiend in het gelijk gestelde ouder ontwikkelt een waanvoorstelling van de realiteit en gaat zelfs geloven in de gegrondheid van de valse beschuldigingen tegen de andere ouder en in de eigen morele superioriteit want “de wereld kan niet zo in elkaar zitten dat morele superioriteit niet beloond wordt en inferioriteit niet wordt bestraft.”

Daarmee wordt de ontzegging van de omgang, bedoeld om een eind te maken aan de strijd om het kind, het startsein voor de ontwikkeling van het beruchte ouderverstotingssyndroom [17], een vorm van psychische en morele verminking van het kind. Het kind ontwikkelt onder invloed van indoctrinatie door de ouder aan wie het is toegewezen een schil waarbinnen de inferioriteit van de andere ouder een realiteit lijkt, en op grond waarvan het kind die andere ouder actief verstoot. Gardner wijst op de omkeerbaarheid van het proces.

Ook in dit stadium van de besluitvorming zien we hoe paradoxaal het belang van het kind als beslissingscriterium in het Familie- en Jeugdrecht kan uitpakken.

De tirannie van het Belang van het Kind

Als gevolg van de bovenbeschreven mechanismen ontaarden procedures over gezag, omgang en zorgverdeling – in wezen een kwestie van agenda’s vergelijken - steeds in een twist over het belang van het kind.

Recentelijk betoogde Bullens[18] dat als het conflict op partnerniveau ligt “het a a-priori verrichten van uitgebreid psychologisch onderzoek bij het kind […] niet echt noodzakelijk is”. Dit inzicht wordt van harte onderschreven, maar de (moraliserende) boodschap dat het onderzoek zich zou moeten richten op de ouders die “in onvoldoende mate hun verantwoordelijkheid nemen om de ontwikkelingsbelangen van hun kinderen zo goed mogelijk te behartigen” lost in wezen niets op. Ook al nemen we ons deze boodschap ter harte, nog steeds zullen dan procedures blijven ontaarden in een twist over het belang van het kind. Dat zal het geval blijven zolang voorbij gegaan wordt aan de rechtspsychologische mechanismen (prisoners dilemma, just world hypothesis) die ouders provoceren om elkaar te beschuldigen. Deze fundamentele mechanismen komen pas in beeld als we de materie op een structuralistisch niveau benaderen: Niet de ouders, maar de wet en de rechtspleging moeten in analyse.

Niettemin is het een welkome observatie van Bullens, vooral waar hij zijn artikel besluit met de (overigens te heteronome) opmerking dat “het oplossen van het conflict op partnerniveau centraal [zal] dienen te staan, omdat dit pas echt in het belang van het kind is”. Met dit gevoel voor paradox zouden we eindelijk eens kunnen ontsnappen aan de tirannie van het belang van het kind waaraan art. 3 IVRK ons schijnt te willen onderwerpen, en die, ook los van het IVRK, al decennia lang ons in zijn greep gevangen houdt.

De kiem van deze tirannieke ontwikkeling is wellicht beginsel 2 van de Verklaring van de rechten van het kind[19] uit 1959: “Het kind moet bijzondere bescherming genieten en moet krachtens wet of langs andere wegen gelegenheid en faciliteiten krijgen om zich lichamelijk, geestelijk, zedelijk, intellectueel en maatschappelijk te ontwikkelen op een gezonde en normale wijze en in omstandigheden van vrijheid en waardigheid. Bij het vaststellen van wetten met dit oogmerk moet het hoogste belang van het kind de voornaamste overweging zijn”. (Let op de twee superlatieven “hoogste” en “voornaamste” in de laatste volzin).

De laatste volzin is een eigen leven gaan leiden, met dien verstande dat het superlatief “hoogste” geleidelijk is verwaterd. We vinden de gedachte in iets andere gedaante terug bij de Commissie Wiarda[20]: “Het jeugdbeschermingsrecht is er in het belang van het kind […]. De commissie stelt voor dit uitgangspunt in de wet tot uitdrukking te brengen door de bepalingen die betrekking hebben op het kind te laten voorafgaan door één algemene bepaling, dat alle beslissingen ten aanzien van het kind slechts dan mogen worden genomen, indien deze in zijn belang zijn. Bij die beslissing zal natuurlijk, indien het kind deel uitmaakt van een gezin, ook rekening moeten worden gehouden met het belang van het gehele gezin.” Inmiddels is dit beginsel neergelegd, zoals we weten, in artikel 3 IVRK. De eerste volzin in lid 1, de tweede volzin in lid 2.

Heeft de Commissie Wiarda ons in 1971 aan een tirannie van het belang van het kind willen onderwerpen? Gelet op de integrerende formulering van de tweede volzin lijkt dat geenszins de bedoeling van de Commissie geweest. In literatuur en rechtspraak komen we echter steeds een oppositie tegen van het belang van het kind tegenover het belang van de niet verzorgende ouder.

De observatie van Bullens over wat pas ècht in het belang van het kind is – “het oplossen van het conflict op partnerniveau” of liever: vrede tussen zijn ouders - moet dan ook van harte worden verwelkomd. Om tot een oplossing te geraken zou de door Bullens aangegeven lijn echter doorgetrokken moeten worden. Als het conflict op partnerniveau ligt is inderdaad “het a a-priori verrichten van uitgebreid psychologisch onderzoek bij het kind […] niet echt noodzakelijk”. Moet het onderzoek zich richten op de ouders die “in onvoldoende mate hun verantwoordelijkheid nemen om de ontwikkelingsbelangen van hun kinderen zo goed mogelijk te behartigen”?

Die vraag zou beter anders gesteld kunnen worden, ontdaan van moralistisch dédain, n.l.: “Hoe komt het dat er op partnerniveau een conflict uitbreekt?” en het antwoord is: “Omdat het Recht hun kind van oogappel tot twistappel maakt”. De aandacht moet zich noch op het kindniveau, noch op ouderniveau richten, maar op een structuralistisch niveau. Die twist is te voorkomen door het geschil over de zorgverdeling te beslechten op basis van rechtszekerheid, van gelijkwaardig ouderschap en gebruik makend van rationele argumenten zoals agendakwesties, geografische afstanden en de verantwoordelijkheid daarvoor, niet op basis van subjectieve stellingen over het belang van het kind. Het “voorkómen” van een conflict op partnerniveau, dat is “pas ècht in het belang van het kind”.

4. Rechtspsychologie in plaats van goede bedoelingen

Het heersende familierechtelijk denken gaat helaas gebukt onder de tirannie van het belang van het kind en voelt zich, in elk geval in laatste instantie, verplicht niet de vrede van het uiteenvallend gezinssysteem, maar het geïsoleerde belang van het kind centraal te stellen. Het familierecht moet het doen met de goede bedoelingen van de rechtsplegers met betrekking tot het belang van het kind; het heeft geen eigen rechtsfilosofisch fundament. Het familierecht, bedoeld om bij echtscheiding een rechtsorde te creëren waarin mensenrechten en fundamentele vrijheden kunnen gedijen en waarin het doorgeven van waarden en normen aan een nieuwe generatie wordt beschermd, mist centrale beginselen die daarop gericht zijn.

Op basis van rechtspsychologische concepten zouden wetgeving en rechtspraak moeten inspelen op de wetmatigheden van menselijk gedrag van procespartijen zoals hiervoor globaal geschetst, vrij van moralistisch dédain, bevrijd van de tirannie van het belang van het kind. Alleen dan kunnen partijautonomie, de persoonlijke levenssfeer van partijen en de integriteit van hun ouderschap intact gelaten worden. Non-coöperatief gedrag moet zich keren – zo wist reeds Salomo - tegen degene die zich non-coöperatief gedraagt.

5. Gelijkwaardig ouderschap

De Nederlandse wetgever heeft in 1998 af willen rekenen met de polariserende alles-of-niets-benadering van eenhoofdig ouderlijk gezag na echtscheiding, en gekozen voor gelijkwaardig ouderschap: gezamenlijk ouderlijk gezag [21]. Als dat zou worden beschermd en gehandhaafd zouden ouders niet uitgelokt worden te strijden om de kinderen.

Maar met de juridische constructie “hoofdverblijf van het kind [22]” wordt de oude ongelijkwaardigheid in stand gehouden, waardoor de polariserende werking van het echtscheidingsrecht in stand blijft. “Het gaat niet om de ouders, het gaat om het belang van het kind”, zo luidt het dogma.

6. Zorgverdeling op basis van rationele argumenten

Voor de zorgverdeling na echtscheiding zijn alleen zaken van belang als de werktijden van vader en van moeder, de schooltijden van het kind, geografische afstanden en eventueel een verdeling van enkele taken. Als iedereen weet dat dit uiteindelijk de exclusieve beslissende factoren voor de rechter zullen zijn, kan de mediator het bemiddelingsproces zuiver houden, ontdaan van machtsspelletjes.

Bij verschil van mening moeten er knopen worden doorgehakt op basis van gelijkheid en gelijkwaardigheid van de ouders, op basis van formele regels, niet op basis van het belang van het kind, want een onderzoek daarnaar leidt alleen maar tot een twist over het belang van het kind en is dan ook een ongerechtvaardigde inbreuk op het privé- en gezinsleven, met desastreuze gevolgen.

De rechter zou geen kennis moeten nemen van beschuldigingen van mishandeling, incest of psychische stoornis. Die onderwerpen horen bij de kinderrechter thuis in een generieke kinderbeschermingsmaatregel (OTS, Uithuisplaatsing, ontheffing van c.q. ontzetting uit het ouderlijk gezag).

Bij verandering van omstandigheden (zoals verhuizing van een van de ouders) moet het criterium zijn aan wie de verandering is toe te rekenen. Emotionele argumenten behoren geen rol te spelen bij de juridische vaststelling en bij de handhaving van wat is vastgesteld. Die emoties moeten niet ontkend of genegeerd worden, maar moeten buiten het juridisch kader worden gekanaliseerd.

Onttrekking aan de zorgdelingsregeling door de ene of door de andere ouder moet op dezelfde manier worden vervolgd als onttrekking aan het gezag: met parate en directe executiemiddelen (sterke arm van rechtswege zonder rechterlijke tussenkomst, strafbaarstelling). Kortom: verdeling van de zorg behoort deel uit te maken van de ook na scheiding voortdurende onschendbaarheid, integriteit van het ouderschap.

Het vergt strikte juridische discipline om het proces of de bemiddeling niet te laten ontaarden in een twist over het belang van het kind. Niet voor niets is het een klassieke kerntaak van het recht: het door regulering en garantie van rechtszekerheid voorkomen van een oeverloze twist over belangen.

7. Echtscheiding is geen kinderbeschermingsmaatregel

Echtscheiding is geen kinderbeschermingsmaatregel. Toch wordt bij echtscheiding al snel de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld, zogenaamd om het kind te beschermen tegen het conflict van de ouders. Dat is niet zuiver. Het conflict van de ouders over de kinderen is niet een authentiek conflict, maar het gevolg van die niet-zuivere benadering. Bovendien is het discriminerend. Bij echtscheiding leggen we blijkbaar heel andere maatstaven aan dan tijdens huwelijk. Immers, ook onder gehuwden zal het wel eens voorkomen dat een goede onderlinge verstandhouding ver te zoeken is. Het is in die gevallen ook niet aan de Raad voor de Kinderbescherming om buiten een kinderbeschermingsmaatregel om in te breken in het gezag van de ouders, of zelfs aan een van de ouders ieder contact met het kind te ontzeggen.

De omgangs-ontzeggingsgronden (de term omgang moet gereserveerd worden voor anderen dan de ouders) moeten daarom uit de scheidingswet. En de Raad voor de Kinderbescherming moet uit de scheidingsrechtszaal verdwijnen. Ontneming of uitholling van het gezag mag alleen aan de orde zijn als zich een grond zou voordoen voor ontzetting uit het ouderlijk gezag. Dat is de zwaarste kinderbeschermingsmaatregel, opgelegd door een rechter in een heel speciale procedure die niets met de echtscheidings- of omgangsprocedure te maken heeft, omkleed met strikte rechtswaarborgen. De echtscheidings- of omgangsprocedure mag niet als verkapte ontzettingsprocedure werken.

8. Vereenvoudiging

Het huidige Familie- en Jeugdrecht is verstoken van rechtspsychologische aandacht. Het centraal stellen van het belang van het kind leidt tot langdurige, kostbare procedures die zeer schadelijk zijn, met name voor het kind. Een geschil om een omgangsregeling leidt niet zelden tot een procedure van vier tot vijf jaar, waarin het kind uiteindelijk psychisch en moreel verminkt raakt. Daar blijft het echter niet bij. Het Familie- en Jeugdrecht ontwricht het leven van rechtzoekenden, hetgeen weer hoge secundaire kosten met zich brengt. Verwacht mag worden dat rechtspsychologisch onderzoek en toepassing van de resultaten zal leiden tot kortere en doelmatiger procedures.

Mr.Ir. P.J.A. Prinsen, advocaat.


Voetnoten:

[1] O.m. Garsen, J., J. de Beer, P. Cuyvers, A. de Jong. Samenleven, Nieuwe feiten over relaties en gezinnen. Centraal Bureau voor de Statistiek/ Nederlandse Gezinsraad, 2001, pag. 104.
[2] Adviesaanvraag voorstellen scheiding- en omgangsproblematiek door de Minister van Justitie d.d. 29 oktober 2003 aan diverse geadresseerden.
[3] Inmiddels heeft de Minister op 20 januari 2005 een concept-voorstel ‘Wet Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding’ voor advies naar verschillende instanties gestuurd. Blijkens de concept-Memorie van Toelichting is de kerngedachte: “Het wetsvoorstel gaat er van uit dat voortgezet ouderschap bij scheiding de norm is en dat beide ouders, ook na scheiding, verantwoordelijk zijn voor de verzorging, opvoeding en ontwikkeling van hun kinderen”. De Minister hoopt dit te bereiken door het verplicht stellen van een ouderschapsplan bij scheiding (een uitgebreid convenant) en door mediation.
[4] 'Anders scheiden', Commissie Herziening Scheidingsprocedure (Commissie De Ruiter), 2 oktober 1996.
[5] Kamerstukken II 1996-1997, 25 451, nr. 1, (Herziening scheidingsprocedure).
[6] Adviesaanvraag, §1. p. 2.
[7] Adviesaanvraag, §3. p. 4.
[8] Spruijt,E., H. Kormos, C.Burggraaf, A.Steenweg (2002). Het verdeelde kind, literatuuronderzoek Omgang na scheiding. Utrecht: Capaciteitsgroep Kinder- en Jeugdstudies. Universiteit Utrecht.
[9] Art.3 lid 1 Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK): Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging.
[10] Pessers D. Vaders doen er niet toe, kinderen zijn de dupe: de macht van moeders is grenzeloos. NRC Handelsblad 20 december 2003.
[11] Prinsen P.J.A. Rechtszekerheid en omgangsregeling. FJR-1992-11 p. 242 e.v. Met reacties vanuit de Rechterlijke Macht van mr.M.A. van der Ham, mr.A.C. Quik-Schuijt, mr.P.J.A.Th. van Teeffelen, mr.G.H. Zweers.
[12] Wet van 13 september 1990, Stb. 482, houdende nadere regeling van de omgang in verband met scheiding.
[13] Wet van 6 april 1995, Stb. 240, tot nadere regeling van het gezag over en van de omgang met minderjarige kinderen. Door deze wet kreeg de wettelijke regeling zijn huidige vorm en plaats.
[14] Wet van 30 oktober 1997, Stb. 1997, 506, i.w.tr. 1 jan. 1998.
[15] HR 15 dec. 2000, NJ 2001/123.
[16] Van Koppen P.J., D.J.Hessing, H.L.G.J.Merckelbach en H.F.M.Crombag. Het Recht van Binnen. Deventer 2002 p. 33.
[17] Gardner R.A., The Parental Alienation Syndrome, a guide for mental health and legal professionals (second edition).
New Jersey, 1998.
[18] Bullens, R. en J. de Ridder, Omgang en ‘het belang van het kind’. FJR 2005,2 pag. 2.
[19] Declaration of the rights of the child, Resolutie 1 386 (XIV), Veertiende Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 november 1959. Yearbook of the United Nations 1959, pag. 198, 199.
[20] Rapport Jeugdbeschermingsrecht van de Cie Wiarda, 1971, pag. 62.
[21] Wet van 30 oktober 1997, Stb. 1997, 506, i.w.tr. 1 jan. 1998.
[22] HR 15 dec. 2000, NJ 2001/123.