woensdag, april 18, 2007

130. Ontvadering - wetgever staat erbij en kijkt ernaar

Wetsvoorstel 30145 - Over de met loze ouderschapsplannen toegedekte ontvadering bij (echt)scheiding door de Haagse politiek

Vorige week schreven Wim Orbons en Joep Zander in de Staatscourant, naar aanleiding van het schimmenspel in de Tweede Kamer over de modaliteiten en vormgeving van een door de politiek als wetgever georganiseerde buitensluiting van scheidingskinderen van hun vaders en grootouders, noch een pleidooi voor de Belgische en de Franse wetgeving waar men wel de nieuwe weg van het gelijkwaardig en gedeeld ouderschap heeft gevonden en is ingeslagen. (Zie voor hun artikel hieronder).

Gisteren heeft de Tweede Kamer het voor vandaag (18 april) afgekondigde plenaire debat over de re- en dupliek op de "Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding (30 145)" weer een week uitgesteld i.v.m. een ter elfder ure binnengekomen brief met een Derde Nota van Wijziging met naar mededeling van de minister van Justitie alleen redactionele wijzigingen op zijn liggende wetsvoorstel.

Van uitstel komt, in dit schimmenspel van de kamer over een wetsvoorstel dat uitsluitend gaat over de modaliteiten en de vormgeving van georganiseerde buitensluiting van scheidingskinderen van hun vaders en grootouders, helaas echter nog steeds geen afstel.

Kamer behandelt kinderen bij scheiding als te verdelen item uit de inboedel in eigendom toe te wijzen aan moeders
Nog steeds zit de kamer met wetsvoorstel 30 145 - nog afkomstig van oud-minister van Justitie Donner - op het hopeloze spoor van verdere ontoudering van scheidingskinderen door het toekennen van eenouderschap over de kinderen na scheiding aan alleen moeders. Alsof kinderen een CD-rek zijn, veegt de Tweede Kamer ze daarbij bij de bij de (echt)scheiding te verdelen inboedel en wijst ze toe aan hun moeders. Daarbij worden de kinderen door de familierechtbanken en kinderbescherming die deze wetgeving uitvoeren massaal van hun vaders en de familie van vaderskant beroofd en buitengesloten.

Papierwinkel van loze ouderschapsplannen van De Pater (CDA)
Aan deze kinder- en mensenrechten-schendende praktijken van de Nederlandse overheid bij (echt)scheiding zou nu eindelijk eens een einde gemaakt moeten worden. Met uitzondering van de kamerfracties van de Socialistische Partij en D66 en individuele politici uit GroenLinks die wel kiezen voor gedeeld en gelijkwaardig ouderschap nascheiding, doet de Tweede Kamer dat echter tot nu toe geenszins.

In tegendeel: Tweede Kamerpolitici willen de bestaande buitensluitingspraktijken middels toewijzing van de kinderen aan alleen moeders in het familierecht en bij de kinderbescherming van scheidingskinderen van hun vaders en families, juist nu weer aan het oog onttrekken en toedekken met de papierwinkel en de bureaucratie van de loze "ouderschapsplannen".

De bureaucratische tijd- en geldverslindende papierwinkel van deze loze 'ouderschapsplannen' is de laatste 'toedekkingsvondst' van CDA-politica mw. Marleen de Pater, vroeger zelf ook werkzaam in de kinderbescherming en nu sinds 2003 voorzitter van de Vaste Commissie van Justitie van de Tweede Kamer, die in de ontoudering bij (echt)scheiding nu al jaren vooroploopt en in de Tweede kamer inmiddels namens het CDA vaandeldrager is geworden van de buitensluitingspraktijken van scheidingskinderen van hun vaders en grootouders. We begraven het probleem gewoon onder een berg papier en zetten er een fraaie vlag op, heeft mevrouw de Pater mogelijk gedacht.

Noch deze vlag, noch de ermee gepaard gaande papierwinkel kunnen echter verhelen, dat in Nederland inmiddels 1,1 miljoen scheidingskinderen (32% van alle Nederlandse kinderen) nagenoeg vaderloos opgroeien. Deze scheidingskinderen zijn daarbij letterlijk het kind van de politieke rekening van CDA-politica mevrouw Marleen de Pater en haar medestanders in de Tweede Kamer. Dagelijks verliezen door het wetgevingsbeleid waarvoor het CDA en mevrouw de Pater nu kiezen 160 nieuwe scheidingskinderen hun vaders en hun halve families. De directe gevolgen daarvan zijn een sterke toename van de jeugdcriminaliteit, de wachtlijsten in de jeugdzorg, slechter presteren op school en in de verdere beroepsloopbaan, meer drugs- en drankmisbruik, een verminderde geestelijke weerbaarheid en lichamelijke gezondheid, etc.

Niet omdat het aan de kinderen ligt, maar omdat de kinderen door de kindermishandelende scheidingswetgeving van de Nederlandse overheid massaal in de steek gelaten en in een isolement gebracht worden, waardoor zij in eenzaamheid op moeten groeien. De genoemde negatieve gevolgen daarvan voor scheidingskinderen zijn inmiddels uitgebreid door onderzoek gedocumenteerd en aan alle Haagse politici in de Tweede Kamer en de regering voorgelegd en bekend.

Maar de Haagse politiek doet al jaren of zijn neus bloed en lijkt in meerderheid nog steeds liever de andere kant op te kijken ..... Scheidingskinderen zijn immers electoraal niet interessant, ze stemmen niet.

Peter Tromp
Vader Kennis Centrum

----------------------------------------------------

Ontvadering: wetgever staat erbij en kijkt ernaar

Staatscourant, 12 april 2007


Echtscheidingswetgeving die recht doet aan zowel vader, moeder als kinderen komt in Nederland maar niet van de grond, ondanks een vijftal Kamerbreed gesteunde moties in 2002. België en Frankrijk doen het beter met regelingen die veel onnodig en groot leed en veel kosten voor de samenleving kunnen voorkomen, vinden Wim Orbons en Joep Zander.


Het is in het belang van kinderen om ook na echtscheiding twee gelijkwaardige ouders te hebben. En dat kan. In België is sinds een halfjaar de wet-Onkelinx van kracht. Die zegt dat de rechter bij scheiding voorrang moet geven aan verblijfsco-ouderschap, tenzij beide ouders samen anders overeenkomen. Een kind verblijft met andere woorden in pricipe afwisselend evenveel bij de moeder als bij de vader.

Een vergelijkbaar voorstel is in Nederland gedaan door het voormalig Tweede-Kamerlid Luchtenveld (VVD). Zijn voorstel werd in de Eerste Kamer vorig jaar verworpen na een lobby van juridische beroepsbeoefenaren. Binnenkort wordt een voorstel van de voormalige minister van Justitie Donner (CDA) behandeld. Dat valt weer terug op een onderscheiding tussen eerste- en tweederangsouderschap. Het kind verblijft bij moeder en vader krijgt in het beste geval een omgangsregeling.

Sinds de jaren zeventig is er sprake van een echtscheiding indien één ouder zegt dat het huwelijk duurzaam ontwricht is zonder motivatie. Sindsdien is het aantal echtscheidingen en verbrekingen van samenwoonrelaties enorm gestegen. In Nederland vinden nu per jaar bijna 110.000 scheidingen plaats, waarbij bijna 60.000 kinderen zijn betrokken (CBS, 2005). Per etmaal 165 kinderen.

Kinderen mogen in principe niet van hun ouders worden gescheiden. Dit beginsel is vastgelegd in het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Maar bijna de helft van de scheidingskinderen heeft géén of nauwelijks contact meer met een van beide ouders, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De andere helft heeft een werkende omgangsregeling, maar zo'n regeling heeft natuurlijk weinig met opvoeden te maken.

Scheidingskinderen, met name als ze van een van de ouders worden gescheiden, leven korter, doen het slechter op school, hebben vaker emotionele of psychische klachten, lopen meer kans op gezondheidsproblemen en seksueel misbruik, raken vaker aan drank en drugs en belanden eerder in de criminaliteit. Scheiding en daardoor de massale ontvadering, is een grote oorzaak van armoede, (jeugd)criminaliteit, aanmeldingen bij de Bureaus Jeugdzorg en verborgen leed. Scheidingskinderen hebben zelf een twee tot drie keer grotere dan normale kans op scheiding (CBS, 2005). Twee keer zo groot indien het kind opgroeit bij één gescheiden ouder en drie keer indien het opgroeit bij twee gescheiden ouders (twee ouders die ieder uit een scheiding met elkaar een nieuwe relatie hebben gevormd). Een neerwaartse spiraal die zich, via socialisatie van relatie-modellen, zal doorzetten bij ongewijzigd kabinetsbeleid.

De betrokkenheid van vaders, gescheiden of niet, bij de opvoeding van kinderen moet worden vergroot. De totale afwezigheid van vaders bij zo'n twintig procent van alle kinderen leidt volgens een evaluatierapport van 112 wetenschappelijke studies tot grote sociologische, psychologische en medische schade aan kinderen. De kans op mishandeling van kinderen wordt verdrievoudigd door de afwezigheid van vaders.

Uit een reeks van onderzoeken blijkt dat de samenhang tussen de ontwikkeling van kinderen en actieve betrokkenheid (qua gedrag en opvattingen) van de vader ten minste gelijk is en volgens sommige studies zelfs enigermate groter is dan de samenhang met gedrag en opvattingen van moeder.

In Frankrijk staat gelijkwaardig ouderschap na scheiding al sinds 2002 in de wet, zij het niet bij voorrang, zoals in België. Deze 'Résidence alternée' is sindsdien in tien procent van de gevallen door de rechter uitgesproken.

Opvallend is dat de tegenstanders van gelijkwaardig ouderschap zich telkens slechts baseren op enkele case-beschrijvingen, terwijl er ook goede en verantwoorde onderzoeken zijn die zich baseren op systematisch verzameld materiaal. Amerikaans metaonderzoek wijst uit dat ouders onder condities van gedeeld ouderschap minder vaak ruzie hebben en psychische storingen bij de kinderen niet vaker voorkomen. Nederland moet zijn achterstand in dezen inhalen.


Wim Orbons en Joep Zander


Wim Orbons is gezondheidseconoom en contactpersoon van de expertgroep van het manifest 'Integriteit van het ouderschap'. Joep Zander is pedagoog en auteur van het boek Gemist vaderschap.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten