donderdag, april 05, 2007

119. Nederland lijkt wel een antivaderland

Nederlands Dagblad - maandag 15 januari 2007 09:00


door Wim Orbons

De moeder van Sara en Ammar, die twee jaar geleden door hun Syrische vader waren ontvoerd en kort voor de jaarwisseling zijn teruggekeerd, komt binnenkort met een boek waarin zij haar ervaringen heeft opgeschreven. Iedereen in Nederland lijkt blij dat de kinderen terug zijn bij hun moeder. Maar aan de zaak zit een luchtje. Voorzover internationale kinderontvoeringen aan de Centrale Autoriteit gemeld zijn - vorig jaar 113 zaken waarbij 172 kinderen betrokken waren - worden zij voor 65 procent door moeders begaan, 30 procent door vaders en 5 procent door derden (brief minister van Justitie, 23 maart 2006). Maar die moeders worden door de autoriteiten nauwelijks vervolgd of gestraft.

Sara (11) en Ammar (13) zijn weer herenigd met hun moeder en hun halfbroertjes. De Syrische vader Hisham El-Hafez had van de Nederlandse ambassade te verstaan gekregen dat als hij geen toestemming zou geven om de kinderen naar Nederland terug te laten keren, de kinderen tot 18 jaar in de ambassade zouden blijven. Dat wilde de vader niet en daarom ging hij ermee akkoord de kinderen naar Nederland terug te laten gaan. Er zou een omgangsregeling komen en El-Hafez kreeg een bevestiging van de autoriteiten dat het internationale opsporingsbevel zou worden ingetrokken. Daarover had minister Bot (Buitenlandse Zaken) afspraken gemaakt met de procureur-generaal en de minister van Justitie.

Minister Bot beschouwt de regeling als een triomf voor de stille diplomatie, maar wel één met een bijsmaak. De vader nam in 2004 de kinderen mee naar diens geboorteland zonder toestemming van de met gezag belaste moeder. Dat is een strafbaar feit waarop in Nederland enkele jaren gevangenisstraf staat. Dat de vader van de internationale opsporingslijst is geschrapt, is tegen die achtergrond merkwaardig. Overigens is volgens de officier van Justitie in Groningen minister Bot niet volledig geweest. De vader is dan wel van de internationale opsporingslijst verwijderd, maar de nationale signalering van El-Hafez is nog van kracht. Als hij voet op Nederlandse bodem zet, zal hij worden aangehouden, verhoord en volgens de wet dus een gevangenisstraf moet krijgen.

Contact
Uit het Jeugdjournaal (24 december) blijkt dat de Nederlandse ambassade de vlucht van Sara en Ammar mede heeft geconstrueerd op verzoek van de moeder. De kinderen hebben inmiddels al laten weten dat zij hopen dat de 'oude' situatie terugkeert: contact met beide ouders. De ambassade schermde de kinderen van hun vader af. Maar ook als de kinderen uit eigen beweging naar Nederland willen, is dat nog geen reden om de vader gedurende een halfjaar zelfs een gesprek met hen te weigeren.

Bij internationale kinderontvoeringen geldt binnen de rechtspraak de regel, dat indien een kind onrechtmatig wordt meegenomen (ontvoering dus), het een jaar na dato in de nieuwe situatie is 'geworteld' en derhalve niet hoeft terug te keren naar het land van herkomst. In de zaak Sara en Ammar is daarover door niemand, ook niet door minister Bot, met een woord gerept. Hij ging zelfs in tegen de EU-opvatting dat Syrië - waar in feite een dictatuur heerst, zoals Bot ook beaamde: 'de president heeft toegezegd dat de kinderen nog voor het eind van het jaar naar Nederland komen en dan gebeurt dat ook' - geen gesprekspartner mag zijn.

Merkwaardig
Een andere merkwaardige situatie. Ergens in Nederland zit een Algerijnse vader gevangen omdat hij in 1999 zijn zoontje (toen 2 jaar) naar Algerije heeft ontvoerd. In eerste aanleg werd de vader tot zes jaar gevangenisstraf veroordeeld. Toen zijn zoontje na het uitzitten van de gevangenisstraf nog niet was teruggekeerd in Nederland, werd de vader opnieuw veroordeeld, terwijl in Nederland volgens de wet iemand maar één keer kan worden veroordeeld voor een delict. Maar de vader zit nog steeds gevangen totdat hij toestemt in terugkeer van zijn zoontje naar Nederland of totdat die (in 2015) meerderjarig is. Ontvoerende moslimvaders krijgen, als het hen tegenzit, zo'n megastraf. Ontvoerende autochtone vaders krijgen doorgaans zo'n anderhalf tot twee jaar. Van ontvoerende moeders is geen geval bekend die werden gestraft.

Illustratief voor de rol van het OM is ook de zaak-Kluitenberg. Moeder verliet het gezin. De kinderen werden daarom aan vader toegewezen. Later ontvoeren moeder en nieuwe partner de kinderen naar Indonesië. De officier van Justitie wil de moeder niet op de internationale opsporingslijst zetten: 'de moeder zou wel eens in een Indonesische gevangenis kunnen komen en dat is slecht voor de kinderen'. Vader dient beklag in bij de hoofdofficier van Justitie, die geen uitspraak doet. Om een uitspraak af te dwingen voert vader een kort geding tegen de Staat der Nederlanden, dat hij verliest. Moeder komt terug naar Nederland om via het OM Den Bosch een overeenkomst uit te onderhandelen. Zij mag terugkeren en de kinderen bij zich houden. De officier van Justitie: 'De lopende strafklacht wordt niet uitgevoerd zolang de kinderen bij de moeder zijn. Strafvervolging moet niet dienen om een civiele zaak op te lossen'. Moeders hebben blijkbaar een voorrangsrecht op de kinderen, plus een daarvan afgeleide immuniteit tegen strafvervolging.

Onttrekking
Internationale kinderontvoeringen hebben hetzelfde resultaat als het negeren van omgangsregelingen: het onttrekken van kinderen aan een van de ouders, meestal vader. Voor binnenlandse 'kindermeename' (bijna altijd door de moeder) hebben OM en rechtspraak de spelregel: afdwingen van omgang tussen een gescheiden vader en zijn kind is niet in het belang van het kind. Alsof het wel in het belang van het kind is dat het van de ene dag op de andere zijn vader nooit meer ziet. Volgens het CBS zijn er bijna 30.000 nieuwe gevallen per jaar van vaders die na scheiding hun kinderen niet of nauwelijks meer zien. Geen Kamerlid dat erover piekert dat strafbaar te willen stellen. Wel was een wet in voorbereiding van het Tweede Kamerlid Anja Timmer (PvdA) om de maximumstraf voor ontvoering (of voorbereiding of dreiging) op te trekken naar negen jaar gevangenis. De kans dat ook ontvoerende moeders gestraft worden, mag men wel uitsluiten.

Ten slotte. Tweemaal zoveel kinderen worden vermoord door hun moeder als door hun vader (Gerlof Leistra en Paul Nieuwbeerta, Moord en doodslag , 2001). Merkwaardig is ook dat de moordenaar in zo'n geval gemiddeld tweemaal zo lang gevangenisstraf krijgt als de moordenares.

Wim Orbons is voormalig bestuurder van gezondheidszorgorganisaties en betrokken bij een expertgroep die zich verzet tegen de echtscheidingscultuur in ons land.

Net voor Kerst kwamen Sara en Ammar, die een halfjaar in de Nederlandse ambassade in Damascus hadden doorgebracht, terug in Nederland, waar ze werden opgewacht door minister Bot. |foto ANP/Evert-Jan Daniels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten