maandag, februari 06, 2006

48. Reorganisatie Raad voor Kinderbescherming

De landelijk opererende Raad voor de Kinderbescherming van het Ministerie van Justitie is gereorganiseerd. Per 1 januari 2006 heeft de Raad voor de Kinderbescherming een nieuwe topzware organisatiestructuur gekregen.

Ruimte voor regionale verschillen
De gereorganiseerde Raad moet voortaan nadrukkelijker regionaal zijn verantwoordelijkheid kunnen nemen. Daarom werd er voor gekozen om de organisatie vanuit de regio's op te bouwen waar het werk gebeurt dat ingericht en ondersteund moet worden. De nieuwe structuur biedt de regio’s daartoe de noodzakelijke ruimte. Tegelijkertijd wil men met de reorganisatie werken aan versterking van de interne eenheid van de Raad en de doelmatigheid en slagvaardigheid van de organisatie verbeteren. De regiodirecteuren krijgen nu zelf de bevoegdheid om - binnen de landelijke kaders - afspraken te maken met regionale civiele en strafrechtelijke ketenpartners over de jeugdproblematiek. Zij kunnen de activiteiten en diensten aanbieden waaraan in hun regio behoefte is. Motto van de reorganisatie is daarom: Eenheid als opdracht, ruimte als noodzaak.

Minder aannemelijk is de stelling van de Raad in haar reorganisatiefolder dat de regiovorming daarnaast een schaalvergrotend effect zou hebben. De stelling dat schommelingen in het aantal af te handelen onderzoeken en de personele bezetting beter zou kunnen worden opgevangen en financiën doelmatiger gebruikt zouden kunnen worden lijkt daarom uit de lucht gegrepen. Er is immers door de verdergaande regionalisering van 5 naar 13 regio's juist sprake van schaalverkleining. Wel lijkt de geregionaliseerde Raad nu beter aan te sluiten op de provinciaal georganiseerde jeugdzorg en de arrondissementaal georganiseerde strafrechtketen.

Nieuwe topzware organisatiestructuur:
Twee-min of drie-plus managementlagen?: Drie-plus dus!!

Hoewel de Raad zelf beweert van drie naar twee managementlagen terug te gaan blijkt dat vooral retoriek. De drie managementlagen blijven in feite gewoon gehandhaafd, waarbij de middelste laag zelfs uitgebreid wordt van voorheen 5 naar nu 13 directiebureaus terwijl het hoofdkantoor daarnaast verzwaard wordt door samentrekking met de voormalige tussenlaag van 5 directiebureaus. Een uiterst topzware dure bureaucratische reorganisatie dus. Het enige wat daar tegenover staat zijn wat besparingen in locatiekosten doordat de vijf voormalige directiekantoren nu ontruimd zullen worden en het Hoofdkantoor van de Raad weggaat van de werkelijk absurd dure “Top A kantorenlocatie” aan het Vreeburg in Utrecht.

13 Regio’s en regiodirecteuren
De Raad is vanaf 1 januari uitgebreid van 5 naar 13 regio’s met elk één of twee locatie(s); dat zijn de huidige 22 vestigingen. Een regio heeft een regiodirecteur, die de voornaamste gesprekspartner voor de ketenpartners is. Hieronder een overzicht van de 13 regio’s en regiodirecteuren met de 22 locaties:

13 regio’s en regiodirecteuren met 22 vestigingen:
1. Amsterdam en Gooi & Vechtstreek (Ben Leliefeld): Amsterdam
2. Friesland en Flevoland (Harrie Salari): Leeuwarden / Lelystad
3. Groningen en Drenthe (Marjolijn Janssens): Assen / Groningen
4. Gelderland (Martin van Wifferen): Arnhem / Zutphen
5. Haaglanden en Zuid-Holland Noord (Roger Dirven): Den Haag
6. Limburg (Tine van Wijk): Maastricht
7. Midden- en West-Brabant (Bert Heijnen): Roermond / Breda
8. Noord- en Zuidoost- Brabant (Franca van Montfoort): Tilburg / Den Bosch / Eindhoven
9. Noord-Holland (Marianne Thomassen): Alkmaar /Haarlem
10. Overijssel (Jelle Kleistra): Almelo/Zwolle
11. Rotterdam-Rijnmond (Hans van de Donk): Rotterdam
12. Utrecht (Peter van Eijk): Utrecht
13. Zuid-Holland Zuid en Zeeland (Els Bokhorst): Dordrecht / Middelburg

Topzwaar Landelijk Bureau met Landelijke Directie en Bureaudirectie
De samenvoeging van het Hoofdkantoor en de vijf directiebureaus leidt tot de oprichting van het Landelijk Bureau, dat zowel de Landelijke Directie als de regio’s ondersteunt. Het gaat als knooppunt van beleid en bedrijfsvoering functioneren. Met het samenvoegen van de directiebureaus en het Hoofdkantoor verandert ook de structuur van de directie. De nieuwe Landelijke Directie bestaat uit een driemanschap:

  • Ruud Nijhof is en blijft algemeen directeur;
  • Gerard van Egmond (was directeur van het directiebureau Zuid-West). Hij legt zich vooral toe op de beleidsuitvoering en stuurt zeven regio’s aan;
  • Peter Siebers (was directeur bedrijfsvoering). Hij zal zich gaan richten op de bedrijfsvoering en zal zes regio’s aansturen.

Interessant is de constructie waarbij de ene helft van de regio's wordt aangestuurd door de directeur bedrijfsvoering en de andere helft door de directeur beleid. Zal dit er nu toe leiden dat slechts de helft van de regio's overgaat tot een goede beleidsvoering, terwijl de andere helft het beleid uitvoert? Wie weet, want bij de Raad verbaast niets meer. De regio’s hebben zelf geen specialisten voor het beleid of de bedrijfsvoering in huis; daarvoor doen zij een beroep op de medewerkers van het Landelijk Bureau. Het gaat dan bijvoorbeeld om ondersteuning op het gebied van de ketensamenwerking, afhandeling van onderzoeken of personeelszaken. De wensen van de regio’s en de Landelijke Directie vormen het uitgangspunt voor de diensten van het Landelijk Bureau. Ook hier wil de Raad in haar retoriek weer graag doen geloven dat de structuur teruggaat van een achtkoppige naar een driekoppige directie. Het overzicht hieronder laat echter zien wie het managementteam van het Landelijk Bureau vormen (telt u zelf maar!). Doordat deze functionarissen nu permanent aan het landelijk bureau worden verbonden betekent dit in feite dus een ruime verdubbeling van de landelijke directiestructuur.

Managementteam Landelijk Bureau
directeur: Marlies Weijzen
hoofd Beleid: Sigrid van de Poel
hoofd Communicatie: Hester Korver
hoofd Facilitaire Zaken: John Groenewold
hoofd Financiële Administratie: Harry Roord (a.i.)
hoofd ICT: Ton Mullink
hoofd Kwaliteit, Planning & Control: Ed Stijnen
hoofd Personeel & Organisatie: Hans Verhagen

Ook hier is het weer interessant om op te merken dat hoewel de Raad in "mensen" doet, of liever: "cliënten" in de eigen terminologie, men kennelijk geen hoofd Cliëntenzaken noodzakelijk heeft geacht. Men hecht kennelijk meer waarde aan het "verkopen" van zichzelf aan het publiek middels een hoofd Communicatie. Ook dat geeft weer te denken.

Meer informatie:

Zie brochure van het nieuwe hoofd Communicatie van de Raad voor de Kinderbescherming:

De Nieuwe Organisatie van de Raad voor de Kinderbescherming
Landelijk Bureau Raad voor de Kinderbescherming; Justitie; Ministerie van Justitie; 20 december 2005

Geen opmerkingen:

Een reactie posten