KRO-Opvoeden doe je zo; William ten Brink, 8 augustus 2005
De raad voor de Kinderbescherming gaat bij eigen medewerkers een grotere deskundigheid bevorderen bij vastzittende echtscheidings- en omgangsconflicten en de invloed daarvan op kinderen. Dat is nodig, omdat de raad zich steeds meer zal moeten toeleggen op situaties, waarin scheiding een bedreiging vormt voor de ontwikkeling van kinderen.
Dat staat in het Meerjarenbeleidsplan 2005-2008 van de Raad voor de Kinderbescherming. De staatssecretaris van Justitie wil een landelijk hulpaanbod tot stand brengen voor ondersteuning van en hulpverlening aan scheidende ouders die er niet uit dreigen te komen, waardoor hun kinderen in de knel raken. De verwachting is dat dit hulpaanbod uiteindelijk toch nog veel conflicten kan voorkomen, waardoor de rechter alleen nog in zeer problematische gevallen een knoop moet doorhakken. In die gevallen kan die rechter dan een beroep doen op de expertise van de kinderbescherming.
Bij een scheiding zijn de kinderen volgens de raad het meest gediend met oplossingen die de ouders zelf, samen, tot stand brengen. Overheidsinspanningen zijn er dan ook op gericht om het aantal conflicten tussen scheidende ouders te verminderen. Tijdens een scheiding, maar ook nog lang daarna, kunnen scherpe conflicten immers veel schade toebrengen aan de ontwikkeling van kinderen.
Het wetsvoorstel ‘Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding’ van de minister van justitie beoogt voorkoming van echtscheidingsconflicten door afspraken tussen ouders die uit elkaar willen veel eerder in het scheidingsproces te maken. Ouders worden zelfs verplicht die afspraken over de verdeling van zorg- en opvoedingstaken al heel vroeg in het scheidingsproces te maken. Pas als dat niet lukt en ouders blijven ruziën is overheidsbemoeienis, en soms overheidsingrijpen, op zijn plaats.
Volgen de kinderbescherming zal die wetgeving er hopelijk toe leiden, dat veel juridische procedures tussen ouders, in het belang van de kinderen, kunnen worden voorkomen en dat er vaker, zo nodig met hulp, afspraken over de kinderen worden gemaakt tussen de scheidende ouders.
Nu de overheid haar vangnetfunctie beperkt en de burger vaker wijst op de eigen verantwoordelijkheid om zijn zaken te regelen, zal de kinderbescherming ouders ook vaker wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid bij het oplossen van gezinsproblemen. En daarvoor de wegwijzen, zo nodig met hulp of enige drang. Maar de kinderbescherming stelt de komende jaren opnieuw ook grenzen: als ouders niet bereid of onvoldende in staat zijn om hun kind de bescherming te bieden die het nodig heeft, zal de raad niet schromen om bevoegdheden te gebruiken die de belangen van het kind veilig stellen.
Meerjarenbeleidsplan RvdK 2005-2008:
Acties:
2005-2008: de Raad stopt geleidelijk met de ‘raadsondersteuning ter zitting’ naar gelang deze ondersteuning (op basis van vrijwilligheid) door derden wordt aangeboden
2005-2007: bij medewerkers grotere deskundigheid bevorderen met betrekking tot vastzittende scheidings- en omgangsconflicten en hun invloed op kinderen
2005-2007: het onderzoeksmodel voor scheidings- en omgangszaken aan de nieuwe situatie aanpassen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten