Zaterdag 4 november 2006 - Op het ministerie van Justitie heerst een cultuur van angst en intimidatie, zeggen betrokkenen. Belastende informatie belandt in een diepe la en zwijgen is huisregel nummer een. ‘Het lijkt wel of de Stasi het er voor het zeggen heeft.’
DEN HAAG – Arme Ernst Hirsch Ballin. Hij moet zich lelijk hebben verslikt tijdens de dinerpauze van het Schipholdebat. Koud drie weken in functie en zijn eigen ambtenaren sturen hem met foute informatie de Kamer in.
Een uiterst belastend rapport over de brandveiligheid van het cellencomplex was wel degelijk besproken met de directeur van Schiphol-Oost, terwijl hij de Kamer zojuist had bezworen dat dit niet zo was. De anders zachtaardige minister werd woest. „Dit zal niet zonder consequenties blijven“, brieste hij diezelfde avond in de microfoon.
Was het een domme fout van zijn ambtenaren of is er structureel iets mis bij Justitie? Dat laatste, zegt Boris Dittrich, oud-fractieleider en al 12 jaar justitiespecialist van D66. „Al die jaren zijn er justitiedossiers geweest waarover commotie ontstond. Telkens bleek informatie niet correct.“ Een paar dagen na de Schipholflater gaat het weer fout. Ditmaal rommelen ambtenaren met informatie over een tbs’er die de benen neemt tijdens begeleid verlof en in Rotterdam een serie misdrijven begaat.
De incidenten zijn vooral pijnlijk omdat Hirsch Ballin kort daarvoor zijn medewerkers nog een pluim had gegeven. De cultuur op het departement was in vergelijking met begin jaren ’90 aanzienlijk verbeterd, vond de minister. Tegenwoordig ‘worden problemen spontaan gemeld, ruim voorzien van informatie over wat zich precies heeft afgespeeld’.
Hirsch Ballin zou eens om zich heen moeten kijken, schamperen justitiemedewerkers, parlementariërs, vakbondsmensen en oud-bewindslieden. Bij gevoelige onderwerpen luidt het devies nog immer: mond dicht. Intern praten over problemen is bij Justitie geen gebruik, en praten met Kamerleden of de pers taboe.
„Ik zou het bijna terreur willen noemen“, zegt Frans Weekers, VVD-Kamerlid en advocaat. „Er heerst strikte censuur. Mensen die naar buiten treden, worden op een Oost-Europese manier op de vingers getikt.“
Hoe dat in zijn werk gaat, komt slechts een enkele keer aan de oppervlakte. Zo werd een paar weken geleden met een camera vastgelegd hoe een Haarlemse gevangenbewaarder tot zwijgen werd gemaand. „Je bent 24 uur per dag ambtenaar“, siste de gevangenisdirecteur hem toe toen de man, tijdens zijn lunchpauze, aan de NOS zijn zorgen over de bezuinigingen wilde uiten.
Direct ontslag volgde niet – misschien dankzij de ophef die over de zaak ontstond. Maar volgens bronnen bij het gevangeniswezen kreeg hij wel een flinke douw. „De bewaarder moest meteen zijn semafoon en sleutels afgeven en werd onder begeleiding buiten gezet“, zeggen zij.
Een oud-medewerker bevestigt dat het er bij de justitiële diensten en op het departement hard aan toe gaat. „Iedere week ging er wel iets fout. Niet alles werd aan de Kamer gemeld.“ Als er iets misgaat, is altijd de vraag: wie kunnen we daarop afrekenen. „Mensen werden er zó uitgeknikkerd. Dat komt omdat het afbreukrisico veel groter is dan bij andere ministeries. Er hoeft maar íets te gebeuren en je hebt een rel.“
‘Eng’, noemt vakbondsbestuurder Jan Willem Dieten van FNV AbvaKabo het als de overheid zich zo gedraagt. Hij kent genoeg voorbeelden van justitieambtenaren die een berisping kregen omdat ze hun zegje deden. „Mensen zeggen niets meer. Er wordt immers toch niet geluisterd.“
Een gevangenisbewaarder uit Brabant werd overgeplaatst toen hij zich kritisch opstelde. „Ik kreeg alleen rotklusjes te doen. Mijn nieuwe chef gaf toe dat hij opdracht had gekregen om mij wc’s te laten schoonmaken in de hoop dat ik zou weigeren, zodat ze me konden ontslaan.“ Collega’s zeiden niets, uit angst. „De cultuur binnen de gevangenis? Ziek.“
Piet Straub van de PvdA noemt het feodaal. Er is een enorme kloof tussen leiding en werkvloer. De hondse behandeling die gedetineerden soms ondergaan tijdens het vervoer van of naar de rechtbank, zoals laatst op televisie te zien was, is er een voorbeeld van. „Als de leiding je als een horige behandelt, doe jij dat ook bij anderen die nog lager in de hiërarchie staan.“
De zucht bij Justitie om de touwtjes strak in handen te houden, komt volgens kenners voort uit twee crises: de IRT-affaire (over ontoelaatbare politiemethoden) en de ‘muiterij’ van het top van het Openbaar Ministerie onder leiding van Arthur Docters van Leeuwen tegen minister Winnie Sorgdrager.
In beide gevallen bleken de ministers nauwelijks te weten wat zich afspeelde. Sorgdrager moest het tijdens heikele debatten doen met een half A4-tje, herinnert oud-staatssecretaris Ella Kalsbeek (PvdA) zich. „Te droef voor woorden.“ Beide ruzies werden uitgevochten in de pers.
Hilbrand Nawijn kreeg met de straffe wind te maken toen hij in 2002 namens de LPF aantrad als minister van Vreemdelingenzaken, onderdeel van Justitie. Eerder was hij daar hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst. „Geen enkele ambtenaar mocht met de pers of Kamerleden praten.“ Dit kwam volgens hem bij de hoogste ambtelijke baas vandaan, Joris Demmink, en zijn voorganger Harry Borghouts. „Anders kreeg je op je sodemieter. Het zijn werkwijzen van de vroegere Oost-Duitse Stasi.“
Geen enkele minister heeft de pikorde durven doorbreken, zegt Nawijn. Dat is vragen om moeilijkheden. Daar struikelen ministers over. „Als je kijkt naar zo'n Schipholbrand – je kon de problemen van mijlenver zien aankomen. Er heerst een cultuur van angst, niemand durft dingen aan de kaak te stellen. Zelfs Donner heeft het niet gered.“
De hiërarchische structuur heeft ook het Openbaar Ministerie in een lastig parket gebracht, zegt rechtspsycholoog Peter van Koppen aan. Hij noemt de kokervisie in de Schiedamse Parkmoordzaak als voorbeeld. „Alles wordt van bovenaf opgelegd. Daarmee creëer je geen tegenspraak.“
Niet alleen ambtenaren ondervinden de controlezucht van hun bazen. Ook het werk van vakbondsmensen, journalisten, onderzoekers en Kamerleden lijdt er onder. Als Alfred Lohman van CNV Publieke Zaak iets onwelgevalligs naar buiten brengt, wordt hij ‘gestraft’. „Belangrijke informatie wordt dan plots achtergehouden. Ik moet plannen die gevolgen hebben voor het personeel in de krant lezen.“ De bal hard terugkaatsen doet hij niet. „Dan kan ik de belangen van mijn leden niet meer behartigen.“
Journalisten klagen dat Justitie vooral actief informatie naar buiten brengt die het departement positief in het nieuws brengt. Belastende stukken zijn alleen na lang getouwtrek of via een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur te krijgen, zoals gebeurde na de Schipholbrand. Gevoelige informatie over asielzoekers wordt in de Kamer steeds vaker vertrouwelijk behandeld, zodat het buiten het zicht van de media blijft, is de ervaring van SP’er Jan de Wit.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid, die de Schipholbrand onderzocht, had er eveneens last van, zegt voorzitter mr. Pieter van Vollenhoven. „Het was buitengewoon ingewikkeld bepaalde informatie boven tafel te tillen. Of dat bewust of onbewust gebeurde, weet ik niet. Justitieambtenaren hebben, net als andere mensen, de neiging zaken rooskleuriger voor te stellen.“
Parlementariërs klagen steen en been. „Ik werd door een gevangenispsycholoog uitgenodigd om informeel bijgepraat te worden“, zegt Weekers. „Dat kwamen ze in Den Haag te weten en meteen moest dat bezoek gemeld worden aan het departement, met een draaiboek van minuut tot minuut. Er zouden ambtenaren worden meegestuurd, als spionnen. Je moet gewoon een kroegje opzoeken om elkaar te spreken. Dat is toch niet van deze tijd?“
Kamerleden moesten zelfs dreigen met een parlementair onderzoek om een gesprek te mogen voeren met advocaat-generaal Frits Posthumus, die bestudeerde wat er fout ging in de Schiedammer parkmoord. Weekers: „Posthumus was een onafhankelijke rapporteur, maar Donner vond dat het zijn ambtenaar was en dus konden we niet met hem spreken. We hebben het hard en onaangenaam moeten spelen om het voor elkaar te krijgen.“
De Kamer vindt dat het ministerie schoon schip moet maken. Ella Kalsbeek denkt dat krachten van buiten nodig zijn om de supertanker Justitie van koers te doen wijzigen.
Hirsch Ballin heeft daar niet veel tijd voor: over een paar maanden is zijn opvolger alweer benoemd. Toch beloofde hij de Kamer deze week plechtig, te werken aan een cultuuromslag. Met het vervangen van topambtenaren heeft hij een begin gemaakt. Die stap is essentieel, zegt PvdA’er Piet Straub. „Want een trap moet je van boven naar beneden schoonmaken. Anders het werkt het niet.“
'Stasi-praktijken' bij Justitie
De Stentor; door SANDRA DONKER EN FLOOR LIGTVOET; Internetversie; 3 NOVEMBER 2006
DEN HAAG (GPD) - Een verziekte cultuur, Stasi-praktijken, bijna-terreur, een feodale organisatie: die kwalificaties geven justitieambtenaren, Kamerleden en vakbondsbestuurders aan de cultuur op het ministerie van justitie. Ze maken zich grote zorgen over wijze waarop het ambtelijke apparaat critici en controleurs de mond probeert te snoeren.
Werknemers die zonder toestemming hun zegje doen of kritiek spuien, krijgen van leidinggevenden een berisping of worden ontslagen. ,,Ze worden op een Oost-Europese manier op hun vingers getikt'', zegt VVD-kamerlid Frans Weekers.
,,Ik zou het bijna terreur willen noemen.'' Hilbrand Nawijn, oud-minister voor vreemdelingenzaken, vergelijkt de ambtelijke top met de voormalige Oost-Duitse geheime dienst, de Stasi. Volgens Nawijn wil de top alle informatie controleren en beheersen. Deskundigen waarschuwen ervoor dat problemen en fouten door deze cultuur worden verzwegen in plaats van opgelost.
,,Ambtenaren van justitie bedenken zich wel twee keer voordat ze een misstand melden'', aldus vakbondsbestuurder Alfred Lohman van CNV Publieke Zaak. ,,Mensen zeggen niets meer'', voegt Jan Willem van Dieten van FNV ABVAKABO toe. ,,Er wordt toch niet geluisterd.''
De gesloten cultuur en gebrekkige informatievoorziening zorgde er onlangs voor dat minister Ernst Hirsch Ballin de Tweede Kamer tweemaal verkeerd informeerde. Dit is geen incident, meent de Tweede Kamer. De fracties vinden dat de cultuuromslag die Hirsch Ballin heeft aangekondigd, broodnodig is. De PvdA en GroenLinks denken dat het zelfs noodzakelijk is daarvoor iemand van buiten aan te trekken.
Ook onafhankelijke onderzoekers zeggen geregeld te stuiten op de gesloten deuren van justitie. Pieter van Vollenhoven bemerkte dat het 'buitengewoon ingewikkeld' was om voor zijn onderzoek naar de Schipholbrand de juiste gegevens te krijgen.
Dezelfde ervaring had Arno Visser (VVD) als voorzitter van de tbs-commissie. Directeuren van tbs-klinieken (die onder justitie vallen) durfden niet vrijuit te praten. Pas na lang aandringen kreeg hij informatie los.
Betrokkenen wijten de problemen aan de sterke hiërarchie en de cultuur van angst die op het departement heerst. Ambtenaren die niet in de problemen willen komen, verschuilen zich vaak achter regels. Die kunnen zich hierdoor minder verantwoordelijk gaan voelen voor de uitvoering van het beleid, waarschuwen critici.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten