donderdag, juni 07, 2007

144. Wetgeving met de rug naar ouders toe

Impressie en verslag van het kamerdebat Bevordering Voortgezet Ouderschap na scheiding van 5 juni 2007

Afgelopen dinsdagavond 5 juni 2007 vond in een verder geheel lege Tweede Kamerzaal, alleen de verplichte partijwoordvoerders waren aanwezig, het laatste plenaire kamerdebat plaats over wetsvoorstel 30 145, een wetsvoorstel dat qua naamgeving pretendeert te handelen over "het bevorderen van voortgezet onderschap na scheiding" maar dat juist de weg inslaat van eenouderschap en buitensluiting van scheidingskinderen van hun vaders en familie door de bij de uitvoering betrokken scheidingsindustrie van falende kinderbescherming, jeugdzorg, familierechters en advocatuur.

Hieronder een impressie van dit treurig stemmende kamerdebat met de rug naar ouders toe. Het volledige maar nog ongecorrigeerde verslag van dit kamerdebat vind u overigens hier.

Volgende week dinsdag 12 juni in de week van de aanloop naar vaderdag wordt dit kind- en vadervijandige wetsvoorstel 30 145 als 'vaderdagkadootje' door de regering in de Tweede Kamer in stemming gebracht. Het zal dan ook ongewijzigd aangenomen worden zo hebben de coalitiepartijen van deze Veluwecoalitie onder druk van de belangenlobbies reeds tevoren bij het sluiten van dit coalitieaccoord in de achterkamertjes met elkaar bepaald en vastgelegd.

Dat daarmee de wanpraktijken in het scheidingsrecht nog jarenlang onverminderd door zullen gaan en nog honderdduizenden kinderen meer vaderloos en grootouderloos zullen moeten opgroeien deert deze regeringscoalitie van Christen Unie, PvdA en CDA geenszins.

Haagse achterkamertjes

Op geen enkel moment tijdens de tweejarige parlementaire geschiedenis van dit wetsvoorstel 30 145 heeft de regering of de Tweede Kamer daarbij ook de ouders die het betreft geconsulteerd of zelfs maar gesproken:
Men bleek in Den Haag echter geen boodschap te hebben aan de ouders die door deze wetgeving direct betroffen zijn. Wel hebben de verantwoordelijke politici in parlement en regering en hun ambtenaren de diverse belangenlobby’s van de kinderbescherming, de jeugdzorg, de advocatuur, de rechterlijke macht, de bemiddelaars en het notariaat uitgebreid gefrequenteerd. Je kunt de eigen uitvoeringsinstantie of externe uitvoeringslobby eigenlijk zo gek niet bedenken of deze is uitgebreid om advies gevraagd of ongevraagd welwillend aangehoord:
De parlementaire geschiedenis van dit wetsvoorstel kan daarom met een gerust hart geboekstaaft worden als het schoolboekjesvoorbeeld van de achterkamertjespolitiek die politiek Den Haag van vandaag de dag zo zeer kenmerkt: Wetgeving met de rug naar de ouders (en hun groeperingen) toe die het direct betreft en aangaat.

Naast het monddood maken en negeren van de betroffen ouders en hun groeperingen is daarbij klip en klaar gebleken dat deze overheid en de in het geding zijnde belangenlobbies ook geenszins terug deinsen voor het systematisch creeëren van een sfeer van leugens, propaganda, intimidatie en zwartmakerij om hun zin door te drijven.

Impressie van het laatste kamerdebat

Het laatste kamerdebat gisteravond vormde hiervan de afspiegeling. Het was een treurig gebeuren en de zoveelste nietszeggende episode uit de Haagse stoelendans die Tweede Kamer heet rond de nu al ruim 35 jaar durende buitensluiting van kinderen van hun vaders en grootouders bij scheiding.

Naast een goede inbreng van Jan de Wit van de SP die vroeg om een heldere vastlegging in het wetsvoorstel van gelijkwaardig ouderschap, kwam het enige lichtpuntje in dit debat eigenlijk van Fleur Agema. Hoewel ik zelf geen fan ben van de polariserende opvattingen van Geert Wilders, was Fleur Agema van zijn Partij voor de Vrijheid (PVV) met kop en schouders de meest verfrissende, directe en betrokken politica in het debat over wetsvoorstel 30 145 over de “bevordering voortgezet ouderschap” van gisteravond. Fleur Agema, een politica die keuzes durft te maken en ergens voor staat, een naam om te onthouden dus.

SP wil gelijkwaardig ouderschap


1. Jan de Wit licht SP-amendement 11 toe

Een kort fragment uit het Tweede Kamerdebat in tweede termijn van 5 juni 2007 over het voortgezet ouderschap na scheiding (wetsvoorstel 30145) en het SP Amendement

2. Debat met minister van justitie Hirsch Ballin


Minister van Justitie Hirsch Ballin (CDA) in debat met dhr. De Wit (SP) over het gelijkwaardig ouderschap in het wetsvoorstel 30145 (bevordering voortgezet ouderschap na scheiding)

3. Voortgezet debat met ongemotiveerde afwijzing Hirsch Ballin


Kamerdebat tussen minister van Justitie Hirsch Ballin die meent dat gelijkwaardigheid al voldoende is gewaarborgd en de heer de Wit (SP).

Fleur Agema (PVV): betrokken en verfrissend

Fleur Agema wees haarscherp en in directe en niet omfloerste taal aan waar inzake de afbraak van het voortgezet ouderschap nu al 35 jaar de schoen wringt. De handhaving is niet effectief en deugt niet, omgangs- en ouderschapsregelingen worden daardoor massaal niet nagekomen en kinderen en ouders zijn daarvan het slachtoffer. Wie niet horen wil moet voelen stelde Fleur Agema en diende daarop in het debat een motie in om bij herhaalde niet nakoming van omgangs- en ouderschapsregelingen een minimum boete van 1000 euro op te leggen.

De motie


De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in 25% van de gevallen de omgangsregeling na de scheiding door van beide ouders wordt gefrustreerd;

van mening dat de huidige sanctiemethoden klaarblijkelijk ontoereikend zijn;

verzoekt de regering, te bevorderen dat op korte termijn een minimumsanctie

van tenminste €1000,00 opgelegd kan worden, indien bewezen is dat een van beide ouders bij herhaling de omgangsregeling frustreert, en om daartoe, zo nodig, de wet te wijzigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door het lid Agema. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 25 (30145).



Op de repliek van De Pater (CDA) dat overtreders van omgangsregelingen meestal bijstandsmoeders zijn en een boete dus “niet in het belang van het kind kon zijn” ontkende Fleur Agema niet dat een boete stevig aankomt, maar stelde tegelijk klip en klaar dat dat ook juist de bedoeling is omdat het hier gaat om ouders die zelf in strijd handelen met het belang van hun kinderen. De rechter had immers vastgesteld dat een omgangs- en ouderschapsregeling in het belang van het kind zou zijn, stelde zij vast, een kindbelang dat door deze saboterende ouders geschaad wordt.

Motie Fleur Agema inzake ineffectieve handhaving

In de daaropvolgende discussie van Fleur Agema met de voor deze falende regelingen verantwoordelijke Minister Hirsch Ballin van Justitie bleek pijnlijk hoe deze minister schouderophalend, stotterend en gelaten vaststelt dat 20 a 25 % van alle ouderschaps- en zorgregelingen na scheiding door moeders gewoon niet worden nagekomen, zonder dat deze minister daarvoor een oplossing biedt of zelfs maar wil bieden en zonder dat de wetgevende en controlerende Tweede Kamer zich ook maar enigszins druk maakt of wil maken over dit falende overheidsbeleid.

Ook de hypocrisie rond de ouderschapsplannen werd door Fleur Agema feilloos bloot gelegd. Kortom Fleur Agema durft een probleem ook bij de naam te noemen en maakt keuzes. Zij wil een probleem graag aanpakken en oplossen i.p.v. er nog eens 35 jaar omheen draaien. Fleur Agema, een naam om te onthouden dus. De volgende minister van Justitie? Graag.

Samira Bouchibti (PvdA) teleurstellend

Met alle waardering voor de inzet en betrokkenheid door Samira Bouchibti van de PvdA eerder getoond tijdens de - juist op haar initiatief en verzoek georganiseerde - Vadertop van afgelopen 10 mei, moet wat betreft haar bijdrage aan dit kamerdebat tegelijk ook vast gesteld worden dat van haar mededeling gedaan tijdens de vadertop dat de gehoorde verhalen van ouders en hun kinderen in een falend familierecht veel indruk op haar hadden gemaakt, “zoveel dat zij deze haar hele leven niet snel meer zou vergeten”, niets bleek – zelfs geen verwijzing of voorbeeld – in haar bijdragen aan dit kamerdebat. Ook gaf zij er nergens blijk van het - haar reeds een week geleden toegestuurde - Manifest van de Vadertop ook gelezen te hebben.

Elke affiniteit met het onderdeel “bevordering voortgezet ouderschap na scheiding” uit het wetsvoorstel leek in de bijdragen van Samira Bouchibti van de PvdA aan dit kamerdebat te ontbreken. Behoudens een amendement dat stiefkinderen juist wil onttrekken aan de verplichting tot het maken van ouderschapsplannen, heeft Samira Bouchibti in het debat geen woord aan het onderwerp “bevordering voortgezet ouderschap na scheiding” besteed en alleen gesproken over dat andere onderwerp, de administratieve scheiding. Dat is teleurstellend tijdens een kamerdebat waar de problematiek van kinderen, vaders en grootouders die in Nederland van elkaar buitengesloten leven door een falend familierecht juist op de kameragenda staat.

Tot zover deze impressie. Het slotakkoord van dit circus volgt volgende week wanneer het wetsvoorstel in stemming gebracht wordt. De Nederlandse democratie in een notedop.

Drs. Pieter A.N. Tromp
Stichting Kind en Omgangsrecht (KO)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten