Radboud Universiteit – 4 april 2008
Mensenrechten kwamen ooit tot ontwikkeling om burgers tegen de staat te beschermen. Staten bezitten een aantal machtsmiddelen om repressie uit te oefenen, zoals politie- en militaire macht en het strafrecht. De mensenrechten bieden de burger bescherming en tegenwicht tegen dat machtsgeweld. Het strafrecht is dus altijd begrensd geweest door de mensenrechten.
De huidige ontwikkeling kan een averechtse werking hebben, omdat het tot aanscherping van strafrecht leidt en tot het idee dat krachtig strafrechtelijk optreden zonder meer altijd vanzelfsprekend is. En dat is niet verstandig voor het rechtsgevoel van de burger. Bovendien zien we dat dan bepaalde mensenrechten gemakkelijk voor andere worden ingeruild, terwijl ze beide hun functie kunnen behouden wanneer ze vooral als beperking van en controle op staatsmacht worden gebruikt. We zien hier dat twee mensenrechten met elkaar concurreren: bescherming het recht op leven, ondergraaft het recht op vrijheid en het recht op privacy.
Voor iemand als president Bush biedt de huidige ontwikkeling ruimte: het feit dat hij mensenrechten schendt van gevangenen die zonder recht van proces en folterverbod vastzitten in Guantánamo Bay, verdedigt hij met een ander mensenrecht, dat van bescherming van het leven van burgers in de VS tegen terroristische aanslagen.
Van Kempen: 'Zo krijg je concurrentie tussen de verschillende mensenrechten en dat is een gevaarlijke ontwikkeling. Daarmee ondergraven we zestig jaar na de internationalisering van deze mensenrechten, de betekenis ervan.'
Vrij 4 april Prof. mr. P.H.P.H.C.M. van Kempen (Rechtsgeleerdheid)
15:45 uur Titel rede: Repressie door mensenrechten
E-mail: p.h.vankempen@jur.ru.nl
** Zie ook de rubriek ‘Deskundig’ in www.ru.nl/wetenschapsagenda/2/editie14 (vanaf 19 maart)
Wat weegt zwaarder: vrijheid van meningsuiting of staatsveiligheid? Bescherming van leven of recht op privacy? Als je alles mensenrechten noemt, verliezen de mensenrechten hun kracht als beschermmiddel tegen de macht van de staat. Piet Hein van Kempen, hoogleraar Rechten van de mens, pleit in zijn oratie voor meer helderheid. Want áls een mensenrecht wordt opgeofferd, moet op z’n minst duidelijk zijn: waaraan.
Piet Hein van Kempen, hoogleraar Rechten van de mens
‘Onderlinge concurrentie’ holt mensenrechten uit
Wetenschapsagenda – Editie 15 - 02/04/2008
Wat weegt zwaarder: vrijheid van meningsuiting of staatsveiligheid? Bescherming van leven of recht op privacy? Als je allerlei belangen als mensenrecht aanmerkt, verliezen de mensenrechten hun kracht. En dan kan een overheid mensenrechten zelfs inzetten voor datgene waartegen ze moeten beschermen: machtsmisbruik door de staat. Piet- Hein van Kempen, hoogleraar Rechten van de mens, pleit in zijn oratie op vrijdag 4 april voor heldere argumenten. Want áls een mensenrecht wordt opgeofferd, moet op z’n minst duidelijk zijn waarom dat gebeurt.
‘De Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens zijn kort na de Tweede Wereldoorlog tot stand gekomen als afweer tegen staatsmacht. Tijdens die oorlog hebben staten de rechten van hun burgers grof geschonden. De rol van de rechten van de mens is dus: staten in toom houden. En die rol zouden ze voorlopig ook moeten houden want er is geen aanleiding om te zeggen dat het overal in de wereld zó goed gaat dat staten vanzelf de mensenrechten wel handhaven.
Maar nu, zestig jaar later, zien we dat allerlei waarden steeds vaker worden beschouwd als mensenrecht. Bijvoorbeeld: als mijn buurman mij wil vermoorden, zou je kunnen stellen dat hij mijn recht op leven belemmert en dat de staat ervoor moet zorgen dat dat mensenrecht wordt gehandhaafd. Kijk, de staat moet er natúúrlijk voor zorgen dat de ene burger de andere burger niet de hersens inslaat. Maar het is gevaarlijk die verplichting af te leiden uit de rechten van de mens. Beter is om aan te knopen bij de staatssoevereiniteit: het zijn van een staat brengt de verantwoordelijkheid mee in een goed juridisch stelsel te voorzien, waarin burgers onder andere tegen elkaar worden beschermd.
Nou zou je kunnen zeggen: wat maakt het uit hoe je het noemt, het resultaat is toch hetzelfde? Maar die conceptuele verschuiving van mensenrechten als afweer tegen de staatsmacht naar mensenrechten als afweer tegen alles wat bedreigend is, heeft wél consequenties. Want als je alles wat van waarde is mensenrecht noemt, kun je rechten tegen elkaar gaan afzetten en uitspelen. En dan zal het ene ‘mensenrecht’ het afleggen tegen het andere. De mensenrechten zullen dan uiteindelijk verliezen aan vermogen om staatsmacht te controleren en beperken. Bovendien wordt dan minder scherp waaraan de concessies precies zijn gedaan: in de nieuwe opvatting van mensenrechten hebben deze dan immers altijd zowel gewonnen als verloren.
Bijvoorbeeld: in Guantanamo Bay schenden de VS mensenrechten van gevangenen met een beroep op een ander mensenrecht: de staat wil burgers beschermen tegen de onmenselijke behandeling van terreur. Maar moet je staatsveiligheid wel een mensenrecht noemen of is dat wat anders?
Als een mensenrecht wordt opgeofferd, moet helder zijn dát dit gebeurt en op grond van welke argumenten. En die argumenten moeten controleerbaar en helder zijn. Want anders wordt het vermogen van mensenrechten om de staat te controleren, uitgehold. En dat is, maar dat lijkt me duidelijk, een onwenselijke ontwikkeling.’
Prof. mr. Piet Hein van Kempen is hoogleraar Rechten van de mens aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij is deskundig op het gebied van het Nederlandse straf- en strafprocesrecht, strafrechtelijke ontwikkelingen in het recht van de Europese Unie en de Europese en internationale mensenrechten. Op vrijdag 4 april spreekt hij zijn inaugurele rede uit, ‘Repressie door mensenrechten’.
Contact
- Piet Hein van Kempen (024) 361 55 38 :: p.h.vankempen@jur.ru.nl
- Wetenschapsredactie (024) 361 60 00 :: E-mail
Prof. mr. P.H.P.H.M.C. van Kempen
Radboud Universiteit - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - Straf- en strafprocesrecht
Naam: Prof. mr. P.H.P.H.M.C. van Kempen
Roepnaam: Piet Hein
Telefoon: 024 46615538
Email: p.h.vankempen@jur.ru.nl
Postadres: Postbus 9049, 6500 KK Nijmegen
Bezoekadres: Thomas van Aquinostraat 6, Nijmegen
Piet Hein van Kempen (1969, Goirle) is hoogleraar bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Radboud Universiteit Nijmegen met als leeropdracht Rechten van de Mens. De leeropdracht is ondergebracht in het centrum Staat en Recht. Hij is hier tevens universitair hoofddocent strafrecht.
Piet Hein van Kempen studeerde van 1991-1995 Nederlands recht met als afstudeerrichting Straf(proces)recht aan de Universiteit van Tilburg. Hij studeerde hier cum laude af. Hij promoveerde in 2003 aan diezelfde universiteit op de dissertatie: “Heropening van procedures na veroordelingen door het EHRM. Over redres van schendingen van het EVRM in de afgesloten strafzaken alsook afgesloten civiele en bestuurszaken.” Daarvoor was hij werkzaam als docent strafrecht aan de Universiteit Leiden, als onderzoeker bij het T.M.C. Asser Instituut voor internationaal publiek en privaatrecht te Den Haag en als postdoc procesrecht aan de Universiteit van Tilburg.
Zijn expertise betreft het Nederlandse materiële strafrecht en strafprocesrecht, de strafrechtelijke ontwikkelingen binnen de Europese Unie en de rechten van de mens in het Europese en internationale recht. Wat betreft de rechten van de mens richt het onderzoek zich op de ontwikkeling van de toezichtmechanismen en op de betekenis van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en andere internationale mensenrechteninstrumenten voor nationale rechtsstelsels en voor het rechtsdenken van Nederland en andere lidstaten op diverse deelterreinen (variërend van godsdienstvrijheid tot de eerlijkheid van processen tot de journalistieke vrijheid van informatiestromen). Een kernaandachtspunt vormt de mogelijkheid tot doorwerking van internationale mensenrechten in het nationale recht en de problemen waarmee dit gepaard gaat. Zo is de vraag hoe mensenrechten nationale rechtsstelsels kunnen versterken en hoe deze die stelsels tegelijkertijd kunnen ontwrichten. Verder wordt gekeken hoe mensenrechtenschendingen kunnen worden voorkomen en geredresseerd en hoe mensenrechten een impuls geven voor internationale organen, staten en non-gouvernementele organisaties. Niet alleen voor de internationale en Europese mensenrechten, maar ook voor de strafrechtelijke ontwikkelingen binnen de Europese Unie geldt dat in het onderzoek daarnaar de invloed op het nationale recht een centraal thema is. Daarbij is er zowel aandacht voor de betekenis van concrete Europese regelgeving voor het nationale strafrecht als voor de versterkende en ontwrichtende consequenties van die invloed voor nationale rechtsstelsels in het algemeen. Ook geldt voor alle drie aandachtsgebieden – het Nederlandse straf(proces)recht, het strafrecht door de Europese Unie, de rechten van de mens – dat meer klassieke onderwerpen daarbinnen onderwerp zijn van onderzoek.
Actuele thema’s op de drie aandachtsterreinen zijn: strafrechtelijke bestrijding van terrorisme, systeemveranderingen van het materiele strafrecht en strafprocesrecht, ontwikkeling van politiële en justitiële samenwerking in de Europese Unie, bescherming van mensenrechten in en door de Europese Unie, transities na mensenrechtelijke tragedies, humanitaire interventies en het voorkomen en bestraffen van misdaden tegen de menselijkheid.
Sinds 2004 is prof. mr. P.H.P.H.M.C. van Kempen plaatsvervangend rechter te ’s Hertogenbosch. Hij is redacteur van het NJCM-bulletin, het Nederlands Tijdschrift voor de Mensenrechten, en bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Rechtsvergelijking. Eerder was hij secretaris van de redactie van Delict en Delinkwent, Tijdschrift voor Strafrecht, en maakte hij deel uit van werkgroepen van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak met het oog op de advisering over beoogde wetgeving.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten