zaterdag, maart 10, 2007

116. SP Kamervragen over Duits onderhoudsverhaal op Nederlandse grootouders

Noord Hollands Dagblad, zaterdag 10 maart 2007:

(Klik op bovenstaande afbeelding om het artikel beter te kunnen lezen)










Vragen van de leden Van Bommel en De Wit (beiden SP) aan de minister van Justitie.

1. Kent u het bericht ‘Duitse wil alimentatie van Hoorns paar’? (1)

2. Is het juist dat naar Duits familierecht alimentatie kan worden geëist van grootouders terwijl dit naar het Nederlands familierecht niet mogelijk is? Indien ja, komt dit vaak voor?

3. Zijn er meer landen in de Europese Unie die op dit punt een van ons land afwijkend alimentatierecht hebben? Indien ja, welke landen zijn dat?

4. Is het naar uw opvatting wenselijk dat er op dit vlak harmonisatie plaatsheeft?

5. Acht u het wenselijk dat er op dit vlak een uitzondering komt in het kinderalimentatieverdrag om te voorkomen dat uitsluitend om reden van alimentatie voor vestiging in Duitsland te kiezen?


(Klik op bovenstaande afbeelding om het artikel beter te kunnen lezen)


Bibliografische beschrijving
Vragen van de leden Van Bommel en De Wit (beiden SP) aan de minister van Justitie over het alimentatierecht. (Ingezonden 1 maart 2007)

Inhoud:
Een Duitse wil alimentatie van een Hoorns paar, omdat naar Duits familierecht alimentatie kan worden geëist van grootouders. Het zou wenselijk zijn het alimentatierecht te harmoniseren.

Rubriek(en):
- Burgerlijk recht en burgerlijk procesrecht (Personen- en familierecht)
- Internationale betrekkingen (Europese Unie)
- Staats- en bestuursrecht (Internationale rechtsorde)

Trefwoorden: Alimentatie; Europees recht; Internationaal recht

Bestand: 14 Kb - Parlando
Vindplaats: Kamervragen 2006-2007, vraagnr. 2060708460, Tweede Kamer
Vraagnr. bij indiening: 2060708460
Indieners: Van Bommel(SP) / De Wit(SP)
Datum indiening: 01-03-2007
Document-id: V060708460
Omvang: 1 pag.


115. Kabinet, pak echtscheidingscultuur aan

Bescherming huwelijk in het belang van verreweg de meeste kinderen

Reformatorisch Dagblad – René Diekstra en Wim Orbons - Open brief – 6 maart 2007

„De ernstige en grote negatieve gevolgen van (echt)scheiding zijn in veel binnen en buitenlandse onderzoeken beschreven. Kinderen van gescheiden ouders leven korter, statistisch gezien, hebben een grotere kans op armoede (ook als volwassenen) en achterstand, doen het slechter op school, hebben vaker emotionele of psychische klachten, lopen meer kans op gezondheidsproblemen en seksueel misbruik, raken vaker aan drank en drugs en belanden eerder in de (jeugd)criminaliteit.” Foto RD, Anton Dommerholt

... ernstige en negatieve gevolgen...


Het is van groot belang dat het nieuwe kabinet aandacht besteedt aan de (echt)scheidingscultuur in Nederland. Die heeft ernstige en grote gevolgen voor de sociale, financiële en maatschappelijke samenleving, in het bijzonder voor kinderen, schrijven prof. dr. René Diekstra en Wim Orbons in een brief aan minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin.

Geachte heer Rouvoet,

Naar aanleiding van het regeerakkoord en de samenstelling van een nieuw kabinet willen wij als expertgroep van het manifest ”Integriteit van het ouderschap”, dat in het voorjaar van 2004 aan de toenmalige minister van Justitie is aangeboden, aandacht vragen voor de (echt)scheidingscultuur, die zulke ernstige en grote gevolgen heeft voor de sociale, financiële en maatschappelijke samenleving. In het bijzonder verdient het belang van kinderen daarbinnen aandacht.

Vrijwel alle politieke partijen schenken in hun verkiezingsprogramma’s ruim aandacht aan het gezin. Er is inmiddels zelfs een minister voor Jeugd en Gezin. Een goed signaal. Wat ontbreekt zijn maatregelen om het traditioneel samengestelde gezin te versterken, bij elkaar te houden en (echt)scheiding te ontmoedigen.

Volgens het CBS (”Bevolkingstrends”, vierde kwartaal 2005) vinden er jaarlijks bijna 110.000 echt- en flitsscheidingen en verbrekingen van samenwoonrelaties plaats, waarbij bijna 60.000 kinderen zijn betrokken. De ernstige en grote negatieve gevolgen van (echt)scheiding zijn in veel binnen- en buitenlandse onderzoeken beschreven. Kinderen van gescheiden ouders leven korter, statistisch gezien, hebben een grotere kans op armoede (ook als volwassenen) en achterstand, doen het slechter op school, hebben vaker emotionele of psychische klachten, lopen meer kans op gezondheidsproblemen en seksueel misbruik, raken vaker aan drank en drugs en belanden eerder in de (jeugd)criminaliteit.

Door echtscheiding en verbroken relaties worden in Nederland ruim een miljoen kinderen in een halve eeuw minder geboren (CBS en de Nederlandse GezinsRaad (NGR), 2001). Opmerkelijk is dat in de discussies over de vergrijzing daar niet over wordt gerept. Zelfs niet nu volgens het CBS het jaar 2006 vermoedelijk het laagste aantal geboorten te zien heeft gegeven sinds 1900.

Scheidingskinderen hebben zelf een twee tot drie keer grotere dan normale kans op scheiding (CBS, 2005). Twee keer zo groot indien het kind opgroeit bij één gescheiden ouder en drie keer indien het opgroeit bij twee gescheiden ouders (twee ouders die ieder uit een scheiding met elkaar een nieuwe relatie hebben gevormd). Een neerwaartse spiraal, die zich, via socialisatie van relatiemodellen, zal doorzetten bij ongewijzigd kabinetsbeleid.

Prioriteit
Indien instandhouding of bescherming van het huwelijk (of samenwoonrelatie) in het belang van verreweg de meeste kinderen de nodige prioriteit krijgt, zijn minstens drie maatregelen noodzakelijk.

1) Het bijstellen van de eenzijdige schuldloze (echt)scheiding zonder motivering. Het eenzijdig opzeggen van huwelijken (of samenwoonrelaties) zonder valide motivatie moet zo niet onmogelijk, in ieder geval moeilijker worden, zeker indien daar minderjarige kinderen bij betrokken zijn. In zekere zin op dezelfde wijze als het nu ook onmogelijk is een hypotheek of een levensverzekering eenzijdig op te zeggen, zonder dat daar passende (financiële) compensatie tegenover staat. Degene die de trouwbelofte en het huwelijkscontract (of samenwoonrelatie) wil verbreken, moet daarop worden afgerekend, bijvoorbeeld bij de verdeling van vermogen. Ook kan gedacht worden aan het verminderen van hoogte en duur van de partneralimentatie ten nadele van degene die het huwelijkscontract eenzijdig wil beëindigen. Opmerkelijk is in ieder geval dat voor alle contracten die eenzijdig worden ontbonden geldt dat (financiële) compensatie de norm is, behalve voor het huwelijkscontract.

2). Huwelijken (of samenwoonrelaties) kunnen pas na een jaar afkoelingsperiode (zoals bijvoorbeeld in Duitsland) en een verplichte relatietherapie (zoals bijvoorbeeld in Noorwegen) worden ontbonden door een daarin gespecialiseerde (relatie)rechtbank. Voor vrijwel alle (arbeids)contracten, die eenzijdig worden verbroken, gelden opzegtermijnen. Voor het belangrijkste contract: het huwelijk (of samenwoonrelatie) geldt dit niet. Bemiddeling zou er primair op gericht moeten zijn om te bezien of het huwelijk (of de samenwoonrelatie) in stand kan blijven en niet, zoals momenteel in de praktijk voornamelijk gebeurt, op het versoepelen van de afhandeling van de (echt)scheiding.

3). Een gehandhaafd gelijkwaardig ouderschap na een onvermijdelijke scheiding, zoals recent in België is ingevoerd. Een belangrijk neveneffect van gelijkwaardig ouderschap na scheiding is dat het aantal scheidingen zal verminderen. Uit onderzoek naar circa 43.000 scheidingen (Brinig en Allen, Iowa, 2000) blijkt dat als een ouder -meestal de moeder- na scheiding niet de kinderen kan meekrijgen met uitsluiting van de andere ouder -meestal de vader- het aantal scheidingen vermindert.

De zogenaamde flitsscheiding moet onmogelijk worden gemaakt. Maar ook andere (echt)scheiding zou naar ons oordeel moeilijker moeten worden gemaakt, zeker indien daar kinderen bij betrokken zijn. Een eventuele vrees dat, als scheiden moeilijker wordt, waar geen weldenkend mens tegen kan zijn, er minder mensen voor het huwelijk (of samenwoonrelatie) zullen kiezen, kan ondervangen worden door mensen verplicht een huwelijkscontract te doen aangaan indien zij aangifte doen bij de burgerlijke stand van hun (eerste) kind. Daarmee krijgen alle kinderen en ouders dezelfde rechten én plichten tegenover elkaar.

Levenslange schade
Uit recent onderzoek van wetenschappers van de universiteit van Michigan en het Duitse Economisch Onderzoeksinstituut onder leiding van Richard Lucas, die achttien jaar lang 30.000 mensen volgden, blijkt dat (echt)scheiding voor levenslange schade zorgt. Bovendien is (echt)scheiding een belangrijke factor van armoede (en armoede maakt de waarschijnlijkheid op andere negatieve verschijnselen, zoals (jeugd)criminaliteit, groter).

De meeste politieke partijen zijn terecht van oordeel dat de overheid moet toezien op handhaving van de vastgestelde alimentatie- en omgangsregelingen. Maar alimentatieregelingen zijn niet zo’n groot probleem. Via het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) wordt in het merendeel van de gevallen de alimentatie bij weigering alsnog bij de betreffende ouder geïnd. Veel problematischer is dat omgangsregelingen niet worden gehandhaafd. Bijna de helft van de kinderen heeft na scheiding geen of nauwelijks contact met beide ouders volgens het CBS. Naar ons oordeel moet omgang tussen ouders en kinderen altijd mogelijk zijn en plaatsvinden (tenzij bijvoorbeeld de rechter een ouder heeft veroordeeld voor kindermishandeling, -verwaarlozing en dergelijke).

Overigens hebben veel omgangsregelingen, dikwijls van het type ”een weekend in de twee weken”, weinig met opvoeding van doen. Uit een reeks van onderzoeken blijkt dat de samenhang tussen de ontwikkeling van kinderen en actieve betrokkenheid (qua gedrag en opvattingen) van de vader ten minste gelijk is en volgens sommige studies zelfs enigermate groter is dan de samenhang met gedrag en opvattingen van moeder. Dat geldt voor zonen, maar ook voor dochters over de hele leeftijdsperiode van 0 tot 18 jaar, en het geldt voor kinderen ongeacht cultuur, etnische afkomst en sociale klasse.

Daarom is vanuit opvoedkundig oogpunt verblijfsco-ouderschap, zoals recent in België is ingevoerd, te prevaleren als uitgangspunt boven omgangsregelingen, mede gelet op de neveneffecten ervan. Natuurlijk is verblijfsco-ouderschap niet in alle gevallen voor kinderen ideaal of praktisch haalbaar. Maar het vermindert wel het aantal scheidingen, en dat is voor verreweg de meeste kinderen (en de samenleving) wel ideaal. Amerikaans metaonderzoek (onder andere Benjamin & Irving, 1989 en Bauserman, 2002) wijst uit dat ouders bij gedeeld ouderschap minder vaak ruzie hebben en dat psychische aandoeningen bij kinderen niet vaker voorkomen. Verbreken van contact met een van de ouders kwam bijna niet meer voor.

Loyaliteitsconflicten
Voor wat betreft de langetermijngevolgen van (echt)scheiding hechten we eraan nog het volgende op te merken. Uit een recent Belgisch onderzoek (Bracke, Gouwy en Wauterickx, Gent, 2006) blijkt dat scheidingskinderen ruim twintig jaar later nog lijden onder de scheiding. Dat betekent onder andere dat kinderen van een scheiding meer last hebben dan van de dood van hun vader of moeder. Dat ligt in zekere zin ook voor de hand. Terwijl bij overlijden rouwverwerking kan plaatsvinden en loyaliteitsconflicten en ”het heen en weer worden getrokken tussen twee vuren” niet aan de orde zijn, is bij scheiding de relatie tussen kind en ouders een continue opgave vol van ambiguïteit, onzekerheid, kwesties van loyaliteit en problematische beeldvorming omtrent het omgaan met (relatie)conflicten.

Wat dat betreft is ook veel betekenend dat (echt)scheiding de kans sterk vergroot dat kinderen op latere leeftijd ook ”van hun ouders scheiden”. Dat wil zeggen dat er geen contact meer is of dat het contact heel erg ’dun’ is. Het spreekt voor zich dat dit gevolg voor beide kanten (ouders en kinderen) een belangrijke bron van onwelbevinden, spanning en gezondheidsklachten is. In ieder geval is het aantal ouders dat door hun volwassen kinderen ’verlaten’ wordt aanzienlijk groter onder de groep gescheidenen.

Naast andere factoren speelt daarbij een rol dat terwijl de dood voor kinderen te begrijpen is, (echt)scheiding -in ieder geval in ’matige’ huwelijken (of samenwoonrelaties)- dat vaak niet is. Uit een grootschalig onderzoek (Waite e.a., Chicago, 2002) blijkt dat een slechte relatie beter is dan een scheiding. Bovendien is de ’slechte’ relatie, bijvoorbeeld als gevolg van stress op het werk of door de komst van een (huil)baby, vaak maar tijdelijk.

Daarnaast blijkt uit onderzoek dat ’slechts’ minder dan 30 procent van de gescheidenen zegt na (echt)scheiding gelukkiger te zijn. Zelfs uitgesproken ’slechte’ huwelijken (of samenwoonrelaties) die ontbonden worden zijn voor kinderen soms niet te begrijpen. Tijdens zijn verblijf op de Nederlandse ambassade in Syrië vroeg Ammar aan zijn moeder Janneke Schoonhoven: „Als papa en jij zo’n hekel aan elkaar hebben, waarom hebben jullie dan samen kinderen gekregen?” Volgens de Californische onderzoekster Judith Wallerstein is slechts 10 procent van de kinderen na scheiding even gelukkig als ervoor.

Internationale kinderontvoeringen zijn strafbaar en hebben hetzelfde resultaat als het negeren van omgangsregelingen: namelijk het onttrekken van kinderen aan hun ouder, meestal vader. Voor binnenlandse ’kindermeename’ vóór (echt)scheiding en het negeren van omgangsregelingen na (echt)scheiding, wat niet strafbaar is -althans als moeders zich hier schuldig aan maken-, hebben OM en rechtspraak de spelregel: afdwingen van omgang tussen een gescheiden vader en zijn kind is niet in het belang van het kind. Dat is onzes inziens een merkwaardig en verkeerd signaal. Want het opent de weg voor onwillige ouders (meestal moeders) na scheiding om omgangsregelingen straffeloos te negeren. Het suggereert bovendien alsof het wel in het belang van het kind is dat het van de ene dag op de andere zijn vader niet (nooit) meer ziet. De genoemde door OM en de rechtspraak gehanteerde regel bevordert onzes inziens op deze wijze de scheidingscultuur.

Meerderheden
Een minister voor Jeugd en Gezin is, zoals reeds gezegd, een belangrijk signaal. Wij roepen deze minister op nog eens kritisch te kijken naar de oorzaken van de scheidingscultuur (vooral de invoering van de eenzijdige schuldloze opzegging van het huwelijk begin jaren zeventig), en naar de definitie van het huwelijk en het gezin. Want het heeft er op dit moment alle schijn van dat minderheden (homoparen en het almaar toenemende aantal eenouder- en stiefgezinnen) meer invloed te hebben op de politieke discussie, en daarmee op politici c.q. wetgeving, dan meerderheden: het traditioneel samengestelde gezin van man, vrouw en kind, getrouwd of niet.

Het belang van het terugdringen van (echt)scheidingen kan niet gemakkelijk overschat worden. Het betekent onder andere minder belasting van diverse overheidsvoorzieningen, met name de Bureaus Jeugdzorg. Tachtig procent van de kinderen die bij Bureau Jeugdzorg belanden, komt uit een gebroken eenoudergezin. Het voortdurend uitbreiden van het budget van de Bureaus Jeugdzorg is onzes inziens voor een (aanzienlijk) deel symptoombestrijding. Het is op dat punt veelbetekenend dat de Bureaus Jeugdzorg, ondanks hun naamgeving, weinig doen aan de bevordering en bescherming van de kwaliteit van de ontwikkelingsomgeving van kinderen en jeugdigen en evenmin aan vroegtijdige signalering van problematische gezinssituaties/ouderrelaties. Ook andere instanties zijn op deze belangrijke opgaven nauwelijks toegesneden danwel daarvoor uitgerust. Onzes inziens is op deze punten ruimte voor zeer aanzienlijke verbeteringen van jeugd- en gezinsbeleid.

Het betekent ook terugdringen van huiselijk geweld, ook in zijn fatale vorm. Zoals het in april 2006 verschenen rapport ”Voldoende Schakels maar Geen Keten” -het verslag van het onderzoek naar een Haags gezinsdrama (waarbij vier doden vielen) en naar het functioneren van het convenant huiselijk geweld- onder meer heeft laten zien, fungeert huiselijk geweld veelal tegen de achtergrond van scheiding of dreigende scheiding.

Het betekent voorts het verminderen c.q. voorkomen van ernstige emotionele en gedragsproblemen onder zowel kinderen en jongeren als volwassenen. En ten slotte betekent het een toename van interpersoonlijk en sociaal vertrouwen. Het dalen van het (echt)scheidingscijfer betekent het stijgen van vertrouwen en de toename van sociale samenhang tussen de leden van een gemeenschap.

Prof. dr. René Diekstra is hoogleraar psychologie aan de universiteit van Middelburg, lector jeugd en opvoeding aan de Haagse Hogeschool en wetenschappelijk adviseur van het college van B en W van Rotterdam. Wim Orbons is gezondheidseconoom, voormalig bestuurder van gezondheidszorgorganisaties en contactpersoon van de expertgroep van het manifest ”Integriteit van het ouderschap” (2004).

omhoog

dinsdag, maart 06, 2007

114. Stemadvies voor de verkiezingen van morgen 7 maart 2007

Stemadvies aan scheidingsouders voor de verkiezingen van morgen 7 maart 2007

Positief stemadvies:
(a) Socialistische Partij;
(b) Christen Unie;
(c) D66

Morgen 7 maart zijn de verkiezingen voor de Provinciale Staten in Nederland en daarmee ook de verkiezingen van de Eerste Kamer in Nederland. Mischien niet iets waar u nu direct wakker van ligt. Toch zijn het juist deze verkiezingen geweest die de afgelopen jaren een sleutelrol hebben gespeeld bij de falende aanpak van de jeugdzorg en het familierecht in Nederland.

Enerzijds omdat maar weinig mensen zich realiseren dat het juist de provincies zijn die in Nederland het Jeugdzorg- en kinderbeschermingsbeleid bepalen. De falende Jeugdzorg en Kinderbescherming valt dus direct onder hun falend beleid. Anderzijds omdat de uitgebrachte stem tijdens de Provinciale Statenverkiezingen van a.s. woensdag ook doorteld in de verkiezing van de Eerste Kamer in Mei a.s. Het zijn immers de verkozen statenleden die in mei de Eerste Kamer zullen kiezen.

En het waren juist de verkozen juristen in de Eerste Kamer die uit het eigenbelang van hun beroepsgroep nu al decennialang een hervorming van het falende Familierecht in de Eerste Kamer effectief blokkeren. De laatste blokkade dateert van vorig jaar zomer toen de verzamelde juristen uit de Eerste Kamer in Juni 2006 het Wetsinitiatief op Gelijkwaardig Ouderschap na Scheiding van het Tweede Kamerlid Ruud Luchtenveld dat in de Tweede Kamer was aangenomen alsnog naar de prullenbak hebben verwezen. De juristen uit de Eerste Kamer uit met name de politieke partijen het CDA, de PvdA en de VVD zijn daarmee, in een monsterverbond met hun broeders en zusters uit de advocatuur en de familierechtspraak en de ambtenaren van het Ministerie van Justitie, direct verantwoordelijk voor de nu al decennia durende stagnatie in de noodzakelijke hervorming van het falende familierecht.

GA MORGEN VOORAL WEL STEMMEN!!
Gescheiden ouders en kinderen worden daarom opgeroepen om MORGEN NU EENS WEL te gaan STEMMEN voor de Provinciale Statenverkiezingen, OOK EN VOORAL OMDAT DIE IN MEI A.S. WEER BEPALEND WORDEN VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE EERSTE KAMER. Want door niet te gaan stemmen worden juist de boosdoeners, de grote partijen CDA, PvdA en VVD, die hervorming van het familierecht nu al jarenlang blokkeren, in Staten en de Eerste Kamer bevoordeeld. GA MORGEN DUS VOORAL WEL STEMMEN!!

STEMADVIES VOOR MORGEN
Zowel de Socialistische Partij (SP) als D66 hebben in hun verkiezingsprogramma's expliciet gekozen voor hervorming van het falende familierecht op grond van GELIJKWAARDIG OUDERSCHAP.
De Christen Unie (CU) is daarnaast in het huidige kabinet de partij die met de bezetting door Andre Rouvoet van het Ministerie voor Jeugd en Gezin het meeste hoop biedt op een verandering in de huidige criminele buitensluiting van ouders en kinderen van elkaar in het familierecht en de jeugdzorg.

Het stemadvies voor morgen luidt daarom:
(a) Socialistische Partij;
(b) Christen Unie;
(c) D66

Daarnaast: Stem NIET op CDA, PvdA en VVD. Zij zijn namelijk degenen die nu al 40 jaar directe verantwoordelijkheid dragen voor het buitensluitingsbeleid van de Nederlandse overheid naar scheidingsouders en hun kinderen in de falende jeugdzorg en het falende familierecht.

Peter Tromp
Pedagoog, Vader Kennis Centrum

Every child needs both parents

zondag, maart 04, 2007

113. Minister voor Jeugd en Gezin moet mensen weer met elkaar verbinden

Echtscheiding trekt de samenleving uit elkaar

Bron: Dit artikel is verschenen in CV·Koers (Opinieblad voor de Christen Vandaag; maart 2007)


kaders:

Echtscheiding in cijfers

De kinderen: cijfers

De kinderen: effecten

Politiek en maatschappij

Trouwen is uit, scheiden is in. Maar de huidige echtscheidingsgolf kent vooral verliezers. En de maatschappelijke gevolgen zijn groot. De minister voor Jeugd en Gezin heeft heel wat bereikt als hij op dít punt een cultuuromslag kan bewerken.

Door Tjirk van der Ziel

Scheiding is een leven lang lijden. Dat geldt voor partners die uit elkaar gaan, maar zeker ook voor kinderen. Hun gevoel van veiligheid en geborgenheid kan ernstig worden beschadigd. Het veroorzaakt negatieve emoties zoals boosheid, verdriet en angst voor het definitieve verlies van een ouder. Soms raken kinderen volledig uit het lood geslagen; schoolresultaten hollen achteruit, er zijn problemen met drank of drugs, het pad richting agressief gedrag wordt sneller ingeslagen, ze zijn op te jonge leeftijd met seksualiteit bezig. Bovendien is de kans groot dat hun eigen relaties later ook mislukken, met als gevolg een vicieuze cirkel van verwaarlozing, depressiviteit en zelfs criminaliteit. Relatiebreuk grijpt dan ook diep in, niet alleen voor betrokkenen maar ook voor de gehele samenleving.

Een scheiding is voor een kind soms dramatischer dan het overlijden van één van de ouders, stelt Liesbeth Groenhuijsen, echtscheidingsdeskundige en GZ-psycholoog in Rotterdam. ,,Ik heb weleens het verwijt gekregen of ik dat nu wel zo kan zeggen. Natuurlijk is de dood van een ouder afschuwelijk, maar kinderen ontvangen dan erg veel steun uit hun omgeving. En de overgebleven ouder rouwt met het kind. Samen stellen ze alles in het werk om de goede herinneringen levend te houden. Bij echtscheidingen ontbreekt die steun meestal volledig. Een kind moet er helemaal alleen doorheen. Het gaat erom of een kind de liefde voor de ouders mag blijven voelen. Maar ouders blijven na een scheiding elkaar vaak zwart maken. Daarmee pakken ze hem of haar die liefde af.’’

Volgens Groenhuijsen is een gedwongen keuze tussen ouders funest. ,,Eén van de basale psychologische wetten luidt dat kinderen van beide ouders houden. Als een kind moet kiezen, dan loopt het schade op, een vorm van dissonantie in de persoonlijkheid. Met die innerlijke verscheurdheid kun je echt niet goed groot worden. Kinderen moeten zich in een stabiele omgeving kunnen ontwikkelen. Er moet rust en vertrouwen zijn. Maar als ouders uit elkaar gaan en er komen nieuwe partners over de vloer, dan vragen ze zich af: ‘Hoe inwisselbaar zijn mensen, en hoe inwisselbaar ben ik zelf eigenlijk?’ Uit literatuur blijkt dat kinderen uit echtscheidingsgezinnen een verhoogd risico lopen om zich niet te hechten. Ze zijn bang om zich aan iemand te binden en ontwikkelen een onzekere identiteit. Dat hoeft je natuurlijk niet te verbazen.’’

Daar komt bij dat een kind al vroeg in de gaten heeft dat het op beide ouders lijkt. Ruzie of haat tussen partners betekent een breuk in het kind zelf. ,,Mensen denken dat scheiding alles oplost. Maar de waarheid is dat ze vaak al zo veel conflicten hebben gehad, dat die daarna gewoon doorgaan. Juist daaraan gaat een kind kapot. Opvallend veel stellen blijven na de scheiding ontredderd achter: ‘We dachten eruit te zijn, maar nu zitten we nog meer in de problemen dan voorheen.’ Ik ben ervan overtuigd dat dit mede komt door onze instant-behoeftencultuur. Via films en soaps krijgen we een erg gemakkelijke manier van leven voorgeschoteld, waardoor heel veel mensen niet meer hun stinkende best doen om problemen in hun relatie op te lossen.’’

Leren verbreken

Psycholoog, therapeut, wetenschapper en schrijver Martine Delfos noemt naast veranderingen in gezins- en seksuele moraal de huidige ,,egomaatschappij’’ als grootste boosdoener. De mens staat centraal, het eigenbelang gaat voor. Dat is niet altijd zo geweest. Eeuwenlang was het individu met zijn talenten en mogelijkheden ondergeschikt aan grotere machten en belangen in de samenleving. Dankzij de individualisering kwam er meer aandacht voor de uniekheid van elk mens. Een goede ontwikkeling, meent zij. ,,Maar wat we ondertussen verloren en verwaarloosd hebben, is het bewustzijn dat we met elkaar moeten leven. We weten niet meer hoe je moet geven en nemen, hoe je samen iets opbouwt. Er heerst een enorme druk om jezelf te ontplooien. Alles hebben we ook beschikbaar om te verdwalen: uitgaan, reizen, van alles meemaken, zeker ook op seksueel gebied.’’

Zadelen we de volgende generatie op met grote aantallen nieuwe echtscheidingen? ,,Eigenlijk leren we onze jongeren minder om relaties te behouden. We leren hun juist relaties met een scheiding te verbreken. Zijn er problemen? Dan uit elkaar. Ze zien het voortdurend om zich heen. Zo worden ze getraind.’’

Martine Delfos maakt van dichtbij mee hoe kinderen kunnen zuchten onder de gevolgen van echtscheiding. ,,Zij verliezen de vanzelfsprekendheid van het leven. Hun bestaansrecht staat op het spel. Ik zeg weleens: ‘Breken van de hoop is het einde van de jeugd.’ Dat is écht zo. Kinderen raken van zichzelf vervreemd. Er komt een laagje vernis over hen heen. Het zien mislukken van een relatie maakt dat ze gaan denken: ‘Ik begin er helemaal niet meer aan.’ Relatievorming is een heel groot probleem in onze samenleving geworden.’’

Vorige maand verscheen het boek Ik hou van twee mannen, over meervoudige liefde. Volgens auteur Ageeth Veenemans biedt het hebben van meerdere liefdesrelaties een oplossing voor echtscheiding. De vrijheid om vreemd te gaan zou de angel uit veel echtelijke ruzies halen. Een andere recente publicatie, Stout, van Heleen van Royen en Marlies Dekkers, roept vrouwen op vooral ,,stout’’ te zijn, door zich te storten op erotisch flirten zonder zich te bekommeren om wat wel en niet kan. Kees de Hoog, hoogleraar gezinssociologie aan Wageningen Universiteit, hekelt beide boeken omdat ze ,,drempelverlagend’’ werken. ,,In Nederland kiest een kwart van de hoogopgeleide vrouwen niet meer voor het moederschap. Ze willen liever op vakantie. Het gezinsleven is lang niet zo begeerlijk. In Duitse steden ligt dat al op veertig procent. Ik zie het als een bedreiging wanneer dat soort hedonistisch gedrag doorsijpelt naar sociale groepen eronder, vrouwen met een gezin. Kinderen worden dan hinderen, want die gaan de zelfontplooiing in de weg staan.’’

We zijn ingesteld op constante verbetering; alleen het beste is goed genoeg. ,,Heb je eindelijk een computerprogramma onder de knie, ligt er weer een nieuwe op de markt. Die verleiding werkt bij veel andere zaken, ook op relatiegebied. Er heersen buitengewoon opgeschroefde eisen en verwachtingen van een partner, er moeten haast Olympische prestaties op seksueel gebied worden geleverd om van een bevredigende relatie te blijven spreken. Daar komt bij dat men samenwonen als een soort proefhuwelijk ziet. Dat patroon zet zich voort bij getrouwden; mensen raken eraan gewend om uit elkaar te gaan. De wetgeving is daarop aangepast. Er bestaat nu een soort supermarkt met geregistreerd partnerschap en flitsscheidingen. Tja, als het tussen twee mensen niet meer botert, kan men snel uit elkaar.’’

De gevolgen van echtscheiding vormen een groot maatschappelijk knelpunt. Kees de Hoog: ,,Je mag het nooit zeggen, maar echtscheiding is gewoon ontzettend duur. We zijn een land van exen aan het worden. Slecht voor het milieu, want er moeten veel meer woningen en appartementen komen, er worden meer auto’s verkocht, mensen rijden vaker en langer. Sociaal-cultureel gezien betekent het uiteenvallen van relaties een ramp. Mensen leven altijd in netwerken. Bij een scheiding gaat zo’n netwerk er ook aan. Er is maatschappelijk leed. Niemand heeft het bijvoorbeeld over grootouders die hun kleinkinderen niet of nauwelijks mogen zien. Het werkt bovendien armoede in de hand van ouders in de bijstand. Vooral gescheiden mannen raken geïsoleerd omdat ze moeilijk voor zichzelf kunnen zorgen. Je ziet onder hen veel alcoholisme.’’

Doorknokken

Hoe valt het tij te keren? Op een verbod op scheiding zit niemand te wachten. Er zullen zich altijd omstandigheden voordoen waarin het - ook voor de kinderen - beter zou zijn als de ouders uit elkaar gaan. Liesbeth Groenhuijsen: ,,Mensen vragen mij vaak: ‘Wat moeten we nu doen, scheiden of met ruzie bij elkaar blijven?’ Ik zeg dan altijd: ‘Foute vraag. Begin eerst na te gaan hoe jullie je conflicten kunnen oplossen. Als dat in de relatie niet lukt en de ruzies blijven jaar in jaar uit doorgaan, maar jullie willen je best doen na een scheiding ze wel op te lossen, dan kunnen jullie beter stoppen.’ Als het écht niet anders gaat. In alle andere gevallen is het een groot goed om door te knokken. Kinderen mogen best zien dat het leven soms verdriet met zich meebrengt, maar dat je ervoor vecht om wat je met elkaar bent begonnen, op een goede manier af te maken. Dat is een waardevolle levensles.’’

Martine Delfos stelt dat mensen hulp moeten krijgen om relaties te behouden. Gelukkige ouders voeden beter op, dat scheelt ook nog eens in gelden voor het ondersteunen van de opvoeding. Kinderen lijden onder de problemen tussen hun ouders, maar het leven in moeilijke situaties kan ook een stimulans zijn om zich te ontwikkelen. ,,Het is niet zo erg als kinderen zien dat hun ouders ernstige problemen hebben. Leuk is natuurlijk anders, maar als ze merken dat ouders zich er overheen kunnen zetten, ook al duurt dat een tijdje, dan nemen ze die les van doorzettingsvermogen mee naar hun eigen leven. Van onschatbare waarde. Het is een algemene wijsheid dat daar sterkere mensen uit voortkomen. Er zijn kinderen die een beroerde jeugd kunnen dragen. Sommige weten hun talenten in te zetten en stijgen boven zichzelf uit. Kijk naar de grote mensen in deze wereld, die hebben het vroeger zeker niet altijd gemakkelijk gehad. Ze zijn juist zover gekomen doordat ze weten wat het betekent in het leven nooit op te geven.’’

De aandacht voor de negatieve kanten van echtscheiding neemt toe, constateert Kees de Hoog. De flitsscheiding staat ter discussie. Advocaten en gedragswetenschappers zoeken naar vormen van bemiddeling. Minister André Rouvoet voor Jeugd en Gezin zou de kennis van en over goede opvoeders en prima gezinnen moeten bundelen.

Liesbeth Groenhuijsen heeft hoge verwachtingen van de nieuwe ‘gezinsminister’. Er ligt een wetsontwerp voor een verplicht ouderschapsplan bij echtscheiding gereed, maar dit is in de Eerste Kamer gestrand. ,,Ik heb goede hoop dat hij deze wetgeving voortvarend zal oppakken. Kinderen moeten serieus worden genomen want ze maken iets mee wat richting een trauma gaat, zonder dat ze er zeggenschap over hebben. Maar je kunt organiseren wat je wilt, de cultuuromslag moet wel van de mensen zelf komen. Dat is lastig genoeg. Een huwelijkstherapie zou helpen, een cursus in relaties en opvoeding. Ik zeg weleens tegen ouders: als je een nieuwe koelkast koopt, lees je eerst de gebruiksaanwijzing, maar als je een kind wilt dan is er bijna geen kip die zich daarop voorbereidt. Terwijl er heel veel geschreven is over opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Koop die boeken en lees ze. Investeer in je relatie en in je kind.’’

Verbinden

Als belangrijkste taak voor de nieuwe minister voor Jeugd en Gezin ziet Martine Delfos het activeren van verbindingen tussen mensen. ,,Rouvoet zou niet zozeer een positie moeten innemen namens de ChristenUnie, als een partij die daar en daar voor staat, maar vanuit zijn eigen persoon. Luisteren hoe mensen problemen ervaren. Het is niet de vraag of we scheiding moeilijker of makkelijker moeten maken. Waar het om gaat, is dat je het verbinden makkelijker maakt. Dát willen mensen ten diepste: meer continuïteit in de samenleving. Mijn advies aan Rouvoet: probeer een cultuuromslag te bewerkstelligen in gezinnen, scholen, steden en dorpen. Het moet van ego naar samen. Ik heb het begrip groepsouderschap geïntroduceerd, om ouders te stimuleren samen op te voeden.

Om zo’n cultuuromslag mogelijk te maken, moet je die eerst zelf ervaren. Rouvoet ook. Hij moet voelen hoe hij verbinding heeft met andere mensen. Dan wordt hij ook een voorbeeld voor anderen. Zoals hij contact zocht met het COC. Dat werd gewaardeerd, men voelde zich gerespecteerd. Op die manier is hij waarachtig bezig. Mensen zullen naar hem gaan luisteren. Verder hoop ik dat hij de bureaucratie terugdringt. In de Jeugdzorg zitten enorm veel kinderen uit verbroken relaties. De directeur Jeugdzorg vertelde laatst - en dat klopt - dat voogden tachtig procent van hun tijd bezig zijn met het invullen van formulieren. Hij zei toen, dat vond ik verbijsterend: ‘Dan moeten we de caseload verlagen.’ Dat is het aantal cliënten dat een hulpverlener onder zijn hoede heeft. Onbegrijpelijk. Nee, minder bureaucratie, en meer contact met kind en gezin. Als Rouvoet dat voor elkaar krijgt, dan heeft hij al heel wat bereikt.’’

Dit artikel is verschenen in CV·Koers maart 2007

Bron: © 2005 CV·Koers (www.cvkoers.nl)

http://www.cvkoers.nl/artikelen/echtscheiding_trekt_de_samenleving_uit_elkaar.php