woensdag, november 24, 2010

361. 'Meet The Judge'-bijeenkomst Rechtbank Utrecht op 24 november 2010 - Verslag

Auteur: Peter Tromp Msc, Coördinator/voorzitter van Vaderkenniscentrum.nl van Stichting Kind en Omgangsrecht

Woensdagavond 24 november 2010 was ik aanwezig bij de bijeenkomst “Meet The Judge” van de Rechtbank Utrecht. Deze bijeenkomst van de Rechtbank Utrecht bleek druk bezocht. Er was een gemeleerde groep van bezoekers met enerzijds ervaringen met het recht en anderzijds jonge en oudere mensen die geïnteresseerd waren in de opleiding tot rechter.

Van de zijde van de Rechtbank Utrecht waren, naast de communicatieadviseurs van de rechtbank, ook aanwezig de president van de rechtbank, dhr. mr. H.AE. Uniken Venema (zie ook bijlage 1), en een groep van ca. 10 rechters, w.v. (slechts) één oud-familierechter, meerdere bestuursrechters, meerdere civiele rechters, een kantonrechter en meerdere strafrechters.

De totale groep bezoekers werd na ontvangst opgedeeld over vijf gesprekstafels, waarna in drie gespreksronden, waarbij de rechters steeds in koppels van gesprekstafel wisselden, in tafelgesprekken aan de steeds wisselende rechterskoppels vragen gesteld kon worden.

Zoals gezegd was de vertegenwoordiging vanuit het familierecht echter minimaal en dat was erg jammer. Later begreep ik van een van de andere deelnemers wel dat er tegenwoordig geen vaste familierechters meer zijn en dat alle rechters in een job-rotatie- of rouleerschema van vijf jaar alle rechtsgebieden beurtelings voor hun rekening nemen. Toch vond ik het bijzonder jammer en erg mager dat er, behalve oud-familierechter dhr. mr. A.S. Penders, van de huidige groep familierechters aan de Rechtbank Utrecht helemaal niemand aanwezig was.


Inhoudsopgave:

A. Eerste gespreksronde:
1. Vraag naar de verhouding tussen de geslachten bij de Utrechtse rechters en beleid van de rechtbank gericht op meer mannelijke en allochtone rechters
2. RAIO of RIO: De twee trajecten van de rechtersopleiding
3. Geen enkel verantwoordelijkheidsgevoel bij rechtbank voor het niet-nakomen van rechterlijke beschikkingen in het familierecht: Dat is de taak van het OM

B. Tweede gespreksronde:
4. Bij de bestuursrechters van de Rechtbank Utrecht dienen weinig tot geen bestuursrecht zaken tegen de Raad voor de Kinderbescherming en de Bureaus Jeugdzorg als bestuursorganen

C. Derde gespreksronde:
5. Over neutraliteit en onafhankelijkheid van, en non-discriminatie door, de Utrechtse rechters in het familierecht
6. Er heeft in het verleden een studiemiddag van de Rechtbank Utrecht met de Dwaze Vaders plaats gevonden (Update: Later bleek dit een studiemiddag van de Afdeling Familierecht van de Rechtbank Utrecht met de Stichting Ouders Zonder Omgang (OZO) te zijn geweest, die op 12 november 2009 in Utrecht plaatsvond. Zie hieronder in de tekst bij punt 6 voor een link naar een verslag daarvan op de OZO-website.)
7. Beschikbare tijd per zaak: Utrechtse familierechters schrijven eigen beschikkingen en vonnissen niet, dat doen de secretaressen van de rechters
8. De Rechtbank Utrecht meent in Rv. Art. 815, Lid 6 een ontsnappingsclausule te hebben gevonden voor de verplichte wettelijke eis dat partijen bij een scheiding altijd een ouderschapsplan moeten opstellen en voorleggen aan de rechter en hanteert deze ontsnappingsclausule ook in de praktijk en eist niet altijd het wettelijke ouderschapsplan!
9. Ongrondwettelijke beperking van de openbaarheid van rechterlijke uitspraken door de Rechtbank Utrecht
10. De familierechter aan de Rechtbank Utrecht is 'lijdelijk' en onderzoekt zelf niet, d.w.z. doet niet aan waarheidsvinding bij bv. valse beschuldigingen

Bijlagen:
Bijlage 1: Mr. H.AE. (Herco) Uniken Venema (50), president van de rechtbank Utrecht
Bijlage 2: Openbaarheid van uitspraken in de rechtspraak? De omslachtige of ontbrekende regelingen voor het opvragen van de 99% van de niet op Rechtspraak.nl gepubliceerde uitspraken bij de Rechtbank Utrecht

A. Mijn eerste gespreksronde:

1. Vraag naar de verhouding tussen de geslachten bij de Utrechtse rechters en beleid van de rechtbank gericht op meer mannelijke en allochtone rechters
Op mijn vraag naar een gender-breakdown analyse van de populatie rechters naar geslacht, i.v.m. de overvloed aan vrouwelijke rechters in het familierecht, werd mij door dhr. mr. J.W. Wagenaar, rechter/persrechter aan de Rechtbank Utrecht en oud-advocaat, verzekerd dat de Rechtbank Utrecht evenveel mannelijke als vrouwelijke rechters zou tellen. Door het job-rotation systeem zou de oververtegenwoordiging van vrouwelijke rechters in het familierecht zijn opgevangen. Wel werd ik verwezen naar de recente RAIO-enquete onder Rechterlijke Ambtenaren In Opleiding (RAIO - zie hieronder, de beginopleiding voor rechters) waaruit zou blijken dat daar veel meer vrouwen dan mannen op af kwamen. Andere bronnen waarnaar verwezen werd voor meer informatie over de verhouding tussen vrouwelijke en mannelijke rechters waren het Ministerie van Justitie en de Raad voor de Rechtspraak aan de Kneuterdijk in Den Haag.

Verder blijken er nauwelijks allochtone rechters te zijn en blijkt er geen gericht beleid te worden gevoerd door de rechtbanken en de beide opleidingstrajecten (zie hieronder) om een representatieve populatie rechters op te leiden naar zowel allochtone afkomst als naar geslacht

2. RAIO of RIO: De twee trajecten van de rechtersopleiding
Er zijn voor rechters twee opleidingstrajecten: 1. de RAIO-opleiding voor jonge beginnende rechters die 4-6 jaar duurt en 2. de RIO-opleiding (Rechters In Opleiding) die 1 jaar duurt voor ervaren juristen, die vanuit advocatuur etc. zij-instromen. In dat ene jaar RIO opleiding krijg je een opleiding in een tweetal rechtssectoren (bv. familierecht en bestuursrecht). Voorwaarde voor toelating tot deze zij-instroom van de RIO-opleiding is 6 jaar relevante werkervaring in een juridisch beroep. RAIO's in opleiding mogen nog geen recht spreken in rechtszaken, maar RIO's in opleiding juist wel begreep ik. De selectiecriteria aan de poort blijken voor beide opleidingen erg hoog en zwaar en er zijn veel afvallers. Men moet verder als het ware bij de rechtbank van opleiding solliciteren voor toelating.

3. Geen enkel verantwoordelijkheidsgevoel bij rechtbank voor het niet-nakomen van rechterlijke beschikkingen in het familierecht: Dat is de taak van het OM
Daarnaar gevraagd, na eerst gewezen te hebben op de massaliteit waarmee in het familierecht beschikkingen (omgang, ouderschapsplan) door de ouders niet worden nagekomen, m.n. door moeders, werd mij door dhr. mr. J.W. Wagenaar meegedeeld dat hij en zijn collegarechters zich op geen enkele manier verantwoordelijk voelen voor het niet-nakomen en de handhaafbaarheid en handhaving van rechterlijke uitspraken. Mw. mr. H.A. Brouwer verwees daarvoor geheel naar het OM. Het OM wordt door de rechterlijke macht dus geheel verantwoordelijk gesteld voor het niet nakomen en/of handhaven van beschikkingen in het familierecht.

B. Mijn tweede gespreksronde:

4. Bij de bestuursrechters van de Rechtbank Utrecht dienen weinig tot geen bestuursrecht zaken tegen de Raad voor de Kinderbescherming en de Bureaus Jeugdzorg als bestuursorganen
De Raad voor de Kinderbescherming en de Bureaus Jeugdzorg zijn tevens zgn. bestuursorganen en moeten daarmee o.m. ook voldoen aan de wetgeving inzake openbaar bestuur (WOB) en de eisen die daarin gesteld worden aan bestuursorganen. Daarnaar gevraagd deelde mw. mr. J.M. Willems, bestuursrechter aan de Rechtbank Utrecht, echter mee dat er in Utrecht nauwelijks bestuursrechtzaken tegen de Raad voor de Kinderbescherming of de Bureaus Jeugdzorg spelen. mv. Willems vertelde verder dat er in het bestuursrecht in Utrecht enerzijds een accent gelegd wordt op mediation, bevorderen dat partijen er onderling uitkomen. Anderzijds wordt er een accent gelegd op snel beslissen door de rechter, d.w.z. er wordt snel gekozen wie van de partijjen in zijn gelijk zou staan: rechtspreken als keuzeproces.

C. Mijn derde gespreksronde:

5. Over neutraliteit en onafhankelijkheid van, en non-discriminatie door, de Utrechtse rechters in het familierecht
Ondanks het ontbreken van een "equal level playing field" (een gelijk speelveld) tussen vaders en moeders in het familierecht getuige het feit dat rechters in het familierecht bij scheiding de kinderen in 85% van de gevallen met moeders meegeven en eveneens in diezelfde 85% van de gevallen vaders naar de kinderen op een onoverbrugbare achterstand zetten in een marginale omgangsregeling/ouderschapsplan, vinden de rechters bij de Rechtbank Utrecht toch dat men geen last heeft van een zgn. "maternal preference". Men acht zichzelf neutraal, onafhankelijk en discrimineert niet ten opzichte van vaders verzekert dhr. mr. A.S. Penders, de enige aanwezige oud-familierechter en voormalig Hoofd Juridische Ondersteuning aan de Rechtbank Utrecht, mij. En in zijn eigen praktijk als familierechter waren de kinderen even vaak in de zorg van vader meegegeven als in de zorg van moeder, zo deelde hij mee. Men is zich kennelijk nauwelijks bewust van het ontbrekende gelijke speelveld tussen vaders en moeders en de "maternal preference" voor moeders en enorme discriminatie van vaders van rechters in familierechtbeschikkingen bij de Rechtbank Utrecht zo blijkt nu. Daarnaar gevraagd ontkent men dit of vindt men dat het eigenlijk niet bestaat.

6. Er heeft in het verleden een studiemiddag van de Rechtbank Utrecht met de Dwaze Vaders plaats gevonden
Diverse malen tijdens het gesprek wordt mij door dhr. mr. A.S. Penders verder gewezen op een studiemiddag die in het verleden met de Dwaze Vaders aan de Rechtbank Utrecht werd georganiseerd. Ik hou mij daarom aanbevolen als iemand mij nadere informatie kan verschaffen over wat op deze studiemiddag aan de orde kwam.

Update met dank aan Theo Nieuwenhuizen (OZO): Later bleek dit geen studiemiddag met de Dwaze Vaders te zijn geweest, maar een studiemiddag met de Stichting Ouders Zonder Omgang. De studiemiddag van Stichting Ouders Zonder Omgang (OZO) met de Afdeling Familierecht van de Rechtbank Utrecht heeft in Utrecht plaats gevonden op vrijdag 12 november 2009. Het verslag daarvan valt terug te lezen in het laatste nummer van OZO-nieuws in 2009 op de website van OZO. Zie daarvoor: http://www.stozo.nl/OZOnieuws2009-4.htm

7. Beschikbare tijd per zaak: Utrechtse familierechters schrijven eigen beschikkingen en vonnissen niet, dat doen de secretaressen van de rechters
Op mijn vraag hoeveel tijd familierechters nu beschikbaar hebben voor een zaak in het familierecht krijg ik van dhr. mr. A.S. Penders als antwoord, zoveel tijd als hij zelf nodig acht, zonder dat hij concrete informatie geeft over de hoeveelheid tijd die hij in de voorbereiding en na de zitting aan een familierechtzaak kan besteden en besteed. Op mijn doorvragen deelt dhr. mr. A.S. Penders wel mede dat de Utrechtse familierechters als tijdsbesparing de eigen beschikkingen en vonnissen niet hoeven te schrijven, dat doen de secretaressen voor de rechters. Zij maken een samenvatting en schrijven de beschikking waarna de rechter goed(- of af)keurt.

Mw. mr. V.M.M. van Amstel, vice-president van de Rechtbank Utrecht en bestuursrechter, deelt daarop mee dat zij zelf gemiddeld per werkweek van 4 dagen ongeveer 15 rechtszaken afhandelt en rekent voor dat dit op een gemiddeld beschikbare tijd van ca. 2,5 uur per zaak neerkomt. Als een zaak echter meer tijd vraagt dan neemt zij die ook in de thuisuren zo deelt zij mede (vgl. de situatie voor een leerkracht die ook vaak 's avonds thuis nog werkt aan de lesvoorbereiding voor de volgende dag etc.).

Ook mw. mr. V.M.M. van Amstel benoemd daarbij weer, evenals eerder de bestuursrechter mw. mr. J.M. Willems uit de tweede ronde, een zekere mate van tijdsdruk als inherent aan het proces van beslissingen nemen en keuzes maken waarvoor de rechter nu eenmaal staat en benadrukt de noodzaak van het "keuzes maken" voor rechters, het wikken en wegen, waarbij te licht bevonden wordt.

Op mijn daarop bij mw. mr. V.M.M. van Amstel opgeworpen tegenwerping en aangezwengelde discussie dat er in het familierecht juist veel teveel door rechters gereduceerd wordt tot het maken van keuzes tussen de beide ouders - vóór de een en tégen de ander - terwijl het er in het familierecht nu juist om zou moeten gaan dat er GEEN keuze voor één van de beide ouders gemaakt wordt, maar dat BEIDE ouders na de uitgesproken scheiding behouden blijven voor het kind en dat familierechtelijke beschikkingen nou juist niet moeten gaan over het maken van keuzes tussen de ouders, maar over regelingen die het mogelijk moeten maken dat beide ouders beschikbaar blijven in het leven van hun kinderen, komt door de inmiddels ontbrekende tijd helaas niet echt meer aan bod. Bijzonder jammer, want ik was benieuwd geweest naar de reactie van mv. Vivienne van Amstel op dit onderwerp.

8. De Rechtbank Utrecht meent in Rv. Art. 815, Lid 6 een ontsnappingsclausule te hebben gevonden voor de verplichte wettelijke eis dat partijen bij een scheiding altijd een ouderschapsplan moeten opstellen en voorleggen aan de rechter en hanteert deze ontsnappingsclausule ook in de praktijk en eist niet altijd het wettelijke ouderschapsplan!
Op mijn vraag dat, nu de wet op het voortgezet ouderschap na scheiding sinds maart 2009 in Art. 815, Leden 2 en 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bij scheiding altijd een ouderschapsplan voorschrijft, er bij scheidingszaken aan de Rechtbank Utrecht ook altijd door de familierechter een ouderschapsplan wordt vastgesteld, deelt de vice-president van de Rechtbank Utrecht, mw. mr. V.M.M. van Amstel, mij mede, dat dat niet altijd gebeurd aan de Rechtbank Utrecht en dat dat ook niet altijd noodzakelijk zou zijn. De Rechtbank Utrecht heeft voor het verplicht op te stellen Ouderschapsplan namelijk een ontsnappingsclausule gevonden en past die ook toe in Art. 815, Lid 6 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

Art. 815, Leden 2 en 3: Wettelijk verplicht ouderschapsplan bij scheiding
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv); Derde Boek. Van regtspleging van onderscheiden aard; Zesde Titel. Rechtspleging in zaken betreffende het personen- en familierecht; Tweede afdeling. Rechtspleging in scheidingszaken:
http://wetten.overheid.nl/BWBR0001827/DerdeBoek/ZesdeTitel/Tweedeafdeling/1/Artikel815/geldigheidsdatum_30-11-2010

Lid 2.Het verzoekschrift bevat een ouderschapsplan ten aanzien van:
a. hun gezamenlijke minderjarige kinderen over wie de echtgenoten al dan niet gezamenlijk het gezag uitoefenen;
b. de minderjarige kinderen over wie de echtgenoten ingevolge artikel 253sa of 253t het gezag gezamenlijk uitoefenen.

Lid 3.In het ouderschapsplan worden in ieder geval afspraken opgenomen over:
a. de wijze waarop de echtgenoten de zorg- en opvoedingstaken, bedoeld in artikel 247 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, verdelen of het recht en de verplichting tot omgang, bedoeld in artikel 377a, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek vormgeven;
b. de wijze waarop de echtgenoten elkaar informatie verschaffen en raadplegen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van de minderjarige kinderen;
c. de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen.

Art. 815, Lid 6: De ontsnappingsclausule van de Rechtbank Utrecht om toch geen verplicht ouderschapsplan van scheidende partijen met kinderen te eisen
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv); Derde Boek. Van regtspleging van onderscheiden aard; Zesde Titel. Rechtspleging in zaken betreffende het personen- en familierecht; Tweede afdeling. Rechtspleging in scheidingszaken:
http://wetten.overheid.nl/BWBR0001827/DerdeBoek/ZesdeTitel/Tweedeafdeling/1/Artikel815/geldigheidsdatum_30-11-2010

Lid 6.Indien het ouderschapsplan, bedoeld in het tweede lid, of de stukken, bedoeld in het vijfde lid, onderdelen a tot en met c, redelijkerwijs niet kunnen worden overgelegd, kan worden volstaan met overlegging van andere stukken of kan op andere wijze daarin worden voorzien, een en ander ter beoordeling van de rechter.

9. Ongrondwettelijke beperking van de openbaarheid van rechterlijke uitspraken door de Rechtbank Utrecht
Grondwet, Art. 121: Openbaarheid van rechtspraak
http://wetten.overheid.nl/BWBR0001840/geldigheidsdatum_30-11-2010#Hoofdstuk6
Met uitzondering van de gevallen bij de wet bepaald vinden de terechtzittingen in het openbaar plaats en houden de vonnissen de gronden in waarop zij rusten. De uitspraak geschiedt in het openbaar.
Volgens Art. 121 uit de Nederlandse grondwet èn Art. 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) (fair trial) dienen rechterlijke uitspraken allemaal en zonder uitzondering in het openbaar te geschieden.  Maar van de ca. twee miljoen uitspraken, die Nederlandse rechters jaarlijks doen (en die inmiddels ook allemaal digitaal door de rechterlijke macht worden gearchiveerd), wordt slechts ca. 1% in geanonimiseerde vorm ook via Rechtspraak.nl en het internet openbaar en publiek toegankelijk gemaakt. Welke uitspraken wel/niet openbaar worden gemaakt wordt daarbij geheel aan de rechters zelf ter vrije keuze over gelaten. En als de pers of andere belanghebbenden vanuit het belang van een uitspraak toch graag kennis willen nemen van een bepaalde uitspraak in geanonimiseerde vorm die niet door de rechters is gepubliceerd, dan komen zij in omslachtige, ingewikkelde en tijdrovende schriftelijke aanvraagprocedures bij de rechtbanken en gerechtshoven terecht.

Wanneer ik dit echter voorleg aan de rechters van de Rechtbank Utrecht dan verwijst de vice-president, mv. Vivienne van Amstel, mij desondanks naar Art. 27 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv):
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, Art. 27:
http://wetten.overheid.nl/BWBR0001827/EersteBoek/Eerstetitel/Derdeafdeling/Artikel27/geldigheidsdatum_30-11-2010

1.De terechtzitting is openbaar. De rechter kan evenwel gehele of gedeeltelijke behandeling met gesloten deuren of slechts met toelating van bepaalde personen bevelen:
a. in het belang van de openbare orde of de goede zeden,
b. in het belang van de veiligheid van de Staat,
c. indien de belangen van minderjarigen of de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van partijen dit eisen, of
d. indien openbaarheid het belang van een goede rechtspleging ernstig zou schaden.

2.Indien iemand op een terechtzitting de orde verstoort, kan de rechter hem laten verwijderen.
Ik heb dat artikel er naderhand natuurlijk bij gepakt (zie hierboven) en dan blijkt dat dit artikel 27 Rv op geen enkele wijze aan de rechterlijke macht de mogelijkheid biedt om aan de grondwettelijke openbaarheid van rechterlijke uitspraken beperkingen op te leggen. Het artikel betreft alleen rechterlijke beperkingsmogelijkheden voor het bijwonen van zittingen (openbaarheid van rechtszittingen), niet voor de grondwettelijke openbaarheid van rechterlijke uitspraken (openbaarheid van uitspraken). Toch is het precies dat wat de rechterlijke macht zo ruimschoots doet, het beperken van de grondwettelijke openbaarheid van uitspraken. Slechts 1% van de rechterlijke uitspraken worden immers gepubliceerd.  De andere 99% van de rechterlijke uitspraken is niet openbaar toegankelijk. Dat is in strijd met de Nederlandse grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de verwijzing van de vice-president van de rechtbank Utrecht, mv. Vivienne van Amstel, naar Art. 27 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) blijkt dus achteraf inadequaat.

De vice-president van de rechtbank Utrecht, mv. Vivienne van Amstel, deelt mij verder mee zelf een handleiding voor het (schriftelijk) opvragen van niet-gepubliceerde uitspraken bij de Rechtbank Utrecht te hebben geschreven, welke gepubliceerd zou zijn op Rechtspraak.nl. Hoe ik later echter ook speur, die handleiding blijkt daar niet te bestaan. Op Rechtspraak.nl is alleen een schimmige en warrige lappendeken van instructies (zie bijlage 2) van de Rechtbank Utrecht terug te vinden over hoe mensen van de pers en direct-betrokkenen schriftelijk bij de Rechtbank Utrecht het verzoek kunnen doen om een uitspraak te verkrijgen. Die schriftelijke verzoekprocedure aan de rechtbank gaat echter weken duren en de uitslag ervan is ongewis want na ontvangst wordt de aanvraag beoordeeld en krijgt men hierover schriftelijk bericht, waarbij, terwijl anonimisering van uitspraken al gebruikelijk is, de rechtbank desondanks "om privacyredenen" kan beslissen geen inzage te geven. Zo staat het er althans. De openbaarheid van uitspraken wordt hiermee door de Rechtbank Utrecht geschonden.

10. De familierechter aan de Rechtbank Utrecht is 'lijdelijk' en onderzoekt zelf niet, d.w.z. doet niet aan waarheidsvinding bij bv. valse beschuldigingen
Tot slot komt, naar aanleiding van mijn vraag naar waarheidsvinding door de Utrechtse familierechters in geval van valse beschuldigingen in een familie- of scheidingszaak, in mijn nagesprek met oud-familierechter dhr. mr. A.S. Penders nog een uiterst interessant punt naar boven. Naar zijn mededeling en de opvatting van de Rechtbank Utrecht is de familierechter altijd "lijdelijk" en doet deze geen eigen waarheidsvinding. De familierechter aan de Rechtbank Utrecht mag dus niet zelf onderzoeken. Het is daarom geheel aan partijen zelf om valse beschuldigingen ter zitting altijd helder en duidelijk tegen te spreken, zo niet dan moet de "lijdelijke" familierechter de valse beschuldigingen wel voor waar aannemen. Het is daarom voor u of uw advocaat dus zaak om op zittingen van de familierechter bij de Rechtbank Utrecht eventuele valse beschuldigingen door de wederpartij niet te laten lopen maar onmiddelijk en helder tegen te spreken. Waarvan nota en akte.

In het 'Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht' uit 2006 staat over de “lijdelijkheid van familierechters” echter het volgende:
De familierechter: een lijdelijk en/of leidend rechter? In de familierechtspraak is, evenals in de algemene civiele rechtspraak, lange tijd het uitgangspunt geweest dat de rechter zich lijdelijk diende op te stellen. De familierechter werd gebonden aan de feiten zoals partijen die voor hem presenteerden. Het ging om de formele waarheid en niet zozeer om de materiële waarheid. De laatste decennia is de kritiek op dit uitgangspunt toegenomen. In dit artikel wordt aan de hand van voorbeelden nagegaan waarom die lijdelijkheid steeds meer vervangen is door een actieve opstelling van de familierechter. Beschreven wordt welke mogelijkheden de familierechter heeft om voor partijen en de betrokken kinderen te komen tot een daadwerkelijke aanpak en oplossing van familierechtelijke geschilpunten.
Tijdschrift voor Familie en Jeugdrecht (2006), volume 28 , issue 5 , p. 126-131
Tot zover mijn persoonlijk verslag van de bijgewoonde "Meet The Judge" bijeenkomst op woensdagavond 24 november 2010 aan de Rechtbank Utrecht,

Het was een leerzame, geanimeerde en waardevolle ervaring,

Peter Tromp Msc
Coördinator/voorzitter van het Vaderkenniscentrum.nl van Stichting Kind en Omgangsrecht



-----

Bijlagen:

Bijlage 1: Mr. H.AE. (Herco) Uniken Venema (50), president van de rechtbank Utrecht

Vanaf oktober 2007 is mr. H.AE. (Herco) Uniken Venema (50) benoemd tot president van de rechtbank Utrecht. Voorheen was hij lid van het College van procureurs-generaal (2005 – 2007) en president van de rechtbank Arnhem (2002 – 2005). Bij de rechtbank Utrecht heeft hij eerder gewerkt (1995 – 2002) als rechter en als sectorvoorzitter van de sector handels- en familierecht. Voor zijn overstap naar de Rechtspraak was hij advocaat in Den Haag.

Bijlage 2: Openbaarheid van uitspraken in de rechtspraak? De omslachtige of ontbrekende regelingen voor het opvragen van de 99% van de niet op Rechtspraak.nl gepubliceerde uitspraken bij de Rechtbank Utrecht

1. Voor de pers:

A. Persinformatie
Rechtspraak.nl – Rechtbank Utrecht
http://www.rechtspraak.nl/Gerechten/Rechtbanken/Utrecht/Persinformatie.htm

Opvragen van uitspraken
Voor informatie over of een toelichting op een bepaalde uitspraak, kunnen journalisten contact opnemen met voorlichting. Uitspraken van zaken die veel publiciteit trekken en/of juridisch interessant zijn, worden zo snel mogelijk op deze site gepubliceerd onder Actualiteiten.

Afdeling voorlichting van de rechtbank Utrecht:
Voor kwesties die de rechtspraak in het algemeen aangaan, kunt u zich ook wenden tot de afdeling communicatie van de Raad voor de rechtspraak in Den Haag.

Contactpersonen media:
• dhr. drs. M.F.W. Gerritsen, communicatieadviseur (030-2233028)
• dhr. mr. P.V. van Daalen, senior medewerker communicatie (030-2233027)
• mw. mr. H. Phaff, persrechter
• dhr. mr. J.W. Wagenaar, persrechter
Beide persrechters zijn bereikbaar via de afdeling voorlichting.

B. Telefoon- en faxnummers
Rechtspraak.nl – Rechtbank Utrecht
http://www.rechtspraak.nl/Gerechten/Rechtbanken/Utrecht/Telefoon-+en+faxnummers.htm

Persvoorlichting (communicatie)
Telefoon (030) 223 30 27 of (030-223 30 28)
e-mail: communicatie.rb.utrecht@rechtspraak.nl
Nb: dit e-mailadres is niet bedoeld voor zaaksgebonden informatie en/of vragen. Neem daarvoor contact op met de betreffende sector.

2. Voor direct betrokkenen in een zaak

A. Meer veelgestelde vragen
Rechtspraak.nl – Rechtbank Utrecht
http://www.rechtspraak.nl/Naar+de+rechter/Veelgestelde+vragen/#VEELGESTELDEVRAGENNRDUITSPRAKEN

Ik zoek een rechterlijke uitspraak
Kijk in de databank op Rechtspraak.nl. Als de uitspraak niet is opgenomen in de databank, kunt u de rechtbank (of het gerechtshof) vragen om een afschrift van het vonnis. Om privacyredenen kan de rechtbank beslissen geen inzage te geven.

B. Veelgestelde vragen
Rechtspraak.nl – Rechtbank Utrecht
http://www.rechtspraak.nl/Gerechten/Rechtbanken/Utrecht/Veelgestelde+vragen.htm#rechtspraak

Waarom staat mijn uitspraak niet op www.rechtspraak.nl?
De rechtbank publiceert slechts een selectie van alle uitspraken op www.rechtspraak.nl. Uitspraken worden altijd geanonimiseerd. U zult dus nooit namen van verdachten in op onze website gepubliceerde uitspraken aantreffen. Mondelinge uitspraken van de strafrechter komen (vrijwel) nooit op www.rechtspraak.nl.

Hoe kan ik een oude uitspraak opvragen?
De rechtbank verstrekt alleen vonnissen, wanneer de belangen van de veroordeelde of andere mensen die in het vonnis genoemd worden hierdoor niet geschaad worden. Vonnissen die de rechtbank verstuurt, zijn altijd geanonimiseerd. U zult dus geen namen van betrokkenen aantreffen in het afschrift. Als u procespartij bent (geweest) heeft u overigens altijd recht op een afschrift.

U kunt uw verzoek per brief sturen naar:
Rechtbank Utrecht
T.a.v. Hoofd administratie sector Handels- & Familierecht/ Strafrecht/ Bestuursrecht/ Kanton (a.u.b. juiste sector aangeven)
Postbus 16005
3500 DA Utrecht
Vermeld in uw brief in ieder geval:
  • Waarom u een afschrift van het vonnis wilt ontvangen
  • Een beschrijving van het onderwerp van de zaak (indien mogelijk het zaaknummer)
  • De naam van de procespartij(en) waarop de zaak betrekking heeft
  • Wanneer de rechtbank uitspraak heeft gedaan.
Na ontvangst wordt uw aanvraag beoordeeld. U krijgt hierover schriftelijk bericht.

3. Voor andere geïnteresseerden dan de pers

Voor hen wordt geen enkele regeling bij de Rechtbank Utrecht gegeven.

Zie verder ook Publicaties Rechtbank Utrecht
Rechtspraak.nl – Rechtbank Utrecht
http://www.rechtspraak.nl/Gerechten/Rechtbanken/Utrecht/Over+de+rechtbank/Publicaties/

_____
Disclaimer: 
Aan dit verslag kunt u geen rechten ontlenen. Vaderkenniscentrum kan geen sluitend juridisch advies geven: neemt u hiervoor, als het zover komt, contact op met bijvoorbeeld een advocaat, notaris of de geëigende overheidsinstanties. Het Vaderkenniscentrum huldigt een eigen rechtsopvatting op een rechtsgebied dat in ontwikkeling is. Hoewel het Vaderkenniscentrum de grootst mogelijke algemene zorg aan uw adviesverzoek en – in voorkomend geval - melding zal besteden, is het Vaderkenniscentrum niet aansprakelijk voor de gegeven adviezen. Adviezen en reacties van het Vaderkenniscentrum worden uitsluitend gegeven onder volledige uitsluiting van alle aansprakelijkheid van Vaderkenniscentrum voor de door haar gegeven adviezen en reacties.
_____

2 opmerkingen:

  1. Een mooi verslag die een aantal pijnpunten in het huidige rechtssysteem duidelijk naar voren brengt. Om een aantal te noemen:
    - De verplichting van het opstellen van een ouderschapsplan is een wassen neus. De Wet voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding is daarom een nutteloze wetswijziging geweest;
    - Er gebeurt nog altijd veel achter gesloten deuren, waarbij op grond van reacties van betrokkenen gesteld kan worden dat er zo nu en dan sprake is van gerechtelijke dwaling. Hierdoor worden soms voor beide partijen verrassende vonnissen uitgesproken;
    - Met betrekking tot gelijkwaardige behandeling is er een grote discrepantie tussen het beeld wat rechters hebben en de praktijk;
    - Waarheidsvinding is binnen de jeugdzorg en familierecht bij geen enkele instantie belegd. Hierdoor richten rechters zich met name op gevoel en niet op feiten. Met alle desastreuze vonnissen tot gevolg.

    Bovenstaande is een reactie op eigen titel.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Conclusie: doorgaan op de manier als voor 30 jaren, vaders worden kudde wijze verder ontvadert. Rechters die zich op het gevoel beroepen zijn het "rechter zijn" niet waardig, het enige wat telt is de wet. Deze wet wordt dan vervolgens verdraaid zodat het geen beslissing conform het gevoel is. Kortom, de wet rammelt aan alle kanten.

    BeantwoordenVerwijderen