zaterdag, december 15, 2012

563. Duitse moederlobbyiste Edith Schwab over spermavaders: "... am besten, Sie lassen den Vater einfach sterben."

"Oder Sie denken sich eine richtig tolle Geschichte aus." Wie? "Na am besten, Sie lassen den Vater einfach sterben."

In het nieuwe kerstnummer van het Duitse vrouwenblad Brigitte spreken Duitse alleenstaande moeders en moederlobby-juristen in het artikel "Jetzt oder nie - Ein Kind ohne Mann kriegen" erover hoe - naar het verkregen kind toe - het beste gesproken kan worden over de ontbrekende vaderfiguur achter het gebruikte sperma. Edith Schwab, Duits juriste en landelijk voorzitter van het VAMV, het Duitse 'Verband Alleinerziehender Mütter und Väter', geeft daarbij in het artikel aan de alleenstaande (sperma-)mama's het volgende serieuze advies:

Bevor ich (*) mich also erneut mit Tim (**) verabrede, hole Ich mir noch eine Rechtsberatung bei Edith Schwab. Die Juristin ist zugleich Bundesvorsitzende des VAMV, dem Verband alleinerziehender Mütter und Väter. Bei einem privaten Spender rät sie zum Vertrag: Ich fordere keinen Unterhalt, er keinen Umgang. "In Stein gemeisselt ist das aber nicht." Es sei ja noch das Kind im Spiel. Und das werde womöglich alles tun, um seinen Vater später ausfindig zu machen, darauf könne ich mich jetzt schon einmal so sicher einstellen wie aufs Windelwechseln. Entweder also ich greife gleich auf
eine anonyme Spende zurück - adios Johnny Depp aus dem Online-Shop. "Oder Sie denken sich eine richtig tolle Geschichte aus." Wie? "Na am besten, Sie lassen den Vater einfach sterben." Sie meint das ernst. "Die Kinder entwickeln eine unheimliche Sehnsucht nach dem abwesenden Elternteil."

Ich halte den Hörer immer noch am Ohr. Sie hat schon lange aufgelegt. Mir rauscht der Kopf.

Bron: Jetzt oder nie - Ein Kind ohne Mann kriegen (Brigitte, Dossier, Tina Klopp (36), Hamburg, December 2012)
(*) Tina Klopp (36) uit Hamburg, is de alleenstaande auteur van en ik-figuur in dit artikel in het decembernummer van het Duitse vrouwenblad Brigitte
(**) Tim is de blonde sportieve 'Spermaspender' die afkwam op de spermadonor-advertentie van Tina Klopp (36) uit Hamburg


Edith Schwab (rechts), de voorzitster van de Duitse Vereniging van Alleenstaande Moeders en Vaders (Verbands alleinerziehender Mütter und Väter - VAMV) in het Duitse vrouwenblad Brigitte: "Oder Sie denken sich eine richtig tolle Geschichte aus." Wie? "Na am besten, Sie lassen den Vater einfach sterben."

Het hier beschreven vaderbeeld is helaas ook het Nederlandse voorland, wanneer Fred
Teeven's wetsvoorstel op het lesbisch mee-moederschap binnenkort in Nederland
zal worden ingevoerd.

Peter Tromp

Relevante links bij dit artikel:

donderdag, november 15, 2012

562. EO De Vijfde Dag - Wanhopige strijd om kind - Pieter wil zijn zoon weer zien

Uitzending van EO - De Vijfde Dag op donderdagavond 15 november 2012 om 21.05 uur op Nederland 2

Get Microsoft Silverlight
Bekijk de video in andere formaten.


Pieter is boos op Jeugdzorg, omdat hij vindt dat ze hem tegen werken in het contact met zijn zoon. Sinds 2008 heeft Pieter zijn zoon door toedoen van jeugdzorg en de moeder niet meer gesproken. De Vijfde Dag over een vader die al ruim 10 jaar vecht voor een normale omgang met zijn zoon en in een onafhankelijk gerechtelijk onderzoek vrijwel op alle punten gelijk krijgt, maar desondanks nog steeds met lege handen staat.

Je zult het contact met je eigen kind verliezen. Jaarlijks overkomt dat vele duizenden ouders in Nederland. De Vijfde Dag volgt Pieter, die sinds zijn scheiding in 2001 een wanhopige strijd voert om zijn zoon Max te mogen zien.

Pieter heeft een omgangsregeling die hem het recht geeft om Max eens in de zoveel tijd te zien, maar zijn ex-vrouw weigert daar aan mee te werken. Als Pieter Max eens bij haar op komt halen, zegt zij dat hij ziek is. Wanneer hij zijn zoon toch meeneemt, belt zij de politie om aangifte te doen van ontvoering. Pieter wordt klemgereden door vier politieauto's en moet mee naar het bureau.

Ook de bemoeienis van Bureau Jeugdzorg maakt niet dat Pieter zijn zoon vaker kan zien. Integendeel: in 2011 wordt het hem zelfs verboden om zijn zoon nog langer te zien. Volgens Jeugdzorg is dat om rust voor Max te creëren. Maar een onafhankelijk onderzoek in opdracht van de rechter stelt Pieter in bijna alle punten in het gelijk. Jeugdzorg heeft gefaald, want de problemen van Max zijn alleen maar toegenomen tijdens hun bemoeienis.

De weg lijkt vrij voor Pieter om weer contact met Max op te nemen. Maar dat blijkt ingewikkelder dan het lijkt. En wil Max zijn vader eigenlijk wel zien?

Studiodiscussie
In de studio discussiëren Jan Dirk Sprokkereef van Jeugdzorg Nederland en familieadvocaat Resit Kaya met elkaar over de vraag hoe Bureau Jeugdzorg de waarheid kan achterhalen wanneer beide ouders elkaar tegenspreken. En hoe sterk moet de mening van het kind worden meegewogen?

'Politie en justitie moeten actiever toezien op naleving omgangsregeling'
EO - De Vijfde Dag : 14-11-2012

Politie en justitie moeten veel actiever handelen als een ouder weigert mee te werken aan een omgangsregeling. Nu verwijzen ze vaak ten onrechte direct door naar een advocaat. Dat zegt politierecherchekundige Benjamin Wondergem.

Ouders die problemen ondervinden met een omgangsregeling, omdat de andere ouder niet meewerkt, kunnen een tweetal wegen bewandelen. Ze kunnen naar een advocaat stappen, die een civiele procedure start, maar ze kunnen ook naar de politie stappen en aangifte doen. Die laatste route blijkt door de opstelling van politie en justitie echter zelden succesvol. Ze verwijzen doorgaans terug naar het civiel recht.

Ten onrechte, volgens Benjamin Wondergem, die als recherchekundige én ervaringsdeskundige onderzoek deed onder politie en justitie naar hoe aangiftes bij omgangsproblemen worden behandeld. ,,Ik heb in mijn onderzoek gemerkt dat er veel te weinig kennis is, zowel bij de politie als bij justitie, over wat de strafrechtelijke mogelijkheden zijn als iemand weigert mee te werken aan een omgangsregeling. Daardoor zijn agenten, maar ook officieren van justitie weinig geneigd om aangiftes op te nemen en te vervolgen.’’

Kinderen de dupe
De route via de familierechter is vaak een lange, geldverslindende procedure die soms jarenlang duurt, volgens Wondergem. ,,Daardoor worden kinderen onnodig gedupeerd. Hoe langer zoiets duurt, hoe moeilijker de situatie komt te liggen. Omdat kinderen steeds meer loyaliteit ervaren richting de ouder bij wie ze wonen en daardoor bij ruzie tussen de ouders ook steeds meer vervreemd raken van de andere ouder. Er moet dus snel gehandeld worden.’’

Het strafrecht biedt mogelijkheden om snel en effectief te handelen, volgens Wondergem. Toch biedt het geen garantie op succes: ,,Als je een ouder- veroordeelt, geeft dat nog geen garantie dat de andere ouder daarna het kind wel kan zien. Maar het is in ieder geval een belangrijk signaal naar ouders toe, dat ze niet zomaar ongestraft niét mee kunnen werken aan een omgangsregeling.’’

Mediation
De echte oplossing zit er volgens Wondergem in dat ouders beseffen wat ze hun kind aandoen, door voortdurend confrontaties te zoeken en niet mee te werken. ,,Als politie en justitie snel handelen en de zaak voor de rechter komt, moet er eigenlijk direct mediation komen. Verplichte behandeling! Een ouder moet inzien wat hij of zij een kind aandoet door het van de andere ouder weg te houden en daarmee het kind in een conflictsituatie te plaatsen.’’

+ Handleiding Aangifte Onttrekking Ouderlijk Gezag (art 279) bij niet nakomen omgang bij gezamenlijk gezag van het Vader Kennis Centrum

Bij deze reportage

'Politie en justitie moeten actiever toezien op naleving omgangsregeling'
Politie en justitie moeten veel actiever handelen als een ouder weigert mee te werken aan een omgangsregeling. Nu verwijzen ze vaak ten onrechte direct door naar een advocaat. Dat zegt politierecherchekundige Benjamin Wondergem hier.


VADER KENNIS CENTRUM
Informatie en kennis die eraan bijdraagt om de rol van beide ouders bij de opvoeding van, de zorg voor en het onderwijs aan kinderen op waarde te schatten en met overheidsbeleid te ondersteunen. Zie hier.

Samenvatting kijkersreacties: Kijker overwoog zelfmoord door omgangsproblemen
Een samenvatting van de bijna tweehonderd reacties leverde de reportage over omgangsproblemen op, die De Vijfde Dag op donderdag 15 november 2012 uitzond. Sommige kijkers hebben zelfs zelfmoord overwogen vanwege de omgangsproblemen. U leest de samenvatting hier.

Wat kun je doen als je ex-partner niet meewerkt aan een omgangsregeling?
Je ex-partner staat je niet toe je kind te blijven zien. De afgesproken omgangsregeling wordt niet nageleefd. Wat kun je dan doen? De Vijfde Dag zet het hier op een rijtje.

Waarom Max onherkenbaar is gemaakt
De Vijfde Dag heeft er bewust voor gekozen om ‘Max’ onherkenbaar in beeld te brengen. Dit omdat de minderjarige jongen al slachtoffer is van de situatie waarin hij zich bevindt en hij niet ook nog eens ‘slachtoffer’ moet worden van een uitzending waarin de ruzie tussen zijn ouders centraal staat. Zie verder hier.


woensdag, november 14, 2012

561. Jeugdzorg en scheiding: Pieter is boos op jeugdzorg. Hij wil zijn zoon weer zien (Ned 2, EO De Vijfde Dag, donderdag 15 nov. om 21.05 uur)

Uitzending van EO - De Vijfde Dag op donderdagavond 15 november 2012 om 21.05 uur op Nederland 2

Get Microsoft Silverlight
Bekijk de video in andere formaten.


Pieter is boos op Jeugdzorg, omdat hij vindt dat ze hem tegen werken in het contact met zijn zoon. Sinds 2008 heeft Pieter zijn zoon door toedoen van jeugdzorg en de moeder niet meer gesproken. De Vijfde Dag over een vader die al ruim 10 jaar vecht voor een normale omgang met zijn zoon en in een onafhankelijk gerechtelijk onderzoek vrijwel op alle punten gelijk krijgt, maar desondanks nog steeds met lege handen staat.

Je zult het contact met je eigen kind verliezen. Jaarlijks overkomt dat vele duizenden ouders in Nederland. De Vijfde Dag volgt Pieter, die sinds zijn scheiding in 2001 een wanhopige strijd voert om zijn zoon Max te mogen zien.

Pieter heeft een omgangsregeling die hem het recht geeft om Max eens in de zoveel tijd te zien, maar zijn ex-vrouw weigert daar aan mee te werken. Als Pieter Max eens bij haar op komt halen, zegt zij dat hij ziek is. Wanneer hij zijn zoon toch meeneemt, belt zij de politie om aangifte te doen van ontvoering. Pieter wordt klemgereden door vier politieauto's en moet mee naar het bureau.

Ook de bemoeienis van Bureau Jeugdzorg maakt niet dat Pieter zijn zoon vaker kan zien. Integendeel: in 2011 wordt het hem zelfs verboden om zijn zoon nog langer te zien. Volgens Jeugdzorg is dat om rust voor Max te creëren. Maar een onafhankelijk onderzoek in opdracht van de rechter stelt Pieter in bijna alle punten in het gelijk. Jeugdzorg heeft gefaald, want de problemen van Max zijn alleen maar toegenomen tijdens hun bemoeienis.

De weg lijkt vrij voor Pieter om weer contact met Max op te nemen. Maar dat blijkt ingewikkelder dan het lijkt. En wil Max zijn vader eigenlijk wel zien?

Studiodiscussie
In de studio discussiëren Jan Dirk Sprokkereef van Jeugdzorg Nederland en familieadvocaat Resit Kaya met elkaar over de vraag hoe Bureau Jeugdzorg de waarheid kan achterhalen wanneer beide ouders elkaar tegenspreken. En hoe sterk moet de mening van het kind worden meegewogen?

'Politie en justitie moeten actiever toezien op naleving omgangsregeling'
EO - De Vijfde Dag : 14-11-2012

Politie en justitie moeten veel actiever handelen als een ouder weigert mee te werken aan een omgangsregeling. Nu verwijzen ze vaak ten onrechte direct door naar een advocaat. Dat zegt politierecherchekundige Benjamin Wondergem.

Ouders die problemen ondervinden met een omgangsregeling, omdat de andere ouder niet meewerkt, kunnen een tweetal wegen bewandelen. Ze kunnen naar een advocaat stappen, die een civiele procedure start, maar ze kunnen ook naar de politie stappen en aangifte doen. Die laatste route blijkt door de opstelling van politie en justitie echter zelden succesvol. Ze verwijzen doorgaans terug naar het civiel recht.

Ten onrechte, volgens Benjamin Wondergem, die als recherchekundige én ervaringsdeskundige onderzoek deed onder politie en justitie naar hoe aangiftes bij omgangsproblemen worden behandeld. ,,Ik heb in mijn onderzoek gemerkt dat er veel te weinig kennis is, zowel bij de politie als bij justitie, over wat de strafrechtelijke mogelijkheden zijn als iemand weigert mee te werken aan een omgangsregeling. Daardoor zijn agenten, maar ook officieren van justitie weinig geneigd om aangiftes op te nemen en te vervolgen.’’

Kinderen de dupe
De route via de familierechter is vaak een lange, geldverslindende procedure die soms jarenlang duurt, volgens Wondergem. ,,Daardoor worden kinderen onnodig gedupeerd. Hoe langer zoiets duurt, hoe moeilijker de situatie komt te liggen. Omdat kinderen steeds meer loyaliteit ervaren richting de ouder bij wie ze wonen en daardoor bij ruzie tussen de ouders ook steeds meer vervreemd raken van de andere ouder. Er moet dus snel gehandeld worden.’’

Het strafrecht biedt mogelijkheden om snel en effectief te handelen, volgens Wondergem. Toch biedt het geen garantie op succes: ,,Als je een ouder- veroordeelt, geeft dat nog geen garantie dat de andere ouder daarna het kind wel kan zien. Maar het is in ieder geval een belangrijk signaal naar ouders toe, dat ze niet zomaar ongestraft niét mee kunnen werken aan een omgangsregeling.’’

Mediation
De echte oplossing zit er volgens Wondergem in dat ouders beseffen wat ze hun kind aandoen, door voortdurend confrontaties te zoeken en niet mee te werken. ,,Als politie en justitie snel handelen en de zaak voor de rechter komt, moet er eigenlijk direct mediation komen. Verplichte behandeling! Een ouder moet inzien wat hij of zij een kind aandoet door het van de andere ouder weg te houden en daarmee het kind in een conflictsituatie te plaatsen.’’

+ Handleiding Aangifte Onttrekking Ouderlijk Gezag (art 279) bij niet nakomen omgang bij gezamenlijk gezag van het Vader Kennis Centrum

Bij deze reportage

'Politie en justitie moeten actiever toezien op naleving omgangsregeling'
Politie en justitie moeten veel actiever handelen als een ouder weigert mee te werken aan een omgangsregeling. Nu verwijzen ze vaak ten onrechte direct door naar een advocaat. Dat zegt politierecherchekundige Benjamin Wondergem hier.


VADER KENNIS CENTRUM
Informatie en kennis die eraan bijdraagt om de rol van beide ouders bij de opvoeding van, de zorg voor en het onderwijs aan kinderen op waarde te schatten en met overheidsbeleid te ondersteunen. Zie hier.

Samenvatting kijkersreacties: Kijker overwoog zelfmoord door omgangsproblemen
Een samenvatting van de bijna tweehonderd reacties leverde de reportage over omgangsproblemen op, die De Vijfde Dag op donderdag 15 november 2012 uitzond. Sommige kijkers hebben zelfs zelfmoord overwogen vanwege de omgangsproblemen. U leest de samenvatting hier.

Wat kun je doen als je ex-partner niet meewerkt aan een omgangsregeling?
Je ex-partner staat je niet toe je kind te blijven zien. De afgesproken omgangsregeling wordt niet nageleefd. Wat kun je dan doen? De Vijfde Dag zet het hier op een rijtje.

Waarom Max onherkenbaar is gemaakt
De Vijfde Dag heeft er bewust voor gekozen om ‘Max’ onherkenbaar in beeld te brengen. Dit omdat de minderjarige jongen al slachtoffer is van de situatie waarin hij zich bevindt en hij niet ook nog eens ‘slachtoffer’ moet worden van een uitzending waarin de ruzie tussen zijn ouders centraal staat. Zie verder hier.


560. 'Politie en justitie moeten actiever toezien op naleving omgangsregeling'

'Politie en justitie moeten actiever toezien op naleving omgangsregeling'
Achtergrondartikel, 15-11-2012

Politie en justitie moeten veel actiever handelen als een ouder weigert mee te werken aan een omgangsregeling. Nu verwijzen ze vaak ten onrechte direct door naar een advocaat. Dat zegt het Vader Kennis Centrum (VKC).

Ouders die problemen ondervinden met een omgangsregeling, omdat de andere ouder niet meewerkt, kunnen een tweetal wegen bewandelen. Ze kunnen naar een advocaat stappen, die een civiele procedure start, maar ze kunnen ook naar de politie stappen en aangifte doen. Die laatste route blijkt door de opstelling van politie en justitie echter zelden succesvol. Ze verwijzen doorgaans terug naar het civiel recht.

Ten onrechte, volgens het VKC, die onderzoek deed onder politie en justitie naar hoe aangiftes bij omgangsproblemen worden behandeld. Het bestuur van het VKC heeft bij dit onderzoek gemerkt dat er veel te weinig kennis is, zowel bij de politie als bij justitie, over wat de strafrechtelijke mogelijkheden zijn als iemand weigert mee te werken aan een omgangsregeling. Daardoor zijn agenten, maar ook officieren van justitie weinig geneigd om aangiftes op te nemen en te vervolgen.

Kinderen de dupe
De route via de familierechter is vaak een lange, geldverslindende procedure die soms jarenlang duurt, volgens het VKC. Daardoor worden kinderen onnodig gedupeerd. Hoe langer zoiets duurt, hoe moeilijker de situatie komt te liggen. Omdat kinderen steeds meer loyaliteit ervaren richting de ouder bij wie ze wonen en daardoor bij ruzie tussen de ouders ook steeds meer vervreemd raken van de andere ouder. Er moet dus snel gehandeld worden.

Het strafrecht biedt mogelijkheden om snel en effectief te handelen, volgens VKC. Toch biedt het geen garantie op succes: Als je een ouder- veroordeelt, geeft dat nog geen garantie dat de andere ouder daarna het kind wel kan zien. Maar het is in ieder geval een belangrijk signaal naar ouders toe, dat ze niet zomaar ongestraft niét mee kunnen werken aan een omgangsregeling.

Mediation
De echte oplossing zit er volgens het VKC in dat ouders beseffen wat ze hun kind aandoen, door voortdurend confrontaties te zoeken en niet mee te werken. Als politie en justitie snel handelen en de zaak voor de rechter komt, moet er eigenlijk direct mediation komen. Verplichte behandeling! Een ouder moet inzien wat hij of zij een kind aandoet door het van de andere ouder weg te houden en daarmee het kind in een conflictsituatie te plaatsen.

Handleiding Aangifte Onttrekking Ouderlijk Gezag (art 279) bij niet nakomen omgang bij gezamenlijk gezag van het Vader Kennis Centrum


Wanhopige strijd om kind: Pieter wil zijn zoon weer zien
EO - De Vijfde Dag, Uitzending op donderdag 15 november om 21.05 uur op Nederland 2

Pieter is boos op Jeugdzorg, omdat hij vindt dat ze hem tegen werken in het contact met zijn zoon. Sinds 2008 heeft Pieter zijn zoon niet meer gesproken. De Vijfde Dag over een vader die al ruim 10 jaar vecht voor een normale omgang met zijn zoon en in een onafhankelijk gerechtelijk onderzoek vrijwel op alle punten gelijk krijgt, maar desondanks nog steeds met lege handen staat. (EO - De Vijfde Dag, Uitzending op donderdag 15 november om 21.05 uur op Nederland 2).

Je zult het contact met je eigen kind verliezen. Jaarlijks overkomt dat vele duizenden ouders in Nederland. De Vijfde Dag volgt Pieter, die sinds zijn scheiding in 2001 een wanhopige strijd voert om zijn zoon Max te mogen zien.

Pieter heeft een omgangsregeling die hem het recht geeft om Max eens in de zoveel tijd te zien, maar zijn ex-vrouw weigert daar aan mee te werken. Als Pieter Max eens bij haar op komt halen, zegt zij dat hij ziek is. Wanneer hij zijn zoon toch meeneemt, belt zij de politie om aangifte te doen van ontvoering. Pieter wordt klemgereden door vier politieauto's en moet mee naar het bureau.

Ook de bemoeienis van Bureau Jeugdzorg maakt niet dat Pieter zijn zoon vaker kan zien. Integendeel: in 2011 wordt het hem zelfs verboden om zijn zoon nog langer te zien. Volgens Jeugdzorg is dat om rust voor Max te creëren. Maar een onafhankelijk onderzoek in opdracht van de rechter stelt Pieter in bijna alle punten in het gelijk. Jeugdzorg heeft gefaald, want de problemen van Max zijn alleen maar toegenomen tijdens hun bemoeienis.

De weg lijkt vrij voor Pieter om weer contact met Max op te nemen. Maar dat blijkt ingewikkelder dan het lijkt. En wil Max zijn vader eigenlijk wel zien?

Studiodiscussie
In de studio discussiëren Jan Dirk Sprokkereef van Jeugdzorg Nederland en familieadvocaat Resit Kaya met elkaar over de vraag hoe Bureau Jeugdzorg de waarheid kan achterhalen wanneer beide ouders elkaar tegenspreken. En hoe sterk moet de mening van het kind worden meegewogen?

Uitzending van EO - De Vijfde Dag op donderdagavond 15 november 2012 om 21.05 uur op Nederland 2



Pieter is boos op Jeugdzorg, omdat hij vindt dat ze hem tegen werken in het contact met zijn zoon. Sinds 2008 heeft Pieter zijn zoon door toedoen van jeugdzorg en de moeder niet meer gesproken. De Vijfde Dag over een vader die al ruim 10 jaar vecht voor een normale omgang met zijn zoon en in een onafhankelijk gerechtelijk onderzoek vrijwel op alle punten gelijk krijgt, maar desondanks nog steeds met lege handen staat. Je zult het contact met je eigen kind verliezen. Jaarlijks overkomt dat vele duizenden ouders in Nederland. De Vijfde Dag volgt Pieter, die sinds zijn scheiding in 2001 een wanhopige strijd voert om zijn zoon Max te mogen zien. Pieter heeft een omgangsregeling die hem het recht geeft om Max eens in de zoveel tijd te zien, maar zijn ex-vrouw weigert daar aan mee te werken. Als Pieter Max eens bij haar op komt halen, zegt zij dat hij ziek is. Wanneer hij zijn zoon toch meeneemt, belt zij de politie om aangifte te doen van ontvoering. Pieter wordt klemgereden door vier politieauto's en moet mee naar het bureau. Ook de bemoeienis van Bureau Jeugdzorg maakt niet dat Pieter zijn zoon vaker kan zien. Integendeel: in 2011 wordt het hem zelfs verboden om zijn zoon nog langer te zien. Volgens Jeugdzorg is dat om rust voor Max te creëren. Maar een onafhankelijk onderzoek in opdracht van de rechter stelt Pieter in bijna alle punten in het gelijk. Jeugdzorg heeft gefaald, want de problemen van Max zijn alleen maar toegenomen tijdens hun bemoeienis. De weg lijkt vrij voor Pieter om weer contact met Max op te nemen. Maar dat blijkt ingewikkelder dan het lijkt. En wil Max zijn vader eigenlijk wel zien? Studiodiscussie In de studio discussiëren Jan Dirk Sprokkereef van Jeugdzorg Nederland en familieadvocaat Resit Kaya met elkaar over de vraag hoe Bureau Jeugdzorg de waarheid kan achterhalen wanneer beide ouders elkaar tegenspreken. En hoe sterk moet de mening van het kind worden meegewogen?  

Bij deze reportage 'Politie en justitie moeten actiever toezien op naleving omgangsregeling' Politie en justitie moeten veel actiever handelen als een ouder weigert mee te werken aan een omgangsregeling. Nu verwijzen ze vaak ten onrechte direct door naar een advocaat. Dat zegt het Vader Kennis Centrum (zie achtergrondartikel hierboven).
 
VADER KENNIS CENTRUM Informatie en kennis die eraan bijdraagt om de rol van beide ouders bij de opvoeding van, de zorg voor en het onderwijs aan kinderen op waarde te schatten en met overheidsbeleid te ondersteunen. Zie hier.

Samenvatting kijkersreacties: Kijker overwoog zelfmoord door omgangsproblemen Een samenvatting van de bijna tweehonderd reacties leverde de reportage over omgangsproblemen op, die De Vijfde Dag op donderdag 15 november 2012 uitzond. Sommige kijkers hebben zelfs zelfmoord overwogen vanwege de omgangsproblemen. U leest de samenvatting hier.  

Wat kun je doen als je ex-partner niet meewerkt aan een omgangsregeling? Je ex-partner staat je niet toe je kind te blijven zien. De afgesproken omgangsregeling wordt niet nageleefd. Wat kun je dan doen? De Vijfde Dag zet het hier op een rijtje.  

Waarom Max onherkenbaar is gemaakt De Vijfde Dag heeft er bewust voor gekozen om ‘Max’ onherkenbaar in beeld te brengen. Dit omdat de minderjarige jongen al slachtoffer is van de situatie waarin hij zich bevindt en hij niet ook nog eens ‘slachtoffer’ moet worden van een uitzending waarin de ruzie tussen zijn ouders centraal staat. Zie verder hier.
 

560a. Handleiding Aangifte Onttrekking Ouderlijk Gezag (art 279) bij niet nakomen omgang bij gezamenlijk gezag

Aangifte Onttrekking Ouderlijk Gezag (art 279) bij niet nakomen omgang bij gezamenlijk gezag


Handleiding aangifte doen bij niet nakomen omgangsregeling

Peter Tromp

Sinds 15 februari 2005 heeft een arrest van de Hoge Raad het mogelijk gemaakt om - bij het niet nakomen van de beschikte omgangsregeling in een situatie van gezamenlijk gezag - tegen de ouder die zich niet aan een door de rechter beschikte omgangsregeling houdt bij politie en justitie aangifte te doen wegens "Onttrekking aan de ouderlijke macht" (Artikel 279 Sr.) als strafbaar feit.

Onderstaande praktijkhandleiding werd ingezonden door een vader met gezamenlijk gezag die zelf in de praktijk bij niet-nakoming van de omgangsregeling door zijn ex, tegen de moeder aangifte bij de politie deed. Zijn aangifte is opgenomen door de politie en vervolgd door justitie.

We roepen anderen die sinds 15 februari 2005 gebruik gemaakt hebben van deze mogelijkheid om aangifte te doen om hier op deze website rapport te doen van hun ervaringen met politie, justitie en rechtbanken in de afhandeling van hun aangifte. U kunt uw ervaringen direct op deze website publiceren door gebruik te maken van de commentaarmogelijkheid onderaan dit artikel.

Op grond van de vele aan ons gerapporteerde ervaringen in de afgelopen jaren met het doen van aangifte bij het niet nakomen van een door de rechter beschikte omgangsregeling heb ik inmiddels de volgende uitgebreide handreiking samengesteld.

Praktijkhandleiding "aangifte doen bij het niet nakomen van de omgangsregeling". Onttrekking aan de ouderlijke macht Artikel 279 Sr.

1. Het verdient aanbeveling om voorafgaand of parallel aan het doen van aangifte van onttrekking - met hulp van uw advocaat - eerst een civiele procedure (zgn. Kort Geding) te voeren met een verzoek om civiele handhaving van de beschikte maar niet-nagekomen omgangsregeling

De kans dat de strafrechter de Officier van Justitie niet-ontvankelijk verklaart bij de strafvervolging van uw aangiften van onttrekking (Art. 279 Sr) wordt iets groter, als u als benadeelde ouder voorafgaand niet eerst een civiel rechtelijke procedure (zgn. Kort Geding) heeft gevoerd, waarin u om civiele handhavingsmiddelen (dwangsom, civiele gijzeling, omgangs-OTS (*) etc.) voor de beschikte maar niet-nagekomen omgangsregeling gevraagd heeft en deze vervolgens - zoals de praktijkervaring leert - weinig tot niets hebben geholpen.

Dit zou nog steeds een gevolg zijn van een zinsnede uit een brief van 4 december 2002 van de Minister van Justitie die werd geschreven in het kader van de toenmalige debatten in de Tweede Kamer als wetgever over de scheidings- en omgangsproblematiek. Daarin valt te lezen:
Strafbaarstelling van het niet nakomen van een omgangsregeling
Ten aanzien van de aanbeveling een strafbepaling in de wet op te nemen sluit ik mij aan bij het door mijn voorganger ingenomen standpunt hiervan af te zien, onder meer omdat hiermee een handhavingsverplichting wordt geschapen, die onvoldoende toegevoegde waarde heeft ten opzichte van het middel van (civielrechtelijke) lijfsdwang (art. 585 Rv). We beschikken zoals eerder vermeld al over een uitgebreid scala aan civiele dwangmaatregelen. Ik wil bovendien benadrukken dat ik het strafrecht beschouw als ultimum remedium en geen geëigend middel acht om deze problematiek op te lossen.
Deze zinsnede is naar onze mening echter inmiddels door de jurisprudentie in de rechtspraktijk achterhaald als gevolg van de latere uitspraken van de Hoge Raad uit 2005, waarin het niet-nakomen van de beschikte omgang bij gezamenlijk gezag inmiddels wel strafbaar verklaard werd conform Art. 279 Sr. En een strafbaar feit blijft een strafbaar feit dat ook vervolging bij de strafrechter verdient. De eis van sommige strafrechters voor ontvankelijkheid van de Officier van Justitie bij de strafvervolging, dat eerst een civiele procedure gevoerd moet zijn, jaagt ouders ons inziens daarom geheel onnodig op hoge eigen advocaat- en procedurekosten, terwijl de wederpartij daarbij vaak op een toevoeging opereert en op kosten van de Nederlandse staat weer beroep aantekent. Dit heeft grote rechtsongelijkheid tot gevolg, waarvan de kinderen het slachtoffer worden.

Toch adviseren we u indien mogelijk het zekere voor het onzekere te nemen en eerst met uw advocaat een civiel rechtelijke Kort-Geding-procedure te voeren, waarin u om civiele handhavingsmiddelen (dwangsom, civiele gijzeling, omgangs-OTS (*) etc.) voor de beschikte maar niet-nagekomen omgangsregeling vraagt.
(*) Omgangs-OTS: Dit betreft een Onder Toezicht Stelling van het kind/de kinderen bij Jeugdzorg als civiele handhavingsmaatregel, met het oogmerk om de naleving van een door de rechter beschikte maar niet-nagekomen omgangsregeling te bewerkstelligen. Het wordt ouders bij een verzoek om civiele handhavingsmiddelen bij de KortGeding-rechter echter sterk afgeraden om als mogelijke handhavingsmaatregel te vragen om deze zgn. 'Omgangs-OTS' bij Jeugdzorg, omdat de ervaringen inmiddels hebben geleerd dat Jeugdzorg bij deze Omgangs-OTS-en steeds aan de kant van de de omgang frustrerende ouder gaat staan en daarbij eindeloze trajecten ingaat, waarbij in de praktijk weinig tot helemaal niets wordt gedaan om de naleving van de door de rechter beschikte (maar niet-nagekomen) omgangsregeling ook daadwerkelijk te bewerkstelligen.

2. Aangifte doen bij de politie van het strafbaar feit van "onttrekking" conform Art 279 Sr. 

Als de civiele handhavingsmiddelen niets hebben geholpen, en dat is helaas meestal de praktijkervaring, dan rest u als ouder geen andere weg dan bij de politie aangifte van onttrekking te doen conform Art. 279 Sr.

U kunt alleen aangifte van onttrekking doen wanneer uw zaak voldoet aan de volgende drie voorwaarden:
1. U beschikt over een bij rechterlijke beschikking vastgestelde omgangsregeling met uw kind(eren)
2. U heeft het 'gezamenlijk gezag' over uw kind(eren) van de rechter toegewezen gekregen
3. De andere ouder houdt zich zonder uw toestemming niet aan de door de rechter beschikte omgangsregeling.

Is dit het geval dan doet u het volgende:

In de woonplaats van het adres waar u de omgang geweigerd wordt belt u de politie.
Deze komt ter plaatse, constateert de weigering en zal op uw verzoek sommeren de omgangsregeling na te komen.
U noteert tijdstip en namen van de politieagenten.
Bij volhardende weigering gaat u naar het dichtstbijzijnde politiebureau om aangifte te doen van onttrekking aan de ouderlijke macht.

U neemt mee:

1. Uw identiteitsbewijs.

2. De uitspra(a)k(en) van de rechtbank in uw zaak omtrent (a) uw omgangsregeling en (b) de toekenning van het gezamenlijk gezag aan u.

3. (a) De uitspraak van de Hoge Raad van 15 februari 2005 (die het niet-nakomen van de beschikte omgangsregeling bij gezamenlijk strafbaar stelt) en (b) het Rapport 2007/034 van De Nationale Ombudsman (met daarin de aanbeveling aan de Nederlandse politie om aangiften onttrekking (Art. 279 Sr) bij het niet-nakomen van een omgangsregeling bij gezamenlijk gezag ook daadwerkelijk op te nemen).
Zorg dat de prints goed leesbaar zijn.

4. Onderstaand onttrekkingsartikel Art. 279 Sr uit het Wetboek van Strafrecht. (selecteren/knippen/plakken)
Artikel 279 Sr, Wetboek van Strafrecht.
  1. Hij die opzettelijk een minderjarige onttrekt aan het wettig over hem gesteld gezag of aan het opzicht van degene die dit desbevoegd over hem uitoefent, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
  2. Gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt opgelegd indien list, geweld of bedreiging met geweld is gebezigd, of indien de minderjarige beneden de twaalf jaren oud is.
U zegt op het politiebureau dat u aangifte wil doen van onttrekking aan de ouderlijke macht tegen de ouder die de beschikte omgangsregeling niet nakomt, waarbij u naargelang de situatie al dan niet expliciet al dan niet melding laat maken van een evt. verzwarende omstandigheid, indien er sprake is van "list, geweld of bedreiging met geweld is gebezigd, of indien de minderjarige beneden de twaalf jaren oud is".

Als de politie niet begrijpt wat u bedoeld laat u hen de uitspraak van de Hoge Raad en de aanbeveling in Rapport 2007/034 van De Nationale Ombudsman zien en een printje van Art 279 Sr van het Wetboek van Strafrecht.

Ongeldige redenen van de politie om de aangifte niet op te nemen kunnen zijn:

1. “Het betreft een CIVIELE zaak.”
Antwoord: “Voor de civiele zaak zal ik een kortgeding aanspannen en een dwangsom eisen. De strafrechterlijke kant van de zaak handelt u af.”

2. “Wij gaan niet aan kinderen trekken.”
Antwoord: “Dat doet u wel als u de aangifte niet opneemt. U trekt dan mee aan de kant waar het misdrijf begaan word.”

3. Vul zelf maar in, alles is mogelijk: “Wij houden niet van wijsneuzen.” Zelfs: “Uw ex wil het gewoon niet.”

Uw antwoord is bij weigering van de politie om de aangifte op te nemen altijd:
“Ik zal dan direct bij de officier van Justitie zelf aangifte laten doen door mijn advocaat.”
U belt uw advocaat en laat die direct bij de officier van Justitie bij de rechtbank horende bij de woonplaats waar u aangifte wil doen de aangifte doen. Die zal de politie dan opdracht geven de aangifte op te nemen. Informeer zelf bij de politie wanneer u welkom bent, nadat uw advocaat van de officier van Justitie bericht heeft ontvangen dat u aangifte kunt gaan doen.

Als dat dan nog niet heeft geholpen kunt u nog een brief schrijven aan de voor de Nederlandse politie verantwoordelijke minister van Veiligheid en Justitie, waarin u er op grond van de uitspraak van de Hoge Raad op wijst dat sprake is van een strafbaar feit en u de minister als baas van de politie verzoekt om de opname van uw aangifte van onttrekking door de politie te gelasten.

Waar het bij dit alles op aankomt is dat u zich bij het doen van uw aangiften onttrekking bij de politie niet gemakkelijk uit het veld laat slaan en laat wegsturen. De aarzelende houding van de politie om uw aangifte onttrekking op te nemen overigens niet noodzakelijkerwijs een gevolg van directe onwil maar soms ook van onwetendheid bij de politie, dat het ook hier gaat om het strafbaar feit van onttrekking.

Herhaald aangifte doen bij de politie i.v.m. dossieropbouw tegen omgangsfrustrerende ouder
U dient de aangifte bij de politie bij elke nieuwe keer dat de beschikte omgangsregeling niet wordt nagekomen te herhalen om zo politie en justitie in staat te stellen om een goed strafdossier (een zgn. verzamelaangifte) tegen de omgangsfrustrerende ouder op te bouwen ten behoeve van de vervolging door het OM voor de strafrechter.

Aanmelden bij Buro Slachtofferhulp:
Vergeet niet om u bij de aangifte bij de politie ook tegelijk als slachtoffer van een misdrijf aan te laten melden bij Buro Slachtofferhulp (Telefoon: 0900-0101 (lokaal tarief)) en hun hulp te vragen in deze moeilijke omstandigheden. Via de Slachtofferinformatielijn kunt u nl. navragen hoe de stand van zaken is met de afhandeling en vervolging van uw aangifte, op welke datum de strafzitting gepland is en hoe u op de strafzitting gebruik kunt maken van uw spreekrecht als slachtoffer. Het nummer staat op de aangifte vermeld.

3. Vervolging van het strafbaar feit "onttrekking" conform Art 279 Sr. door de Officier van Justitie (Openbaar Ministerie - OM)

Seponering/sepot door de Officier van Justitie en Artikel 12-Sv-procedure bij het Gerechtshof
Als u aangifte gedaan heeft bij de politie bent u er nog steeds niet. De Officier van Justitie kan dan alsnog besluiten om uw aangifte niet te vervolgen maar te seponeren. Tegen dat sepotbesluit kunt u echter zelf en zonder hulp van een advocaat weer beroep aantekenen bij het Gerechtshof middels een zgn. Artikel 12-Sv-procedure, waarin u het Gerechtshof vraagt de Officier van Justitie te gelasten om dit strafbaar feit toch te vervolgen.  Wij adviseren u ook om dat te doen. Het belang van uw kind(eren) op beide ouders is een zeer zwaarwegend belang.

4. Strafzitting bij de strafrechter

Voorafgaande of gelijklopende civiele stappen (Kort Geding) zijn aanbevolen:
N.b. Zie toelichting boven bij stap 1:
Het verdient aanbeveling om voorafgaand of gelijklopend aan het doen van de hierboven beschreven strafrechtelijke aangiften bij de politie tegen het niet nakomen van de omgangsregeling door de verzorgende ouder, eerst via een Kort Geding de civiele rechter om nakoming van de omgangsregeling te verzoeken, waarbij u niet vergeet handhavingsmiddelen (een dwangsom, gijzeling etc.) te eisen op het nakomen van de omgangsregeling. Daarvoor gaat u naar een advocaat.
DAT is die civiele procedure waar wel eens naar verwezen word.

Sexe-justitie in de Nederlandse rechtspraak
De uiteindelijk uitgesproken straf van de rechter tegen de onttrekkende ouder wanneer dit een vrouw of moeder kan u mogelijk tegenvallen. Het gaat tot nu toe vaak uitsluitend om een voorwaardelijke taakstraf van zo'n 40 uur of meer en deze is bovendien tot nog toe bij geen van de voor onttrekking veroordeelde vrouwen of moeders daadwerkelijk ten uitvoer gelegd..

Misschien was u daar nog niet van op de hoogte, maar in de Nederlandse rechtspraak is naar analogie van de vroegere 'Klassejustitie' nu noch steeds sprake van een ernstige en chronische vorm van 'Sexejustitie'. De veroordelingen voor het strafbare feit van onttrekking zijn hiervan een goed voorbeeld. Waar


Dit is een direct gevolg van een brief van 4 december 2002 van de Minister van Justitie die is geschreven in het kader van de totstandkoming van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding.

In uitspraak LJN: BZ0555 d.d. 24-12-2012 van de Rechtbank Amsterdam staat deze brief daarbij als volgt samengevat:
“Het naleven van een omgangsregeling dient volgens de kennelijke bedoeling van de wetgever te worden gehandhaafd door middel van maatregelen van civielrechtelijke aard, zoals de dwangsom, lijfsdwang, afgiftebevel of het toewijzen van het eenhoofdig gezag aan de ouder bij wie het kind niet zijn hoofdverblijfplaats heeft of de ondertoezichtstelling of aanwijzing van een bijzonder curator.”
Met andere woorden indien de ouder die aangifte wegens onttrekking aan het ouderlijk gezag, Art 279 Sr, doet, geen voorafgaande civiele procedure(s) heeft gevoerd om dwangmaatregelen te eisen, wordt het O.M. niet ontvankelijk verklaard.
_____
Disclaimer: Op deze website wordt geen sluitend juridisch advies gegeven: neemt u hiervoor, als het zover komt, contact op met bijvoorbeeld een advocaat, notaris of de geëigende overheidsinstanties. Deze website huldigt een eigen rechtsopvatting op een rechtsgebied dat in ontwikkeling is. Hoewel er de grootst mogelijke algemene zorg aan uw adviesverzoek en – in voorkomend geval - melding besteedt wordt, zijn we niet aansprakelijk voor de gegeven adviezen. Adviezen en reacties worden uitsluitend gegeven onder volledige uitsluiting van alle aansprakelijkheid voor de gegeven adviezen en reacties.
_____

maandag, november 12, 2012

559. Een klacht indienen tegen een advocaat

U heeft een klacht tegen uw of een advocaat

Als u niet tevreden bent over uw advocaat, bespreek dat dan eerst met hem of haar zelf. Dit kan soms het probleem al uit de wereld helpen. Soms gaat het om onduidelijkheden en kunt u samen tot een oplossing komen. Sommige advocatenkantoren hebben verder ook een eigen klachtenregeling waarvan u gebruik kunt maken. Zoek naar deze klachtenregeling op de website van uw advocatenkantoor of vraag er anders naar.

Komt u er met uw advocaat dan echter nog niet uit, dan kunt u een klacht over uw advocaat indienen bij de beroepsvereniging van advocaten: De Nederlandse Orde van Advocaten.

1. Nederlandse Orde van Advocaten

Zie voor het indienen van een klacht:

2. Deken per arrondissement van de Advocatenorde

Klachten tegen raadslieden of advocaten moeten bij de deken van de regionale Orde van Advocaten worden ingediend. Deze Deken is de 'voorzitter' van de Raad van Toezicht, de beroepsvereniging van advocaten in uw regio. Van de deken wordt ook verwacht dat hij helpt bij het opstellen van de klacht.

Zie:
Als het niet je eigen advocaat betreft dan dien je een klacht ook het eerst in bij de regionale DEKEN van de Orde van Nederlandse advocaten in de regio waar de advocaat werkt.

Dekenwebsites van de Advocatenorde per Arrondissement:

3. Beroeps- en gedragsregels voor advocaten

Advocaten moeten zich bij de uitoefening van hun beroep aan de Beroeps- en gedragsregels voor advocaten houden.

Hieronder links die daar meer over vertellen.

4. Uitsprakenregister Tuchtrecht Advocatuur

5. Geschillencommissie Advocatuur

Alleen wanneer uw advocaat is aangesloten bij de geschillencommissie advocatuur kunt u zich tot slot evt. ook met uw klacht tot deze geschillencommissie wenden.


_____
Disclaimer: Vader Kennis Centrum (VKC) kan geen sluitend juridisch advies geven: neemt u hiervoor, als het zover komt, contact op met bijvoorbeeld een advocaat, notaris of de geëigende overheidsinstanties. VKC huldigt een eigen rechtsopvatting op een rechtsgebied dat in ontwikkeling is. Hoewel VKC de grootst mogelijke algemene zorg aan uw adviesverzoek en – in voorkomend geval - melding zal besteden, is VKC niet aansprakelijk voor de gegeven adviezen. Adviezen en reacties van VKC worden uitsluitend gegeven onder volledige uitsluiting van alle aansprakelijkheid van VKC voor de door haar gegeven adviezen en reacties.
_____

donderdag, november 08, 2012

558. Rapport van de Kinderombudsman over de effectiviteit van de ondertoezichtstelling bij omgangsproblemen (zgn. omgangs-OTS)

Rapport 2012/166 - De ondertoezichtstelling bij omgangsproblemen - Onderzoek op eigen initiatief naar aanleiding van klachten en signalen over de Bureaus Jeugdzorg
Bron: De Kinderombudsman / De Nationale Ombudsman – Rapport 2012/166 - Datum: 08-11-2012
  • Download hier het volledige rapport ‘De ondertoezichtstelling bij omgangsproblemen - Onderzoek op eigen initiatief naar aanleiding van klachten en signalen over de Bureaus Jeugdzorg’; De Kinderombudsman en De Nationale Ombudsman, Rapportnummers: 2012/166 en KOM5A/2012, Datum: 6 november 2012

Samenvatting


Aanleiding
Wanneer conflicten tussen twee gescheiden ouders voor zodanige problemen bij het kind zorgen dat de ontwikkeling van dat kind bedreigd raakt, kan de rechter een ondertoezichtstelling opleggen. Die ondertoezichtstelling heeft als doel om de bedreigde ontwikkeling van het kind weg te nemen. Zowel de Nationale ombudsman als de Kinderombudsman ontvangen regelmatig klachten en signalen van kinderen en ouders die problemen hebben met de manier waarop de gezinsvoogd van Bureau Jeugdzorg deze ondertoezichtstelling, en met name de omgangsregeling, uitvoert. Deze signalen en klachten waren aanleiding voor een breed onderzoek.

Opzet
De vraag die bij dit onderzoek centraal heeft gestaan is:
"Welke problemen doen zich voor in de relatie tussen ouders en Bureau Jeugdzorg in gevallen van ondertoezichtstelling bij omgangsproblemen, en op welke manier kunnen Bureaus Jeugdzorg deze problemen verminderen, bezien vanuit de behoorlijkheidsvereisten en kinderrechten?"

Doel onderzoek
Met dit onderzoek willen de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman een bijdrage leveren aan de uitvoeringspraktijk van deze ondertoezichtstellingen. Gezocht is naar mogelijkheden voor verandering in de hele keten, zodat álle betrokkenen minder problemen ervaren in de uitvoering van deze ondertoezichtstellingen. De betrokkenen hebben het idee het nooit goed te doen en dat het kind daar als eerste de dupe van is.

Uitvoering onderzoek
Met Bureaus Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming, kinderrechters, advocaten en enkele deskundigen zijn gesprekken gevoerd over hun huidige betrokkenheid bij deze ondertoezichtstellingen. Daarbij zijn knelpunten en succesfactoren verzameld. Daarna is een expertmeeting georganiseerd waar drie betrokken Bureaus Jeugdzorg hun best practices met de andere aanwezigen hebben gedeeld, met aansluitend een korte discussie. Ook is literatuuronderzoek gedaan vanuit de vraag: welke kennis is al beschikbaar over dit onderwerp?

Korte analyse
Op het moment dat de rechter een ondertoezichtstelling oplegt, voeren de ouders vaak al een aantal jaren een strijd. Een strijd waar al meerdere professionals bij betrokken zijn geweest, zoals bijvoorbeeld rechters die uitspraak hebben gedaan over de boedelscheiding, de omgangsregeling en de alimentatie. Maar ook de Raad voor de Kinderbescherming is erbij betrokken geweest, om onderzoek te doen voorafgaand aan de ondertoezichtstelling. Soms is ook al vrijwillige hulp geweest vanuit Bureau Jeugdzorg. Verder hebben beide ouders vaak ook nog een (of meerdere) advocaten die hen ondersteunen bij de procedures. Kortom, er zijn diverse betrokkenen bij het gezinssysteem met elk hun eigen dynamiek.

Bij de start van een ondertoezichtstelling zijn de verwachtingen vaak hooggespannen. Inherent aan het probleem is echter dat er juist vanwege de strijd voor een gezinsvoogd niet meteen veel te bereiken valt. En dan volgt er teleurstelling van een of beide ouders met vaak klachten en/of nieuwe procedures tot gevolg.

Uitwisseling kennis en ervaring
Uit het onderzoek blijkt dat verschillende Bureaus Jeugdzorg een eigen aanpak voor deze ondertoezichtstelling hebben ontwikkeld en dat zij daarbij meer van elkaar zouden kunnen leren.

Kwaliteitskader en goede voorbereiding
Een belangrijk onderdeel van deze eigen praktijken is de zeer grondige voorbereiding en de analyse van het conflict van de ouders. Ook de manier van communiceren met ouders hoort daarbij.

Belang van het kind
Het blijkt dat de betrokken instanties de wens van het (oudere) kind om geen omgang te willen met de uitwonende ouder veelal respecteren. In die gevallen zien zij de wens van het kind als belang van het kind. Soms is deze wens van het kind niet authentiek, omdat de thuiswonende ouder op basis van al dan niet expliciet afgedwongen loyaliteit het kind beïnvloedt, zeker wanneer deze ouder zijn of haar scheiding nog niet heeft verwerkt.

Samenwerking in de keten
De Nationale ombudsman en de Kinderombudsman constateren verder dat de samenwerking in de keten per regio verschilt. De samenwerking tussen Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming vindt in de ene regio in een eerder stadium plaats dan in de andere. Samenwerking in een vroeg stadium zorgt voor betere informatie-uitwisseling. Als Bureau Jeugdzorg ook bij de rechtszitting is, kan de rechter tijdens de zitting een zaak met alle partijen bespreken, afspraken maken en Bureau Jeugdzorg een goede start geven.

Aanbod hulpverlening
Ook is uit het onderzoek gebleken dat het hulpverleningsaanbod voor ouders en kinderen niet landelijk dekkend is en dat de inzet van vrijwillige hulpverlening bij begeleide omgang omstreden is. Dit maakt het voor de Bureaus Jeugdzorg moeilijk om effectief te opereren en dat baart de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman zorgen.

Effectiviteit van een ondertoezichtstelling bij omgangsproblemen
De Nationale ombudsman en de Kinderombudsman realiseren zich dat de conflictdynamiek in scheidingszaken extra hoge eisen stelt aan de professionaliteit van de gezinsvoogd. Het ingrijpen van overheidswege kan, gelet op de partijdige insteek van de ouders zelf, immers in veel gevallen als niet neutraal over komen. De maatregel kan zelfs bijdragen tot verdere escalatie. Het is daarom de vraag, hoe effectief een ondertoezichtstelling kan zijn. De instanties monitoren de effecten van de ondertoezichtstellingen niet. De indruk van de Nationale ombudsman en Kinderombudsman is, dat effecten sterk afhangen van professionaliteit en competenties van gezinsvoogden. De ondertoezichtstelling is een ingrijpende maatregel, waarvan de effectiviteit wel gemonitord zou moeten worden.
  • Download hier het volledige rapport ‘De ondertoezichtstelling bij omgangsproblemen - Onderzoek op eigen initiatief naar aanleiding van klachten en signalen over de Bureaus Jeugdzorg’; De Kinderombudsman en De Nationale Ombudsman, Rapportnummers: 2012/166 en KOM5A/2012, Datum: 6 november 2012


woensdag, oktober 31, 2012

557. Co-ouderschapskinderen zitten na een scheiding beter in hun vel en halen hogere schoolcijfers

Scheidingskinderen in een co-ouderschapsregeling zitten beter in hun vel en halen hogere schoolcijfers dan scheidingskinderen in een eenoudergezin bij moeder of in een stiefgezin met de nieuwe vriend van moeder.

Uit het onderzoek 'Scholieren en gezinnen 2006-2011" van de Universiteit Utrecht onder 5300 schoolkinderen, blijkt dat kinderen van gescheiden ouders die afwisselend bij hun vader of moeder wonen, beter in hun vel zitten en hogere cijfers halen op school, dan kinderen die na een scheiding in een eenoudergezin bij moeder wonen of in een stiefgezin bij moeder met een nieuwe vriend (stiefvader). Het afgelopen decennium steeg het percentage co-ouderschapsregelingen na scheiding van 5% naar 20%. En van de huidige basisschoolleerlingen met gescheiden ouders (gemiddeld 6 per klas) pendelt bijna een kwart tussen vader en moeder. Sommige kinderen wonen om de week bij een van de ouders, anderen vier dagen bij de één en drie bij de ander. Deze kinderen doen het echter beter dan kinderen in stiefgezinnen of eenoudergezinnen, omdat co-ouders minder ruzie blijken te maken dan andere ex-partners. Kinderen hebben daardoor minder last van de scheiding.



© Onderzoek scholieren en gezinnen 2011 (Universiteit Utrecht)

Kinderen uit intacte gezinnen hebben betere schoolprestaties
Universiteit Utrecht - Sociale Wetenschappen - 31.10.2012

Kinderen van wie de ouders bij elkaar zijn, hebben gemiddeld de beste schoolprestaties. Van gezinnen die niet intact zijn, presteren de kinderen uit co-oudergezinnen op school het best. De minst goede schoolprestaties zijn opgetekend bij kinderen uit eenoudergezinnen. Dat schrijven scheidingsdeskundige Ed Spruijt van de Universiteit Utrecht en filosofe Corrie Haverkort in hun boek ‘Kinderen uit nieuwe gezinnen’.

In het boek wordt gebruik gemaakt van statistische gegevens van Spruijts onderzoek ‘Scholieren en Gezinnen 2011’. Gedurende vijf jaar (van 2006 tot 2011) namen in totaal 5300 scholieren uit de groepen 7 en 8 van de basisschool en de klassen 1, 2 en 3 voor het voortgezet onderwijs mee aan dit onderzoek.

Welbevinden
Het onderzoek toont aan dat in een gemiddelde Nederlandse klas van 30 leerlingen, minstens 6 kinderen zitten die opgroeien in zogenoemde nieuwe gezinnen. Zulke nieuwe gezinnen zijn bijvoorbeeld co-oudergezinnen, stiefgezinnen, eenoudergezinnen en verweduwde gezinnen. Niet alleen de schoolprestaties van kinderen uit deze nieuwe gezinnen blijven achter, ook het welbevinden ligt bij hen lager dan bij kinderen uit intacte gezinnen.

Stiefvader
Van alle nieuwe gezinnen komt volgens Spruijt het stiefvadergezin het meest voor in Nederland, een gezinsvorm waarbij het kind woont bij de biologische moeder en haar nieuwe partner. Die stiefvader in het gezin heeft een flinke invloed op het welbevinden van het kind, zo blijkt uit de cijfers in het boek. Spruijt: “Moeders zijn zoals verwacht in elk gezinstype het allerbelangrijkst: voor het welbevinden van het kind in een stiefvadergezin is een goede band tussen moeder en kind ook van het grootste belang. Maar de stiefvader blijkt in dergelijke situaties op plaats twee te komen, nog voor de uitwonende biologische vader.”

Stiefvader en stiefkind kunnen dus een sterke band opbouwen. Tegelijkertijd blijkt dat bloedbanden geen garantie zijn voor goede verhoudingen tussen kind en ouder: ook bloedbanden moeten worden opgebouwd en onderhouden.

Laagopgeleiden scheiden vaker
Spruijt merkt ook op dat er tegenwoordig onder laagopgeleiden relatief meer gescheiden wordt dan onder hoogopgeleiden. Hoe hoger de opleiding, hoe minder er wordt gescheiden. “Dat is een trend van de laatste jaren. Scheiden zou een dalend cultuurgoed kunnen worden genoemd: het gebeurde aanvankelijk vooral in de hogere sociale klassen, tegenwoordig meer in de lagere.” Dat hoger opgeleiden minder scheiden kan komen doordat ze beter communiceren, conflicten flexibeler kunnen oplossen en meer ruimte en geld hebben om zich individueel te ontplooien. Bovendien weten ze meer over de nadelige gevolgen van een scheiding voor hun kinderen.

Dit onderzoek sluit nauw aan bij een van de vier onderzoeksthema’s van de Universiteit Utrecht: Jeugd en identiteit.

Boek en congres
Het boek van Ed Spruijt en Corrie Haverkort verschijnt 31 oktober bij uitgeverij LannooCampus. Zes dagen na het verschijnen van het boek, op 6 november, vindt er een congres plaats dat ‘kinderen uit scheidingsgezinnen’ als onderwerp heeft.

Co-ouders doen het goed
BNR.NL - Door Anne-Greet Haars - 31 october 2012

Kinderen die na een scheiding te maken krijgen met co-ouderschap zitten lekkerder in hun vel dan kinderen die bij één van de ouders wonen.
Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht. De uitkomsten staan in het boek 'Kinderen uit nieuwe gezinnen' dat vandaag uitkomt.

Ook halen deze kinderen hogere cijfers op school dan de kinderen die na een scheiding bij één van de ouders wonen of in een stiefgezin.

Minder ruzie
Scheidingsonderzoeker en schrijver van het boek, Ed Spruijt, zegt dat deze kinderen beter in hun vel zitten omdat Nederlandse co-ouders veel minder ruzie maken. "Dat is de belangrijkste risicofactor voor scheidingskinderen: hoe meer ruzie de ouders maken, hoe slechter het met de kinderen gaat."

Oplossen
Kinderen die in een 'normaal' gezin wonen hebben er ook baat bij als ouders tevreden zijn, vertelt Spruijt. "Een meningsverschil is niet zo erg, en als een ruzie weer wordt opgelost, dan is het ook niet erg. Maar kenmerkend voor de probleemgezinnen is dat de ruzie jarenlang duurt en niet worden opgelost: daar hebben kinderen veel last van."

Stiefgezinnen
Uit het onderzoek blijkt ook dat er meer stiefgezinnen zijn dan dat er in het bevolkingsregister staat. "Het bevolkingsregister loopt altijd achter, omdat het niet meteen wordt doorgegeven. Bovendien hebben bijvoorbeeld vaders vaak twee adressen: ze wonen al lang met een ander gezin ergens anders samen, terwijl ze nog op hun oude adres staan ingeschreven."

TREFWOORDEN: co-ouders, co-ouderschap, scheiding

GERELATEERD



Betere schoolprestaties voor kinderen uit intacte gezinnen
België - Goed Gevoel - Scheiden - 31/10/12

Kinderen van wie de ouders bij elkaar zijn, hebben gemiddeld de beste schoolprestaties. Van gezinnen die niet intact zijn, presteren de kinderen uit co-oudergezinnen op school het best. De minst goede schoolprestaties worden opgetekend bij kinderen uit eenoudergezinnen. Dat schrijven scheidingsdeskundige Ed Spruijt van de Universiteit Utrecht en filosofe Corrie Haverkort in hun boek "Kinderen uit nieuwe gezinnen".

In het boek wordt gebruikgemaakt van statistische gegevens van Spruijts onderzoek "Scholieren en Gezinnen 2011". Gedurende vijf jaar (van 2006 tot 2011) deden 5.300 scholieren uit het basis- en secundair onderwijs mee aan dit onderzoek. Het onderzoek toont aan dat in een gemiddelde Nederlandse klas van 30 leerlingen minstens zes kinderen zitten die opgroeien in zogenoemde nieuwe gezinnen. Niet alleen de schoolprestaties van kinderen uit deze gezinnen blijven achter, ook het welzijn ligt bij hen lager dan bij kinderen uit intacte gezinnen.

Van alle nieuwe gezinnen komt volgens Spruijt het stiefvadergezin het meest voor in Nederland, een gezinsvorm waarbij het kind woont bij de biologische moeder en haar nieuwe partner. Moeders zijn in elk gezinstype het allerbelangrijkst voor het welbevinden van het kind. Maar de stiefvader blijkt op plaats twee te komen, nog voor de uitwonende biologische vader.

Spruijt merkt ook op dat er tegenwoordig onder laagopgeleiden relatief meer gescheiden wordt dan onder hoogopgeleiden. Dat kan komen doordat hoger opgeleiden beter communiceren, conflicten flexibeler kunnen oplossen en meer ruimte en geld hebben om zich individueel te ontplooien. Bovendien weten ze meer over de nadelige gevolgen van een scheiding voor hun kinderen.

(Bewerkt door: Toon Mast)


Co-ouders ruziën minder dan andere gescheiden ouders
TROUW - Nederland - Marijke de Vries − 31/10/12
Kinderen van gescheiden ouders die afwisselend bij hun vader of moeder wonen, zitten lekkerder in hun vel en halen hogere cijfers op school dan kinderen die na een scheiding bij één van de ouders wonen of in een stiefgezin. Meer lezen


Bij co-ouders komt minder ruzie voor
Volkskrant - Binnenland - ANP - 31/10/12
Kinderen van gescheiden ouders die afwisselend bij hun vader of moeder wonen, zitten lekkerder in hun vel en halen hogere cijfers op school dan kinderen die na een scheiding bij een van de ouders wonen of in een stiefgezin. Meer lezen


Co-ouders doen het goed
Nederlands Dagblad - Gratis Nieuws - 31-10-2012
Kinderen van gescheiden ouders die afwisselend bij vader en moeder wonen, zitten beter in hun vel en presteren beter op school dan kinderen die na een scheiding bij een ouder of in een stiefgezin wonen. Meer lezen


Minder ruzie thuis beter voor toekomst van kind
Nederlands Dagblad - Betaalartikel - 01-11-2012
UTRECHT - Hoe minder er geruzied wordt tussen een vader en een moeder, hoe beter kinderen in hun vel zitten en ook op school beter presteren. Dat is een conclusie uit een groot onderzoek van echtscheidingsdeskundige Ed Spruijt van de Universiteit Utrecht. Meer lezen


Kind uit compleet gezin scoort beste
Reformatorisch Dagblad - Binnenland - Binnenlandredactie - 31-10-2012
UTRECHT – Kinderen uit een normaal tweeoudergezin hebben gemiddeld de beste schoolprestaties. Na een echtscheiding scoren kinderen uit co-oudergezinnen op school het beste. De minst goede schoolprestaties komen voor bij kinderen uit eenoudergezinnen, zo blijkt uit het boek ”Kinderen uit nieuwe gezinnen”, dat woensdag verschijnt. Meer lezen


Intacte gezinnen - betere prestaties
Katholiekgezin.nl; Nieuws; woensdag 31 oktober 2012

dinsdag, oktober 30, 2012

558. Vader opnieuw veroordeelt tot 7 jaar cel extra bovenop eerdere veroordeling tot 9 jaar cel voor "ontvoering" van zijn dochter (totaal 16 jaar cel)

Genderjustitie bij Openbaar Ministerie en in de Nederlandse rechtspraak

Vandaag werd een Soedanese vader voor de 'ontvoering' van zijn dochter naar Soedan na een eerdere veroordeling tot 9 jaar cel, opnieuw en herhaald vervolgd door het Openbaar Ministerie (OM) voor hetzelfde feit en door de Rechtbank Utrecht voor het zelfde feit weer opnieuw veroordeeld tot nog eens 7 jaar cel wegens zgn. 'voortdurende' ontvoering.

Deze vader is nu dus veroordeeld tot in totaal 16 jaar cel. En als de pet van het OM daar vanmiddag of morgen naar staat, kan het OM weer vervolgen en er zo nog eens 9 jaar opstapelen .... en dan nog eens 9 jaar ..... en nog eens 9 jaar .... en ...

Een Nederlandse moeder kan de kinderen daarentegen straffeloos naar Nederland ontvoeren. Want terwijl het Openbaar Ministerie vrouwen en moeders voor het strafbare feit van kinderontvoering niet of nauwelijks vervolgt of zelfs weigert te vervolgen, worden vaders door datzelfde OM en hetzelfde strafbare feit juist op de boven beschreven wijze genadeloos en herhaald vervolgd en gestraft en krijgen zo eindeloos opgestapelde straffen opgelegd die een levenslange gevangenisstraf kunnen overtreffen.

En mocht u nog denken dat dit in 'de Nederlandse rechtstaat' niet voor kan komen of hooguit uitzondering is, dan heeft u helaas ongelijk. Er zijn veel meer vaders die op deze wijze slachtoffer geworden zijn van deze willekeurige justitieterreur door het Openbaar Ministerie en voor tientallen jaren in deze Nederlandse Goelag archipel verdwenen zijn door herhaalde vervolging en opeenstapeling van gevangenisstraffen voor hetzelfde vergrijp.

Zeven jaar cel voor voortdurende ontvoering dochter
Bron: Rechtspraak.nl : Rechtbank Utrecht, Utrecht, 30-10-2012

Een 45-jarige man uit Nieuwegein is opnieuw veroordeeld voor de voordurende ontvoering van zijn inmiddels 9-jarige dochter. De rechtbank heeft de man een gevangenisstraf opgelegd van 7 jaar. In 2007 nam de man zijn dochter, zonder de toestemming van de moeder die het gezag over het kind heeft, uit Nederland mee naar Soedan. Sindsdien verblijft het meisje daar.

Meisje nog steeds niet terug
De man weigert sinds 2007 alle medewerking aan de terugkeer van zijn dochter. Ook instanties zoals Interpol en het Centrum Internationale Kinderontvoering is het niet gelukt om het meisje terug te laten keren naar Nederland. Rechtbanken in Nederland en Soedan hebben bepaald dat het kind bij de moeder moet verblijven.

Eerder veroordeeld
In 2010 werd na cassatie door de Hoge Raad, een gevangenisstraf van 8 jaar en 9 maanden aan de man opgelegd voor het onttrekken van zijn dochter aan het gezag van de moeder voor de periode van juni 2007 tot en met juni 2009. Omdat er sindsdien niets veranderd is aan de situatie is er volgens de rechtbank sprake van een voortdurend delict. De man is daarom vandaag veroordeeld voor de periode juni 2009 tot en met augustus 2012.

Band minder hecht
De rechtbank is van oordeel dat de man zich nog steeds schuldig maakt aan het ontrekken van het gezag van zijn minderjarige dochter. Nu de ontvoering al jaren voortduurt, worden de gevolgen voor de moeder en de dochter ook zwaarder. De moeder verkeert al jaren in onzekerheid of zij haar dochter ooit weer terug zal zien. Ook oordeelt de rechtbank dat het niet ondenkbeeldig is dat de band tussen moeder en dochter steeds minder hecht zal worden en dat dit mogelijk zelfs tot vervreemding tussen het meisje en haar moeder kan leiden. De rechtbank rekent dit de man zeer ernstig aan.

Uitspraken: BY1613


LJN: BY1613, Rechtbank Utrecht , 16/700937-12 [P]

Datum uitspraak: 30-10-2012
Datum publicatie: 30-10-2012
Rechtsgebied: Straf
Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaats(en): Rechtspraak.nl

Inhoudsindicatie: 
Een 45-jarige man uit Nieuwegein is opnieuw veroordeeld voor de voordurende ontvoering van zijn inmiddels 9-jarige dochter. De rechtbank heeft de man een gevangenisstraf opgelegd van 7 jaar. In 2007 nam de man zijn dochter, zonder de toestemming van de moeder die het gezag over het kind heeft, uit Nederland mee naar Soedan. Sindsdien verblijft het meisje daar.


Uitspraak
RECHTBANK UTRECHT

Sector strafrecht

parketnummer: 16/700937-12 [P]

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 30 oktober 2012

in de strafzaak tegen

[verdachte]
geboren op [1967] te [geboorteplaats] (Soedan)
wonende te [woonplaats]
thans gedetineerd in de P.I. Utrecht, Huis van Bewaring, locatie Nieuwegein
raadsman mr. A.J. Hardonk, advocaat te Amsterdam

1  Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 16 oktober 2012, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2  De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
In de periode van 19 juni 2009 tot en met 3 augustus 2012 te Veenendaal en Nieuwegein en Soedan opzettelijk zijn minderjarige dochter [minderjarige] heeft onttrokken gehouden aan het wettelijk gezag van [moeder].

3  De voorvragen
De rechtbank heeft geconstateerd dat de dagvaarding geldig is, de rechtbank bevoegd is, de officier van justitie ontvankelijk is in de vordering en er geen reden is voor schorsing van de vervolging.

4  De beoordeling van het bewijs

4.1  Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft gepleegd en baseert zich daarbij op de aangifte van mevrouw [moeder], de beslissing van de rechtbank te Utrecht van 1 september 2010 waarin het ouderlijk gezag is toegekend aan de moeder van de minderjarige [minderjarige], de beslissingen van de rechtbank en het gerechtshof te Soedan, waarin is bepaald dat de moeder van [minderjarige] de voogdij krijgt over [minderjarige] en waarin is bepaald dat [minderjarige] aan haar moeder, mevrouw [moeder] moet worden toevertrouwd.

4.2  Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte op 20 juli 2010 door het gerechtshof Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem is veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaar, welke straf de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 22 november 2011 heeft verlaagd naar een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren en negen maanden.
Ook toen ging het om onttrekking van de minderjarige [minderjarige] aan het ouderlijk gezag door de moeder over de periode van 24 juni 2007 tot en met 18 juni 2009.
In die zaak zijn door de verdediging verweren gevoerd die in eerste aanleg en nadien in hoger beroep zijn verworpen.
De verdediging zal zich, in dat licht bezien en gelet op de huidige stand van de jurisprudentie ter zake van artikel 279 Wetboek van Strafrecht, thans beperken tot een strafmaatverweer.

4.3  Het oordeel van de rechtbank

Op 17 mei 2012 heeft mevrouw [moeder], moeder van de minderjarige [minderjarige], geboren op [2003], aangifte gedaan tegen verdachte. In de aangifte en haar aanvullende verklaring verklaart mevrouw [moeder] dat verdachte tijdens een vakantie in Egypte hun dochter [minderjarige] in juni 2007 tegen haar wil in naar zijn familie in Soedan heeft gebracht. Van dit feit heeft zij op 10 oktober 2007 aangifte gedaan en verdachte is hiervoor veroordeeld.
Middels bemiddeling is geprobeerd om [minderjarige] terug naar Nederland te halen. Daarnaast werden Interpol, een hoogwaardigheidsbekleder uit Soedan, een mediator en het Centrum Internationale Kinderontvoering ingeschakeld om [minderjarige] naar Nederland terug te halen.
Dit is niet gelukt. Verdachte heeft nooit medewerking verleend aan de terugkeer van [minderjarige].
Aangeefster [moeder] heeft ook in Soedan een procedure aanhangig gemaakt, hetgeen resulteerde in een beslissing van het gerechtshof te Khartoum (Soedan) van 7 maart 2012 waarin is geoordeeld dat [minderjarige] aan de moeder moet worden toevertrouwd.
Tot op heden is [minderjarige] nog steeds niet terug en wordt zij nog steeds onttrokken aan het gezag van aangeefster [moeder] .
Bij beschikking van de rechtbank Utrecht, sector handels- en familierecht van 1 september 2010 is de echtscheiding tussen [moeder] en verdachte uitgesproken, waarbij het ouderlijk gezag over hun minderjarige dochter [minderjarige] aan [moeder] is toegekend .
Bij arrest van het gerechtshof Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem van 19 juli 2010 is verdachte veroordeeld ter zake van onttrekking aan het gezag van de minderjarige [minderjarige] over de periode 24 juni 2007 tot en met 18 juni 2009 tot een gevangenisstraf van negen jaren .
De beslissing van het gerechtshof van 19 juli 2010 is door de Hoge Raad op 22 november 2011 vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De gevangenisstraf is in verband met een overschrijding van de redelijke termijn verminderd tot acht jaren en negen maanden .
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij handelt zoals hij heeft gedaan en dat ook zal blijven doen omdat het als zijn taak als goede vader beschouwt om aldus een goede toekomst voor zijn dochter te bewerkstelligen .

Bewijsoverwegingen
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij in juni 2007 met instemming van de moeder van zijn dochter, mevrouw [moeder], met wie hij toen nog gehuwd was, [minderjarige] naar Soedan heeft gebracht.
De rechtbank is van oordeel dat dit verweer van verdachte geen bespreking behoeft, nu dit reeds in de eerdere procedure in eerste aanleg en in hoger beroep aan de orde is gesteld en is gepasseerd.

De rechtbank is van oordeel dat artikel 279 Wetboek van Strafrecht een zogeheten voortdurend delict betreft, hetgeen betekent dat het strafbare feit wordt gepleegd tot het moment dat aan de strafbare toestand een einde komt. Dit houdt in dat de strafbare toestand eindigt op het moment dat [minderjarige] aan haar moeder wordt overgedragen, hetgeen tot op heden nog niet is gebeurd.
Verdachte heeft voldoende mogelijkheden en gelegenheid gehad om een einde te maken aan de verboden toestand, welke hij bewust niet heeft gebruikt, zodat elke dag dat [minderjarige] niet aan de zorg van haar moeder is toevertrouwd, verdachte zich schuldig maakt aan de onttrekking aan het gezag van zijn dochter [minderjarige].

4.4  De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
In de periode van 19 juni 2009 tot en met 3 augustus 2012 te Nederland en Soedan, opzettelijk een minderjarige, te weten [minderjarige], geboren op [2003], die toen de leeftijd van 12 jaar nog niet had bereikt, heeft onttrokken gehouden aan het wettig over de minderjarige gestelde gezag, immers heeft verdachte daar toen [minderjarige], waarvan de moeder genaamd is [moeder], en inmiddels het eenhoofdige gezag heeft over [minderjarige] en hij, verdachte, de vader is, opzettelijk zonder instemming van die [moeder], voornoemde [minderjarige] op een plaats in Soedan (bij zijn familie) gelaten, en heeft nagelaten er voor te zorgen dat voornoemde [minderjarige] terugkeerde naar die [moeder], zodat de uitoefening van het gezag door die [moeder] onmogelijk was geworden, dat voornoemde [minderjarige] daardoor werd onttrokken aan het wettig gezag, hetwelk de moeder over [minderjarige] uitoefende;

De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5  De strafbaarheid

5.1  De strafbaarheid van het feit
Strafbaarheid
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

Het bewezenverklaarde levert het navolgende strafbare feit op.
Onttrekking van een minderjarige aan het wettig gezag, terwijl de minderjarige beneden de twaalf jaren oud is.

5.2  De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6  De strafoplegging

6.1  De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaar met aftrek van het voorarrest.

6.2  Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht bij het bepalen van de op te leggen straf rekening te houden met de door het gerechtshof in hoger beroep reeds opgelegde vrijheidsstraf, waardoor geen ruimte meer voor zwaardere gevallen mogelijk is. Ook in het licht van de jurisprudentie in soortgelijke gevallen, lijkt de door het gerechtshof en nadien door de Hoge Raad opgelegde straf van uitzonderlijke zwaarte en daarmee niet passend.

6.3  Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte.

Verdachte is op 19 juli 2010 door het gerechtshof veroordeeld ter zake van onttrekking aan het gezag van een minderjarige over de periode 24 juni 2007 tot en met 18 juni 2009 tot een gevangenisstraf voor de maximale duur van 9 jaar, welke straf nadien door de Hoge Raad is teruggebracht tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar en 9 maanden.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich thans nog steeds schuldig maakt aan de onttrekking aan het gezag van zijn minderjarige dochter [minderjarige].
[minderjarige] verblijft momenteel nog steeds bij familie van verdachte in Soedan, terwijl er diverse Nederlandse en Soedanese rechterlijke uitspraken liggen, waarbij is bepaald dat [minderjarige] aan haar moeder moet worden toevertrouwd. Verdachte negeert al deze rechterlijke uitspraken en doet niets om te bewerkstelligen dat [minderjarige] bij haar moeder, mevrouw [moeder], in Nederland terugkeert.
Nu het delict nog steeds voortduurt, worden de gevolgen voor de direct betrokkenen, mevrouw [moeder] en [minderjarige], steeds zwaarder. Mevrouw [moeder] verkeert al jaren in onzekerheid of zij haar dochter ooit weer bij zich zal hebben in Nederland en is de afgelopen jaren vele malen teleurgesteld. De rechtbank acht het niet ondenkbeeldig dat de band tussen moeder en [minderjarige] als gevolg van het voortduren van het delict, door het verloop van tijd steeds minder hecht zal worden en dat dit mogelijk zelfs tot vervreemding van haar moeder zal leiden.
De rechtbank rekent verdachte dit zeer ernstig aan.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat aan verdachte wederom een vrijheidsstraf van lange duur dient te worden opgelegd.
De duur van de op te leggen vrijheidsstraf zal van lange duur zijn, maar lager dan door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen de eerder aan verdachte opgelegde gevangenisstraf van acht jaren en negen maanden.

7  De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 63 en 279 van het Wetboek van Strafrecht.

8  De beslissing
De rechtbank:

Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
  • spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;

Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
  • onttrekking van een minderjarige aan het wettig gezag, terwijl de minderjarige beneden de twaalf jaren oud is;
  • verklaart verdachte strafbaar;

Strafoplegging
  • veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van ZEVEN (7) JAREN;
  • bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf.

Dit vonnis is gewezen door mv. mr. Y.M.J.I. Baauw-de Bruijn, voorzitter, mv. mr. C.S.K. Fung Fen Chung en mv. mr. I.M. Vanwersch, rechters, in tegenwoordigheid van H.J. Nieboer, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 30 oktober 2012.


Extra straf voor ontvoeren dochter
NOS Nieuws : dinsdag 30 okt 2012, 15:20

In 2007 nam de man zijn dochter van 4 mee naar zijn familie in Sudan.

Een 45-jarige man uit Nieuwegein is voor de tweede keer veroordeeld voor het ontvoeren van zijn dochter. De rechtbank in Utrecht legde hem een gevangenisstraf op van 7 jaar. Eerder werd hij al veroordeeld tot 8 jaar en 9 maanden.

In 2007 nam de man zijn dochter van 4 mee naar zijn familie in Sudan. Dat gebeurde zonder toestemming van de moeder, die het gezag over het kind heeft. Het meisje is inmiddels 9 jaar en is waarschijnlijk nog steeds bij familie in Sudan. De man weigert zijn medewerking aan haar terugkeer naar Nederland.

Rechtbanken in zowel Sudan als Nederland hebben bepaald dat het kind bij de moeder thuishoort.

'Voortdurend delict'
De eerdere veroordeling van de man van Sudanese afkomst, die in Nederland zijn straf uitzit, gaat over de periode juni 2007 tot en met juni 2009. De rechtbank spreekt van een "voortdurend delict" en heeft hem daarom opnieuw veroordeeld, nu voor de periode van juni 2009 tot en met augustus 2012.

De rechtbank vindt het een heel ernstig feit dat de man het meisje bij haar moeder weghoudt en heeft daarom besloten opnieuw een lange straf op te leggen. "Daarbij speelt mee dat de moeder haar dochter al 5 jaar moet missen en in onzekerheid verkeert of ze haar überhaupt ooit nog zal terugzien", zegt de persrechter.

Hechtingsproblemen
"Voor het meisje geldt dat je je kunt afvragen of ze inmiddels niet van haar moeder is vervreemd." Na zo'n tijd gaan ook hechtingsproblemen een rol spelen, aldus de rechtbank. "Het is zeer kwalijk dat de vader dit heeft bewerkstelligd."

De rechtbank kan niet zeggen of de man nu wel zal meewerken aan terugkeer van het kind naar Nederland.



_____
Disclaimer: Vader Kennis Centrum (VKC) kan geen sluitend juridisch advies geven: neemt u hiervoor, als het zover komt, contact op met bijvoorbeeld een advocaat, notaris of de geëigende overheidsinstanties. VKC huldigt een eigen rechtsopvatting op een rechtsgebied dat in ontwikkeling is. Hoewel VKC de grootst mogelijke algemene zorg aan uw adviesverzoek en – in voorkomend geval - melding zal besteden, is VKC niet aansprakelijk voor de gegeven adviezen. Adviezen en reacties van VKC worden uitsluitend gegeven onder volledige uitsluiting van alle aansprakelijkheid van VKC voor de door haar gegeven adviezen en reacties.
_____