zondag, augustus 20, 2006

86. Nederlandse politie en justitie discrimineren vaders naar geslacht bij vervolging van internationale kinderontvoering

Reactie op AD-artikel “Vermist meisje opgesloten in Kiev” van 9 augustus 2006 van drs. P.A.N. Tromp; 20 augustus 2006

De Haagse politiewoordvoerder Jan van den Braak beweert in het AD-artikel “Vermist meisje opgesloten in Kiev” van 9 augustus 2006 ten onrechte dat het hier niet om internationale kinderontvoering zou gaan, maar om een “civiele zaak”, terwijl het in deze zaak volgens het Haags Kinderontvoeringsverdrag wel degelijk om internationale kinderontvoering gaat.

Moeder heeft immers zonder toestemming van vader met de dochter Nederland – waar het gezin haar gewone verblijfplaats hield – verlaten, met als oogmerk het kind daarmee aan het ouderlijk gezag van vader te onttrekken nog voordat de bevoegde Nederlandse rechter zich daarover heeft kunnen uitspreken en in een beschikking een regeling over de verdeling van het ouderschap heeft kunnen treffen. Zulks wordt ook met zoveel woorden door de politiewoordvoerder zelf in het artikel onderschreven en erkend.

De Nederlandse politie en justitie dienen hier tot actieve opsporing en vervolging over te gaan en de Nederlandse Centrale Autoriteit dient op grond van het Haags Kinderontvoeringsverdrag zonodig stappen te ondernemen om het kind naar Nederland “terug te geleiden”. In plaats daarvan wordt deze vader echter door de politiewoordvoerder en de verantwoordelijke politie- en justitieautoriteiten op een dwaalspoor gezet en met een kluit in het riet gestuurd, zoals in het AD-artikel van 9 augustus valt te lezen.

Het betreft hier een structureel probleem van rechteloosheid voor vaders als ouders bij de Nederlandse politie en justitie. De Nederlandse politie- en justitieautoriteiten ontduiken hun vervolgingsverantwoordelijkheid in internationale kinderontvoeringszaken waarvan vaders het slachtoffer worden. Politie en justitie volgen hierbij steeds volgende receptuur:

  1. Aangiftes worden bij de politie in eerste instantie ofwel regelrecht geweigerd (a1) ofwel het slachtoffer wordt tot het doen van aangifte sterk ontmoedigd door misleiding (a2) waarbij het slachtoffer van de politie - zoals in dit geval ook - te horen krijgt dat hij bij de politie verkeerd zit en dat het eigenlijk om een “civiele zaak”zou gaan en dat het slachtoffer daarom eigenlijk naar een advocaat en de rechter moet (of zelfs zelf maar een privé-detective moet inschakelen);
  2. Als een aangifte na lang en klemmend aandringen uiteindelijk wel wordt opgenomen wordt deze vervolgens maandenlang door justitie in een la gestopt zonder ook maar iets te doen.
  3. Als de vader zich daar vervolgens niet bij neerlegt en toch actief aandringt wordt de aangifte door justitie met een kort briefje zonder deugdelijk onderzoek en zonder opgave van redenen op algemene bevoegdheid geseponeerd.
  4. Klachtenprocedures worden in de doofpot gestopt.
Ik kan hiervan meerdere voorbeelden gedocumenteerd aanreiken.

Dit is des te klemmender waar uit recente cijfers van de Nederlandse Centrale Autoriteit juist blijkt dat internationale kinderontvoering in tweederde van de gevallen juist vaders tot slachtoffer maakt en moeders als daders kent.

Uit de cijfers van het Ministerie van Justitie voor het aantal teruggeleidingsverzoeken naar ontvoerder (vader, moeder of derde) over 2005 blijkt dat:
- in 71% van de gevallen van Internationale Kinderontvoering vanuit het buitenland naar Nederland, buitenlandse vaders het slachtoffer werden van ontvoerende Nederlandse moeders;
- terwijl in 63% van de gevallen van Internationale Kinderontvoering vanuit Nederland naar het buitenland, Nederlandse vaders het slachtoffer werden van buitenlandse moeders.
(Zie Tabel)

Tabel: Teruggeleidingsverzoeken naar ontvoerder (vader, moeder of derde) in 2005:

Bij ingekomen teruggeleidingsverzoeken aan Nederland vanuit het buitenland zijn de kinderen meegenomen door:

Bij uitgegane teruggeleidingsverzoeken vanuit Nederland naar het buitenland zijn de kinderen meegenomen door:

Vader:

10 (26,3%)

Vader:

25 (33,3%)

Moeder:

27 (71%)

Moeder:

47 (62,7%)

Derde:

1 (2,6%)

Derde:

3 (4%)

Totaal:

38 (100%)

Totaal:

75

Bron: Statistiek 2005: Verzoeken gericht aan de Centrale autoriteit; Ministerie van Justitie – Nederlandse Centrale Autoriteit; Kinderontvoering statistiek 2005


Deze cijfers van de Centrale Autoriteit vormen slechts het topje van een ijsberg. Want zoals uit het krantenartikel ook blijkt, worden de meeste vaders die ten prooi vallen aan internationale kinderontvoering door de Nederlandse politie en justitie onjuist geïnformeerd en voorgelicht, waardoor zij nooit bij de Centrale Autoriteit terecht komen. De meerderheid van de vaders die slachtoffer wordt van internationale kinderontvoering weten door het desinformatiebeleid van de Nederlandse politie en justitie van het bestaan van de Nederlandse Centrale Autoriteit, die zorg moet dragen voor de naleving van het Haags Internationaal Kinderontvoeringsverdrag, niet eens af. Laat staan dat zij weten dat zij daarop in hun situatie ook een beroep kunnen en moeten doen. Zij worden door de Nederlandse politie en justitie rechteloos en onwetend gelaten.

Drs. P.A.N. Tromp
Pedagoog/Onderwijskundige

Geen opmerkingen:

Een reactie posten