maandag, maart 31, 2014

590. Uitvoeringsplan ‘Vechtscheidingen’ van Teeven en Van Rijn (31 maart 2014)

Teeven en Van Rijn verbeteren positie kinderen vechtscheiding
Bron: Rijksoverheid.nl | Ministerie van Veiligheid en Justitie | Nieuwsbericht | 31-03-2014

Staatssecretarissen Fred Teeven (Veiligheid en Justitie) en Martin van Rijn (VWS) nemen maatregelen om de penibele positie van kinderen in een vechtscheiding te verbeteren. De bewindspersonen hebben hiertoe plannen opgesteld omdat zij van mening zijn dat kinderen nooit de dupe zouden mogen worden van een vechtscheiding.

Hoewel ouders op de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor een fatsoenlijk verloop van hun scheiding, moeten (overheids-) instanties mogelijke problemen vroeg signaleren, stoppen en daarbij de schade voor kinderen tot een minimum beperken. De nieuwe plannen van de bewindspersonen dragen daar aan bij.

Kinderen centraal
Een landelijke voorlichtingscampagne richt zich op het aanspreken van ouders en het sociale netwerk van ouders en kinderen, zodat tijdig aan de bel kan worden getrokken om schade te voorkomen of te beperken. De stem van het kind wordt versterkt door de start van een online workshop door kinderen voor ouders en door een verbeterde inzet van de bijzondere curator.

Professionals beter getraind
Teeven en Van Rijn starten pilots waarin de organisatie van preventief hulpaanbod bij scheiding door gemeenten centraal staat. Jeugdzorg Nederland stelt een handboek samen om hulpverleners te ondersteunen. Die moeten tenslotte omgaan met een gezin waar escalatie van een scheiding speelt of dreigt en moeten op tijd aan de bel trekken om schade te voorkomen of te beperken. Verder wil de rechtspraak twee pilots starten waarin één rechter de gehele echtscheidingsprocedure behandelt.

Breed gedragen
Bij de totstandkoming van de plannen hebben Teeven en Van Rijn gesproken met ouders, kinderen, de Rechtspraak, advocatuur, gemeentes en VNG, hulpverleningsorganisaties, Jeugdzorg Nederland, de Raad voor de Kinderbescherming, de Inspectie Jeugdzorg, verschillende wetenschappers en de Kinderombudsman. Zij zijn deskundig op het gebied van problematische echtscheidingen en delen de zorgen van de bewindspersonen.

Vechtscheiding
Van een vechtscheiding wordt gesproken wanneer ouders niet meer in staat zijn om het belang van hun kinderen voorop te stellen. Het kind kan hierdoor in een loyaliteitsconflict komen en zelfs één van de ouders weinig tot niet meer zien. Dit verhoogt het risico op emotionele problemen bij kinderen, slechte(re) prestaties op school en vaker problemen bij het (later) zelf aangaan van relaties.

Documenten en publicaties (zie hieronder)
  • Brief Tweede Kamer: De positie van kinderen in een vechtscheiding verbeteren en reactie op motie Strik - Kamerstuk | 31-03-2014
  • Uitvoeringsplan Verbeteren situatie kinderen in een ‘vechtscheiding’ - Publicatie | 31-03-2014


Brief Tweede Kamer: De positie van kinderen in een vechtscheiding verbeteren en reactie op motie Strik
Bron: Rijksoverheid.nl, Ministerie van Veiligheid en Justitie, Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing, Directie Justitieel Jeugdbeleid, afdeling jeugdbescherming, Kamerstuk | 31-03-2014

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA DEN HAAG

Datum: 31 maart 2014
Onderwerp: De positie van kinderen in een vechtscheiding verbeteren en reactie op motie Strik
Ons kenmerk: 500685

Artikel 18 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) stelt in het eerste lid dat ouders de eerste verantwoordelijkheid hebben bij de opvoeding en ontwikkeling van hun kind. Dit uitgangspunt hanteren ook de Inspectie Jeugdzorg in haar rapport ‘Casusonderzoek Zeist’ en de Kinderombudsman in zijn recent uitgebrachte rapport ‘Vechtende ouders, kind in de knel’. Veruit de meeste ouders zijn prima in staat om hun kinderen op te voeden in een veilige en evenwichtige gezinssituatie, ook na (echt)scheiding. Maar als een scheiding zeer problematisch verloopt, is dit niet altijd meer het geval. Ook het sociale netwerk (familie, buren en vrienden) lukt het dan vaak niet meer om de-escalerend op te treden. Kinderen kunnen dan, onder meer omdat ze inzet worden van de strijd, zo ernstig in de knel raken dat hun ontwikkeling wordt bedreigd. In die gevallen slagen ouders er niet meer in om de belangen van hun kind een eerste overweging te laten zijn. Hulp van (overheids)instanties is dan noodzakelijk en gerechtvaardigd. Het tweede lid van artikel 18 van het IVRK stelt dat Staten passende bijstand verlenen aan ouders om deze verantwoordelijkheid daadwerkelijk te kunnen uitoefenen. Door de samenleving, waaronder ouders, kinderen en professionals, wordt de urgentie om actie te nemen benadrukt.

Op 30 september jl. is het rapport ‘Casusonderzoek Zeist’, dat was ingesteld na het overlijden van twee broers, van de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg aan de Tweede Kamer aangeboden. [1] In de reactie op dit rapport hebben wij aangekondigd na te gaan wat nodig is om de schrijnende situatie van kinderen in een ‘vechtscheiding’ te verbeteren. Met deze brief doen we deze toezegging gestand.
Achtereenvolgens gaan we in op de problematiek, de uitgevoerde inventarisatie en het op basis daarvan ontwikkelde uitvoeringsplan dat is gehecht aan deze brief.

De problematiek
Jaarlijks maken ongeveer 55.000 minderjarige kinderen een (echt)scheiding van hun ouders mee. [2] Van een problematisch verlopende scheiding, ook wel ‘vechtscheiding’ [3] genoemd, kan worden gesproken als een scheiding gepaard gaat met hevige spanningen en conflicten tussen ouders, waardoor ouders niet meer in staat zijn om het belang van hun kinderen voorop te stellen. [4]
De spanningen die dit met zich brengt, verhogen het risico op problemen bij kinderen. Daarbij kan gedacht worden aan emotionele problemen, slechtere prestaties op school en (later) gemiddeld vaker problemen in hun eigen relaties. [5] Hoeveel van deze scheidingen problematisch verlopen en hoeveel kinderen hiermee te maken krijgen is niet exact vast te stellen. Wel zijn enkele indicaties te geven:
·         Als ouders het oneens blijven over het gezag, omgang of de verblijfplaats van kinderen, dan beslist de rechter, die zich kan laten adviseren door de Raad voor de Kinderbescherming. In 2013 adviseerde de Raad voor de Kinderbescherming de rechter hierover ten aanzien van 5.601 kinderen (ongeveer 10% van het aantal kinderen dat met scheiding van hun ouders te maken krijgt); [6]
·         Als partners het niet samen eens worden, een partner een verzoek tot echtscheiding indient en de ander hiertegen verweer voert, vindt de echtscheiding plaats op eenzijdig verzoek op tegenspraak. In 2012 werd dit in 15% van alle echtscheidingsprocedures gedaan. [7]

Inventarisatie van wat nodig is
Om na te gaan wat nodig is om de situatie te verbeteren van kinderen in een ‘vechtscheiding’, is de afgelopen maanden gesproken met professionals en andere betrokkenen, zoals ouders, kinderen, de Rechtspraak, advocatuur, gemeenten en de VNG, hulpverleningsorganisaties, Jeugdzorg Nederland, de Raad voor de Kinderbescherming, de Inspectie Jeugdzorg, wetenschappers en de Kinderombudsman. Ook zijn buitenlandse varianten op het gebied van echtscheiding en ouderschaps- en omgangsregelingen bestudeerd.

Uit de gesprekken en onderzoeksrapporten komt naar voren dat de betrokkenheid bij deze problematiek groot is: veel initiatieven zijn al genomen. Tegelijkertijd wordt deze problematiek als zeer complex ervaren. Verschillende factoren, die elkaar bovendien kunnen versterken, spelen een rol bij een ‘vechtscheiding’. Hierbij kan gedacht worden aan langslepende juridische procedures, financiële gevolgen van een (echt)scheiding, onverwerkt verdriet, psychologische problemen, een nieuwe partner of huiselijk geweld.
Er is dus niet één manier om de problematiek op te lossen. Omdat de meeste van deze factoren buiten de invloedssfeer van (overheids)instanties liggen, zoals ook de inspecties concludeerden, [8] is enige bescheidenheid in ons ambitieniveau bovendien gepast.

Uitvoeringsplan verbeteren situatie kinderen in een (v)echtscheiding
Op basis van de inventarisatie hebben wij een uitvoeringsplan ontwikkeld dat u aangehecht, als onderdeel van deze brief, aantreft. In dit uitvoeringsplan komen wij terug op de toezeggingen door ons aan de Eerste en Tweede Kamer gedaan, onder meer over het ouderschapsplan, de positie van vaders en de omgangsvoorzieningen (motie Strik). Het door de Kinderombudsman opgestelde rapport is betrokken bij dit uitvoeringsplan.

Vanwege de schrijnende situatie van kinderen die te maken krijgen met een vechtscheiding wordt dit door velen beschouwd als een vorm van kindermishandeling. Om die reden zijn de acties geordend volgens het Actieplan ‘Kinderen Veilig’, namelijk: voorkomen, signaleren, stoppen en schade beperken. Sommige van de beschreven acties kunnen in meerdere fasen worden ingezet. De nadruk van de acties ligt op het voorkomen en vroegtijdig signaleren van een ‘vechtscheiding’, zodat hierop eerder actie kan worden ondernomen. De reden hiervoor is dat indien eenmaal sprake is van een ‘vechtscheiding’ het uitermate lastig is om hier nog uit te komen: de posities zijn dan ingenomen en het netwerk van beide ouders is in het conflict meegezogen.

Het uitvoeringsplan kent acties van verschillende orde van grootte en met verschillende looptijden, actoren en beoogde resultaten. [9] De acties richten zich op ouders, kinderen en het sociale netwerk, alsmede op professionals en (overheids)instanties.
·         Ouders zijn in eerste instantie aan zet om te voorkomen dat een (echt)scheiding uit de hand loopt en kinderen hiervan de dupe worden. Zij zijn immers de enige die de strijd echt kunnen stoppen. Het sociale netwerk rond ouders en kinderen kan hierin een belangrijke rol vervullen.
·         De stem van kinderen over wat voor hen van belang is als hun ouders scheiden dient zowel door de ouders als professionals te worden gehoord. Kinderen zijn er het meeste bij gebaat als ouders kunnen voorkomen dat hun scheiding escaleert. Bij hoogoplopende strijd tussen ouders wordt het belang van het kind vaak vergeten.
·         Professionals moeten voldoende geëquipeerd zijn om ouders en kinderen bij deze problematiek te kunnen ondersteunen of behandelen. Een blauwdruk over hoe te handelen bij een (dreigende vecht)scheiding is daarbij niet te geven. Uit onze inventarisatie is echter gebleken hoe belangrijk het is dat meteen de juiste interventie wordt inzet: licht als het kan, maar direct een zwaarder instrument als dat moet. Procedures van (overheids)instanties moeten zo worden ingericht dat snel de juiste interventie kan worden gekozen.

Wij hebben er vertrouwen in dat de acties in het uitvoeringsplan, in samenhang, een bijdrage zullen leveren aan de verbetering van de positie van kinderen in een vechtscheiding. Wij zullen de Tweede Kamer in de GIA-rapportages informeren over de voortgang aan de hand van het uitvoeringsplan.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
mr. F. Teeven MPM

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
drs. M.J. van Rijn

Voetnoten
[1] Kamerstukken II 2013/14, 31 839, nr. 315.
[2] Evaluatie Ouderschapsplan, WODC 2013, p. 25.
[3] Aangezien de term ‘vechtscheiding’ wordt gebezigd in het maatschappelijk debat, is die term in deze brief overgenomen. Bediscussieerd kan worden of de term vechtscheiding gehanteerd moet worden of dat beter kan worden gesproken over een problematisch verlopende echtscheiding. Dit mede omdat de term vechtscheiding stigmatiserend kan werken en een ‘gevecht’ impliceert terwijl dit aan de oppervlakte niet zichtbaar hoeft te zijn.
[4] Casusonderzoek Zeist , Inspectie jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg (2013), p 35.
[5] Evaluatie Ouderschapsplan, WODC (2013), p. 34.
[6] Evaluatie Ouderschapsplan, WODC (2013), p. 75 en 76.
[7] Evaluatie Ouderschapsplan, WODC (2013), p. 28 en 29.
[8] Casusonderzoek Zeist , Inspectie jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg (2013), p. 53.
[9] Het spreekt voor zich dat de inspanningen zich ook richten op kinderen die te maken krijgen met de beëindiging van de relatie van hun niet-gehuwde of -geregistreerde ouders.

Ministerie van Veiligheid en Justitie
Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing,
Directie Justitieel Jeugdbeleid
afdeling jeugdbescherming
Turfmarkt 147
2511 DP Den Haag
Postbus 20301
2500 EH Den Haag

Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag
Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden.
Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.


Uitvoeringsplan ‘Verbeteren situatie kinderen in een ‘vechtscheiding’’
Bron: Rijksoverheid.nl | Ministerie van Veiligheid en Justitie, Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing, Directie Justitieel Jeugdbeleid, afdeling jeugdbescherming, Publicatie | 31-03-2014

1. Voorkomen van vechtscheidingen
Doel
Achtergrond en acties
Toegankelijke informatie over (echt)scheiding beschikbaar
Op Rijksoverheid.nl en opvoeden.nl komt voor ouders, kinderen en professionals toegankelijke en betrouwbare informatie beschikbaar over (echt)scheiding, het belang voor ouders om er samen uit te komen en de hulp die ouders hierbij kunnen ontvangen. Het netwerk van ouders en kinderen zullen we expliciet in deze voorlichting meenemen. Dit omdat is gebleken dat dit netwerk een belangrijke rol kan spelen zowel in het in stand houden en aanwakkeren van het conflict als in het de-escaleren van het conflict.
Naar verwachting is deze informatie in de zomer van 2014 beschikbaar.

Bewustwording ouders over taakverdeling tijdens de relatie
Onderzoek [1] laat zien dat het voor de ontwikkeling van kinderen essentieel is om een band met beide ouders op te kunnen bouwen. Het is belangrijk dat partners stil staan bij het arrangement over de zorg voor de kinderen dat zij, bewust of onbewust, tijdens hun relatie sluiten en de consequenties die dit arrangement later kan hebben bij een eventuele (echt)scheiding. Uit onderzoek onder kinderen van gescheiden ouders van 9 t/m 16 jaar blijkt dat in 2010 ongeveer 20% van de kinderen in een co-ouderschapssituatie leefde, 74% van de kinderen na de scheiding bij de moeder woont en 6% bij de vader. [2] Deze percentages lijken een gevolg van de situatie zoals die was voorafgaand aan de scheiding en is naar verwachting in veruit de meeste gevallen met instemming van beide ouders. Zeker als ouders er samen niet uitkomen, zal de rechter de voorafgaande situatie in veel gevallen bij de beslissing betrekken.

Tijdens het vragenuur van 15 oktober jl. [3] is door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, op vragen van het Kamerlid Van Oosten (VVD), toegezegd terug te komen op de positie van vaders na echtscheiding. Op verzoek van het Kamerlid Van der Staaij (SGP), wordt teruggekomen op de effecten van gelijkwaardig ouderschap.

In dit kader is het volgende relevant:
·         De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) schenkt aandacht aan de taakverdeling in de verzorging en opvoeding tussen partners tijdens de relatie en de (economische) gevolgen daarvan na scheiding. Wij ondersteunen dit initiatief en brengen dit onder de aandacht bij de ketenpartners, zodat het een plaats krijgt in de deskundigheidsbevordering.
·         Voorts zullen wij, in ons contact met ketenpartners en in voorlichting op Rijksoverheid.nl (zie hierboven), expliciet aandacht besteden aan de termen gezamenlijk gezag, gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap. Dit omdat we hebben opgemerkt dat hier in de praktijk verwarring over bestaat.
·         De Staatscommissie herijking ouderschap zal worden gevraagd te reflecteren op de uitgangspunten voor het ontstaan van juridisch ouderschap en gezag. Tevens is de Staatscommissie gevraagd hoe het uitgangspunt van gelijkwaardig ouderschap in het kader van meerouderschap en meeroudergezag beoordeeld dient te worden.

Advocatuur en mediators gericht op het bereiken van onderlinge overeenstemming tussen ex-partners en de-escalatie van het conflict
Burgers hebben in een bijeenkomst op het Ministerie van Veiligheid en Justitie gemeld dat het nog steeds voorkomt dat de advocatuur stimuleert om juridische procedures aan te spannen als men het niet eens is met de voorgestelde regeling, in plaats van te de-escaleren.
Uit gesprekken met onder meer de Vereniging van Familierecht Advocaten en Scheidingsmediators (vFAS) en deNederlandse Orde van Advocaten (NOvA) komt naar voren dat de (familierecht)advocatuur ontwikkelingen in gang heeft gezet om onderlinge overeenstemming tussen ex-partners te bereiken, alsook tot de-escalatie van het conflict.
·         De Vereniging van Familierecht Advocaten en Scheidingsmediators (vFAS) stelt hoge eisen aan lidmaatschap. Ook stimuleert de vFAS leden om de belangen van het kind expliciet te adresseren, door ouders bijvoorbeeld te wijzen op interventieprogramma’s voor scheidingskinderen.
·         Sinds 1 september 2013 geldt een nieuwe beroepsopleiding voor advocaten. De nadruk in deze beroepsopleiding ligt meer op ethiek.
·         Sedert 1 juli 2012 gelden inschrijvingsvoorwaarden op het terrein van personen- en familierecht. Om als advocaat ingeschreven te zijn bij de Raad voor de rechtsbijstand dient een advocaat onder meer een basisopleiding te hebben gevolgd en geldt een specifieke – door advocaten opgestelde - gedragscode voor advocaten.
·         De NOvA heeft aangegeven uit te zoeken welke elementen uit deze gedragscode kunnen worden gecombineerd met die van de Orde, voor zover deze nu al niet overlappen met de gedragsregels voor advocaten.

Voor familiemediators geldt dat zij, om ingeschreven te kunnen zijn bij de Raad voor de rechtsbijstand, aan deskundigheidsvereisten moeten voldoen, zoals het doen van ten minste 5 mediations per jaar op het terrein van het personen- en familierecht en het behalen van opleidingspunten op dit terrein.

Ondersteuning bij deorganisatie van preventief hulpaanbod bij (echt)scheiding door gemeenten, vooruitlopend op de transitie van de jeugdzorg.
De staatssecretaris van VWS nodigt een aantal gemeenten uit om te experimenteren met het organiseren van (preventief) hulpaanbod door samenwerkende instanties aan gezinnen die te maken hebben met een (problematische) scheiding. Doel van de pilots is te bevorderen dat hulpverleningsinstanties snel signaleren dat een scheiding escaleert in een vechtscheiding zodat vervolgens snel de juiste hulp in wordt gezet. Het is aan gemeenten om te bepalen wie hier de coördinatie op voert. Hiermee kan in de pilot eveneens geëxperimenteerd worden. Inzet van omgangsvoorzieningen, rol van het onderwijs en lokale jeugdhulporganisaties/CJG’s wordt hierin meegenomen. Binnen de gemeentelijke pilots kan worden bezien op welke wijze relatieondersteuning en mediation onderdeel van het totale pakket kunnen uitmaken.
De pilots zullen dit jaar nog starten.

Nagaan effecten van co-ouderschap op kinderen
De inspecties hebben in het rapport ‘Casusonderzoek Zeist’ aangegeven dat nader wetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen van co-ouderschap op kinderen gewenst is. Zij geven aan dat daarbij relevant is aan welke voorwaarden co-ouderschap moet voldoen wil het in het belang van kinderen zijn.
Bij de Universiteit Utrecht loopt het project ‘Gescheiden ouders, gezamenlijke kinderen.’ Onderdeel van dit project is een onderzoek naar de invloed van verschillende verblijfsregelingen na echtscheiding op het welzijn van de kinderen. Dit project wordt naar verwachting begin 2015 afgerond. Mede naar aanleiding daarvan zullen wij bezien of aanvullend wetenschappelijk onderzoek gewenst is.[3]

Verbinding tussen juridische strijd en hulpverlening versterken
De inspecties hebben in het rapport ‘Casusonderzoek Zeist’ het belang aangegeven om een verbinding tussen de juridische strijd van ouders enerzijds en de hulpverlening anderzijds te maken. We kunnen constateren dat in het land verschillende initiatieven zijn genomen om hulpverlening en de juridische beroepsgroepen met elkaar te verbinden. Zo organiseert de Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik deze zomer een bijeenkomst over dit onderwerp. Dit zal worden gevolgd en waar mogelijk ondersteund.

Benoemen van mogelijke knelpunten in (beoogde) regelgeving en praktijk ter zake de gesubsidieerde rechtsbijstand voor wat betreft de echtscheidingsprocedure
De maatregel ‘scheiden op basis van gezinsinkomen’, onderdeel van de stelselvernieuwing rechtsbijstand, wordt uitgewerkt op een wijze die verdere escalatie tussen de echtelieden zoveel mogelijk voorkomt. Omdat het complexe materie betreft, vergt die uitwerking meer tijd dan verwacht. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie zal de Tweede Kamer hierover separaat informeren. Daarbij betrekt hij ook de suggesties die vanuit de advocatuur zijn gedaan op het bredere terrein van de gesubsidieerde rechtsbijstand in relatie tot de echtscheidingsprocedure, bijvoorbeeld het tegengaan van ongewenste financiële prikkels tot procederen.


2. Signaleren van een vechtscheiding
Doel
Actie
Aanspreken van sociale netwerk rond ouders en kind om te signaleren
Ingrijpen in de privésfeer van het gezin is ingrijpend. Het aanspreken van ouders indien er zorgen zijn over kinderen is zowel voor het sociale netwerk rond een gezin als voor betrokkenen vanuit bijvoorbeeld onderwijs of (sport)clubs vaak moeilijk. Toch rust er op al deze personen een verantwoordelijkheid om signalen bespreekbaar te maken. Via een bewustwordingscampagne kan het sociale netwerk rondom ouders en het kind worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid om excessen te signaleren en in te (laten) grijpen. Voor de communicatie hierover wordt aangesloten bij de reeds lopende bewustwordingscampagne ‘geweld in huiselijke kring’ (getiteld: ‘Het houdt niet op’).

Resultaten evaluatie ouderschapsplan betrekken bij uitvoeringsplan en inzetten ouderschapsplan als indicator voor dreigende ‘vechtscheiding’
Sinds maart 2009 zijn scheidende ouders verplicht om een ouderschapsplan voor te leggen aan de rechter. Het ouderschapsplan is door het WODC geëvalueerd en bij brief van 20 december jl. aan de Tweede Kamer aangeboden. [4] Het WODC rapport, een eerste verkenning naar de effecten van het ouderschapsplan, laat een aantal positieve ontwikkelingen zien. Zo is het aantal scheidingen waarbij afspraken over de kinderen zijn gemaakt toegenomen en is het aantal gerechtelijke procedures met betrekking tot kinderen afgenomen of afgevlakt. Voorts weten kinderen die een scheiding hebben meegemaakt in de periode 2009 – 2013 vaker dat er een ouderschapsplan/omgangsregeling is en hebben ze vaker meegepraat dan kinderen die een scheiding hebben meegemaakt in de periode 2004-2008.
Tegelijkertijd zijn er geen aanwijzingen dat het ouderschapsplan leidt tot meer contact tussen kinderen en ouders of minder problemen bij kinderen. Wat betreft de realisatie van de doelstelling van het ouderschapsplan kunnen nog geen conclusies worden getrokken.
Het niet tot stand komen van een ouderschapsplan kan worden beschouwd als een duidelijk signaal voor een potentiële ‘vechtscheiding’. Op basis van dit signaal kunnen ouders en betrokken professionals zoals advocaten, mediators en uiteindelijk de rechter hulp zoeken. De rechter kan bijvoorbeeld een bijzonder curator voor het kind benoemen, maar ook kunnen specifieke hulpverleningsmethodieken, omgangsvoorzieningen, het ouderschapsonderzoek en in ernstige situaties een ondertoezichtstelling worden overwogen. In de hieronder genoemde pilots zal dit aspect aandacht krijgen.

Starten pilots met een regierechter in echtscheidingsprocedure die snel problematiek signaleert en maatregelen neemt
In een expertmeeting over vechtscheidingen op 20 november jl. is voorgesteld om met een regierechter in echtscheidingszaken te werken. Dat betekent dat één rechter de hele echtscheidingsprocedure behandelt. Deze rechter kan zich beter informeren over de situatie van ex-partners en hun kinderen. Daardoor kan de rechter eerder signaleren dat een echtscheiding escaleert en kan vervolgens sneller passende maatregelen nemen.
De rechtspraak is voornemens twee pilots met een regierechter te starten. Een pilot bij de rechtbank Noord-Nederland (welke per 1 april 2014 start) en een pilot bij de rechtbank Rotterdam welke in voorbereiding is. Bij deze pilots wordt onder andere de regierechter geïntroduceerd in samenhang met het organiseren van een adequaat hulpaanbod. Het ministerie van Veiligheid en Justitie levert eenmalig een financiële bijdrage aan de projectkosten.

Nagaan of misbruik wordt gemaakt van het toestemmingsformulier van de Koninklijke Marechaussee
Tijdens het AO over Internationale Kinderontvoering 16 januari jl. heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op vragen van het Kamerlid Rebel (PvdA) toegezegd uit te zoeken of in dit kader misbruik wordt gemaakt van het toestemmingsformulier van de Koninklijke Marechaussee. Uit navraag bij het Centrum Internationale Kinderontvoering en de Koninklijke Marechaussee blijkt dat zij hier geen ervaringen mee hebben.


3. Stoppen van vechtscheiding
Doel
Actie
Ouders bewust maken van de belevingswereld van het kind
Villa Pinedo is een plek in Nederland waar kinderen met gescheiden ouders hun ervaringen delen en volwassenen bewust maken van wat er in hun hoofd en hart omgaat. De jongeren zijn de adviseurs van de volwassenen en trainen wekelijks onder andere mediators, familierechtadvocaten en kinderrechters. De staatssecretaris van VWS geeft financiële ondersteuning aan een online workshop van Villa Pinedo voor ouders. Deze workshop behandelt in zes weken alle belangrijke aspecten van een scheiding vanuit de ogen van het kind en bevat adviezen, praktische oefeningen en inzichten van zowel jongeren als gezins- en kindertherapeuten.
De online workshop wordt begin april gelanceerd.

Verbreding van kennis en vaardigheden van gezinsvoogden die ondertoezichtstellingen bij scheidingen uitvoeren
Jeugdzorg Nederland ontwikkelt een handboek met een methodebeschrijving voor een ondertoezichtstelling (OTS) bij problematisch verlopende (echt)scheidingen, voorzien van een theoretisch fundament. De oplevering hiervan wordt in de zomer van 2014 verwacht. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie ondersteunt de ontwikkeling van dit handboek financieel.

Verbreding inzet expertise Raad voor de Kinderbescherming
·         De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) biedt expertise aan gemeenten en zorgaanbieders door een nieuw ontwikkeld frontoffice waarin de intake en adviestaak zijn ondergebracht. Dit frontoffice ondersteunt de nieuw ontwikkelde werkwijzen bij de gemeenten, die voortvloeien uit de Stelselherziening jeugd. In het frontoffice is ook expertise over scheidingsproblematiek en de gevolgen daarvan voor de ontwikkeling van kinderen aanwezig.
·         Als de Raad aan de rechter advies heeft uitgebracht is de Raad altijd aanwezig op de zitting. In samenspraak met de Raad voor de Rechtspraak en de rechters beziet de Raad of aanwezigheid van de Raad op de zitting gewenst is bij gezag- en omgangszittingen en andere zittingen waar complexe scheidingsproblematiek wordt behandeld en waar de Raad niet heeft gerapporteerd.
·         Daarbij worden de door de Raad ontwikkelde kwaliteitsverbeteringen zoals een aangescherpte onderzoeksmethodiek betrokken.

Verbeterde inzet van bijzonder curator bij echtscheidingszaken
Op 22 februari 2013 heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie de reactie op het rapport van de Kinderombudsman ‘De bijzondere curator, een lot uit de loterij’ aan de Tweede Kamer verzonden. [5]
De volgende initiatieven dragen bij aan de verdere ontwikkeling van de rol van de bijzondere curator:
·         De rechtspraak heeft een werkproces en richtlijnen opgesteld om de inzet van de bijzondere curator te bevorderen en tot een meer eenduidige toepassing van het middel van de bijzondere curator te komen;
·         Naar verwachting zullen per 1 januari 2015 bij de raad voor rechtsbijstand inschrijvingsvoorwaarden gelden voor bijzondere curatoren. Dit houdt in dat advocaten en mediators aan deskundigheidsvereisten dienen te voldoen om als bijzondere curator gesubsidieerde rechtsbijstand te kunnen ontvangen;
·         In de huidige rechtspraktijk worden door de rechtbanken overwegend advocaten en mediators als bijzonder curator benoemd. De Raad voor de Rechtspraak onderzoekt de mogelijkheden om een pilot te starten waarbij een professional, die in de eerste plaats is opgeleid om met en vanuit het kind te werken, als bijzonder curator wordt benoemd.

Verbeterde inzet van omgangsondersteunende voorzieningen
Motie Strik
In het Nadere memorie van antwoord op het wetsvoorstel herziening kinderbeschermingsmaatregelen hebben wij aangegeven dat de structurele basis voor het treffen van omgangsondersteunende voorzieningen decentraal is geregeld; op dit moment onder de Wet op de jeugdzorg en straks onder de Jeugdwet. Gemeenten hebben nu reeds de taak om zorg te dragen voor preventief aanbod van opvoed- en opgroeiondersteuning. In dit kader moeten zij ook een passend aanbod creëren voor de vraag die er lokaal leeft bij jeugdigen en hun ouders om nadelige gevolgen van scheidingen zoveel mogelijk te voorkomen. Bijvoorbeeld door te voorzien in omgangsbegeleiding. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet worden zij ook verantwoordelijk voor (het treffen van een individuele voorziening) jeugdhulp bij opvoed- en opgroeiproblemen. In de eerder genoemde gemeentelijke pilots zullen deze omgangsvoorzieningen een punt van aandacht zijn.


4. Schade beperken
Doel
Actie
Inventarisatie aanbod ondersteuningsprogramma’s voor ouders
Echtscheiding en kindermishandeling zijn prioriteiten binnen de programmalijn Hulpmiddelen van het ZonMw programma 'Effectief werken in de jeugdsector’. Dit najaar worden subsidierondes opengesteld waarbinnen het mogelijk is voorstellen in te dienen voor effectiviteitsonderzoek naar interventies en instrumenten. In overleg met ZonMw wordt bezien op welke wijze onderzoek naar de interventies, gericht op emotionele ondersteuning van ouders na een vechtscheiding en het vormgeven van het hernieuwd ouderschap, hierin een plaats kan krijgen.

Escalerende scheiding opnemen in digitale handleiding aanpak kindermishandeling
In de voor gemeenten ontwikkelde digitale handleiding aanpak kindermishandeling wordt een hoofdstuk over escalerende scheidingen toegevoegd. In dit hoofdstuk zal uiteen worden gezet wat de rol van gemeenten is bij het voorkomen, signaleren en stoppen van escalerende scheidingen en waar ze aan kunnen denken bij het vormgeven?

Verspreiden specifieke kennis over escalerende scheidingen
Het Lorentzhuis in Haarlem is een centrum voor systeemtherapie, opleiding en consultatie en is gespecialiseerd in het behandelen van ouders die in een vechtscheiding verwikkeld zijn geraakt. Met het Lorentzhuis wordt nagegaan over welke competenties professionals zouden moeten beschikken om met deze complexe problematiek om te kunnen gaan en worden de mogelijkheden besproken voor het verspreiden van hun kennis en vaardigheden.

Beroepsrichtlijn scheidingskinderen
Het Nederlands Jeugdinstituut en de Universiteit Utrecht ontwikkelen momenteel een richtlijn Scheiding en problemen van kinderen in opdracht van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), de Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen (NVO) en de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW). Deze richtlijn is voor jeugdzorgprofessionals en gaat in op alle vier de fasen (voorkomen, signaleren, stoppen en schade beperken).


Voetnoten
[1] L. Tavecchio en Bos, H. (2011) “Inleiding op het themanummer ‘vaderschap, rol van vader in opvoeding van kinderen en diversiteit in vaderschap’’, Pedagogiek, 31 (1), pp. 3-110.
[2] Spruijt & Kormos, 2010, zie WODC Evaluatie Ouderschapsplan 2013, p. 26.
[3] Kamerstukken II, vergaderjaar 2013/14, Vragen 2013Z19730.2
[4] Kamerstukken II, 2013/14, 33 836, nr. 1.4
[5] Kamerstukken II, 2012/13, 31 753, nr. 56.opnemen in digitale handreiking aanpak kindermishandeling


1 opmerking:

  1. Zelfs het word -oudervervreemding- -ouderverstoting- -passyndroom- etc etc niet benoemd of genoemd en m.a.w. omzeild derhalve.
    Omgangsfrustratie niet benoemd. Kindermishandeling door veelal moeders (Gardner) inzake vadervervreemding niet benoemd etc etc.
    Bizar .......En eigenlijk Godsschandalig.

    BeantwoordenVerwijderen